19 oktober 2005

EGOSTRIP (19)

Haar schitterend stadsgedicht ‘Zal ik het blauw zijn aan de hemel van je stad’ rukte haar even uit de veilige schaduw van haar schrijfhoek. Over haar talent zwijgt Catherine Van Ongevalle zelf nog het liefst in alle talen. Bedeesd als ze is om de intieme wereld van haar taalbeleving prijs te geven. Met dat eerste Stadsgedicht van Ronse veroverde ze toen prompt alle harten door de loepzuivere kracht en de schoonheid van haar taal. Hierna voor de bezoeker van mijn writer’s blog in primeur een nieuwe pure parel van deze al te verdoken Ronsese kunstenares met woorden. Sterker, zoveel sterker dan de vermaledijde kroniek van een aangekondigde dood die ongevraagd in ons bus wordt gemikt is dit poëtisch manifest voor dromers. ‘Ronse is de stad van mijn dromen,’ blies jazzman Etienne Verschueren onvermoeibaar in de oren van al diegenen die vergaten te luisteren naar het lied van de aloude stad. We zullen doorgaan Etienne, we zullen blijven luisteren, we zullen blijven dromen. Met dit gedicht van Catherine en op de achtergrond de heerlijke muziek van je Fiertelsuite.

op deze plek
ligt een stad
die niet dood wil gaan

we meenden niet
wat we zegden
we denken niet meer
wat we dachten
troosteloos waren we alleen
om getroost te kunnen worden

op deze plek
ligt een droom
die niet dood wil gaan

we kunnen dromen
als we willen
met wat we dromen
maken we de dagen licht
de droom houdt de stad in leven
laat de droom niet overgaan