24 oktober 2005

EGOSTRIP (23)

Beaulieu-sur-Mer. Ze verlaat het luxejacht en strijkt neder, met de elegantie van een diva, aan een tafeltje van het restaurant aan de kade. De kok heeft zijn werk erop zitten. Bij wijze van afsluiter ruilt hij de keukenhitte voor de zwoele zomerbries aan de havenkant. Ze praten, ze fluisteren, ze flirten. Op het sierlijk verlichte schip bouwt haar man, de Italiaanse minister zijn feestje: relaties, vrienden. Maar zonder haar. Hij weet haar wel te vinden straks. Zij weet beter tot dan. You can always find her in the kitchen at parties, teudeuteudeu.

Frankfurter Buchmesse. Aan hun tafels, hermetisch afgesloten van de wereld, slijten literaire agenten hun waar. Miljoenendeals voor boeken die nog geschreven zullen worden. Vertrouwen in een al dan niet bekend auteur en het verhaal dat hij klaar houdt. De korte inhoud ervan wordt doorverkocht in twintig landen. Hier zie je van het boek vooral de markt. Hier zie je de mercantiele buitenkant van het stille werk. Dario Fo en later José Saramago : ze komen er langs lopen en krijgen net op dat moment de Nobelprijs. Van toevalstreffers gesproken.
In hun veelkleurige standjes zie ik ze bezig al die boekmakers, hollend van de ene connectie naar de andere, jagend achter het goud van de glorie. Wat verderop in één van de gigantische paleizen rukt de grote multimediale boekverbrander inmiddels op. Niets zal het virtuele bestaan van schrijvers en hun boeken nu nog in de weg staan. Welkom in mijn writer’s blog.

Bella, mi bella,
tu ser, tu luz, tu sombra,
bella,
todo eso es mio, bella,
todo eso es moi, mia,
cuando andas o reposas,
cuando cantas o duermes,
quando sufres o suenas,
siempre,
cuando estas cerca o lejos
siempre,
eres mia, mi bella
siempre

Pablo Neruda. ‘Los versos del capitan’.