19 december 2005

DE SCHRIJFHEREN (1.2)

Roman

Madame Rachel gooide haar rechterlaars in nepzebra tot tegen het snaveltje van de Zwitserse koekoek. Rachel kocht haar laarzen bij Shoe Post. Dat was de schoenwinkel van Omer Van Oudenhove. Omer probeerde de Belgische eendracht te redden met zijn Partij voor Vrijheid en Vooruitgang. Hij zat altijd netjes in het pak. Woolmark from England. Kasjmir from Kasjmir. Zijde from de rups. Hij droeg dezelfde bril als de sologitarist van The Shadows. Zijn haar zat achterover in grijze slierten, wat wees op levenservaring. Het glimde van de Brylcream zoals dat van preacher man Billy Graham die schreeuwde dat god de oplossing is voor al uw problemen. Van Oudenhove zei dat het niet uitmaakte of je in god geloofde of niet. Iedereen was welkom. De katholieke partij had niet langer het exclusieve verkooprecht op god.
De naaldhakzebra’s van Madame Rachel hadden zwaar afgeprijsd gestaan in het weekblad De Wakkere Toeter, als Superpromotie Van De Maand. De koekoek negeerde de beweging van Madame Rachel met de waardigheid eigen aan de neutraliteit van alles wat Zwitsers is. Klokslag drie proestte hij de verloren tijd de eeuwigheid in. De Zwitsers stonden bekend als goed volk. Het was voor het partnership van Sabena met Swissair. Zwitsers beschikten over nationale monumenten als de Jungfrau met als je goed keek tussen de rotskloven her en der een Edelweiss. Deze zeldzame bloem snakte ernaar om geplukt te worden door romantische jodelaars in grijslederen korte broek en op hun rooie kop een gifgroen vilthoedje met bruingevlekte fazantenpluim. Vrolijke vrienden die zich voorthielpen met wandelstokken vol beren uit Bern, wolven uit Andermatt, bergbokken uit Engelberg. Het Vierwoudstedenmeer bood mogelijkheden voor boottochtjes. Château d’Oex was een vluchtoord voor luchtkuren. Het Palace Hotel van Montreux bood een onderkomen voor vlinderverzamelaars en verboden schrijvers. Vera en Vladimir Nabokov hadden er hun vaste stek. Zo slecht kon het daar dus niet zijn. Anders waren ze toch wel meteen teruggekeerd naar Sint-Petersburg, of niet soms ? De Zwitsers zorgden ervoor dat het Rode Kruis uitrukte waar ter wereld er ook maar één druppel bloed vloeide. De Zwitserse vlag is de Rode Kruis-vlag maar omgekeerd. Dat zegt genoeg. Dank zij de Zwitsers zat de wereldbevolking nooit één dag zonder Toblerone met amandelnootjes. In Bazel werden geavanceerde geneesmiddelen ontwikkeld. Wie bij de Crédit Suisse de geheime code van een genummerde rekening uit het hoofd kon opzeggen, zat op rozen. De Belgische bevolking had een bie-zon-de-re band met het Zwitserse volk door de ziekenfondstreinen naar Melchtal. En ook door de tragische slippartij van Leopold III met koningin Astrid, onze gevallen engel uit het noorden. De Zwitsers waren zoals hun horloges, volkomen betrouwbaar. De Nederlander wielrenner Wim Van Est was in de Tour de France eens zevenhonderd meter diep op zijn amandelnoten gestort. Zijn velo zag eruit als een geplooide nagel na een demonstratie van John Massis op ons schoolfeest. Wim Van Est:

Zijn hart stond stil.
Zijn Pontiac tikte nog

Zo loyaal waren de Zwitsers, dat zij alleen de paus mochten beschermen tegen de loge van het Grootoosten. Zij dienden tevens de Heilige Stoel overeind te houden tegenover mil-ie-joe-nen soldaten die tegen het Ijzeren Gordijn aandrumden, klaar om het hele christelijke westen te verpletteren. De Zwitsere Gardes werden geacht met gift van hun eigen leven in hun prachtige uniformen van veertien kilo de Heilige Vader te beschermen tegen diverse duistere satanische krachten die de Civitas Dei van de Heilige kerkvader Augustinus bedreigden. Tegen goddelozen die beweerden dat god niet bestond. Als god al ooit bestaan had in de prehistorie, dan was hij volgens de onchristenen uitgevonden door de rijken en machtigen om de schamelen van geest ongeletterd en arm te houden. Nu was hij hoe dan ook morsdood, God. Ergens tussen Bergamo en Verona doodgeslagen met één slag van de mokerhamer door een zotte filosoof die in Torino een paard omhelsde en zei dat de mens dan maar zelf voor mooie blonde jonge god moest spelen. De Zwitserse koekoek boven mijn hoofd was zich ten volle bewust van al deze verdiensten van zijn volk. Hij presteerde het om eenieder rondom hem straal te negeren en te doen waarvoor hij gemaakt was. Madame Rachel, door kenners bijgenaamd Madame Pijp, plukte een bundeltje blauwe brieven uit haar ‘betalende parkeerzone’, smeet die op mijn desk.

‘Voilà , dolleke ! Catch. Madame Rachel betaalt catch. Altijd.’

Ik mikte mijn leeswijzer halverwege De vanger in het graan, op de pagina waar Holden Caulfield zegt dat hij The Great Gatsby een fantastisch boek vindt en graaide naar het Orderboek Kleine Annoncen. In mijn achteloosheid stootte ik de stempelhouder om met eronder bengelend mooie gravures in Pruisisch blauw spiegelschrift:

‘’LAATSTE VERWITTIGING !’
‘AANGETEKEND !’
‘RAPPEL !’
‘IN GEBREKE STELLING !’
‘SEBIET TE VEREFFENEN !’
‘OVER NAAR DEURWAARDER !’

Brocanteurs waren de beste betalers van aankondigingen in De Wakkere Toeter. Het populaire streekblad ging toen van de toonbank als ovenverse chocoladecroissants. De ware oorsprong van hun spullen bleef gehuld in dichte mist. Kastelen en landhuizen in de heuvels rond de vallei werden ‘s winters vakkundig door hun handlangers geplunderd. Je vroeg je af wie hun rommel kocht. Ze hadden de mond vol over art deco en art nouveau. In werkelijkheid ging het om waardeloze prullen. Een tot antiek verheven wankele houten wastobbe. Een lang verteerde trog. Een tot minibar omgetimmerd verkoperd biervat. Nepkristallen luchters.Beelden van lang vergeten heiligen. Schelpen waarin je de oceaan kon horen. Een glazen bol die je kon doen sneeuwen. Pleisterwerk met de mededeling dat iedereen hier altijd welgekomen is, doch vloek niet want God ziet je. Altijd hadden ze hopen baar geld op zak. Ook de boeren betaalden met direct gereed geld voor de volle vaarzen, jonge geiten, piepkuikens en konijnen die ze kwijt wilden in De Wakker Toeter. Op een dag als deze kwamen ze net als Madame Rachel allemaal bij mij terecht voor een ‘annonceke of vier’. (Vervolgt)

Uit ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.