24 december 2005

DE SCHRIJFHEREN (1.5)

Roman

Druk voor een vrijdag. Doorgaans kwamen de annonceurs op maandag met hun meldingen voor De Wakkere Toeter.

‘Plymouth. Bouwjaar 1963. Te koop wegens amputatie beide benen.’
‘Ik beken geen schulden meer aan Simonne Speliers daar zij het echtelijk dak verlaten heeft. De hete konte.’

‘Nee, schrap dat laatste.’

‘Gezelschapsdame gevraagd voor oudere heer. In alle eer en deugd.’
‘Treinbilden. Weinig bereden.’
‘Goed in ‘t vel . Bij Madame Rachel. Le Petit Bruxelles.’

*

‘Dag mijn jonge geitenbok.’
…………….
‘Een djoefke rechtstaande, zegt het u iets ?’
…………….
‘Kijk zo niet onnozel. Of hebt ge liever een paterke op zijn kop ?’
……………..
‘Het is mij al gelijk. Ze hebben mij gecolloqueerd. Ge-col-lo-queerd. Kent ge dat woord niet? Ze zijn bijeengekomen met de burgemeester, de dokter en de paster. Ze hebben samen beslist dat ik zot was.’

Doch nu hadden ze haar weer vrijgelaten. Dit na jaren opsluiting in het gesticht van Vieux Leuze. Bloemen schilderen met waterverf. Macramé. Snippers. Kartonnen dozen. Confetti. En elke woensdag naar het vivarium van Doornik.

‘Naar de copulerende puiten kijken. Ge hebt moeite om ze te zien tussen het groen.’

Haar collocatie was zo te horen een complot geweest.

‘Mijn man heeft mij doen opsluiten. Om op het gemak te kunnen vogelen met zijn hoer.’

Ze zou me de naam geven van de dokter die door haar man was omgekocht om het opsluitingsbevel te tekenen. De hogere instanties die tegen haar gecomplotteerd hadden. Want haar man zat in geheime sociëteiten. Zelfs Laken en het Belvédère zaten ertussen. De hulpbisschop van Gent. Het aartsbisdom Mechelen wist. Maar zweeg. Allemaal hadden ze boter op het hoofd. Ik moest het uitbrengen in De Wakkere Toeter.

‘OF DURFT GE HET NIET MISSCHIEN ? ZIT GE OOK IN HET GROTE COMPLOT? DE KERK. DE MAFFIA VAN HET GELD EN DE MACHT.STEEK ZE ALLEMAAL IN DEZELFDE ZAK. SCHUD ERAAN. ZE KOMEN ER GELIJK UIT.’

Als ik naar haar luisterde kreeg ik de ex-clu-si-viteit van haar verhaal. Zij zou mij dekken. Als ik wou, mocht ik haar zelf dekken. Ze wou me ervoor betalen. In natura. Alle mannen vragen toch niks liever dan gratis te mogen.

‘Want let goed op, Charlie. Ik mag toch Charlie zeggen, nietwaar meneer Puis ? Nu ik weer los loop, pak ik mijn revanche. J’encule la planête. Et l’étoile de neige avec. ETOILE DE NEIGE MON CŒUR AMOUREUX. Draai uw deur op slot en zet u in positie. Ge zult er u van beloven. J’ai faim d’un corps humain.’

Ze gooide haar violet topje over de malse mattetaartjes die ze voor mij had meegebracht. Doch het was vrijdag. En op vrijdagmiddag kwamen alle krantenverdelers langs om verse kranten. Totaal onverschillig scharrelde de gecolloqueerde haar kleren bijeen. Zachtjes ‘Pepito mi corazon’ zingend, wandelde ze weg. Met geheven hoofd, de beide handen gekruist over haar getormenteerde hart.

‘Heeft het deugd gedaan, Charlie?’
‘Want als dat zot konijn aan haar numero begint…’
‘Is er geen houden aan…’
‘Ze pakt ze goed binnen.’
‘Mij heeft ze eens binnen gehaald op mijn ronde. Ze liet me niet eens de tijd om mijn rugtas vol gazetten opzij te smijten. Ze had mij al bij mijn pietecoo.’
‘Zo ne fermen gazettenmarchand dat smaakt naar nog,’ zei ze, ‘haal mij al uw compagnons.’
‘We hebben haar allemaal alles gegeven wat we konden, Charlie.’
‘Doch geen avance.’
‘Ze is onverzadelijk.’
‘ Naar dat ‘t schijnt dat er iets scheelt aan haar lymfen.’
‘ Een lymfomane.’

Elk om beurt zegden de dragers me hoeveel nieuwe Wakkere Toeters ze wilden. Ik leverde hen de exemplaren in pakken van vijftig. Ik noteerde hun onverkochten en betaalde de retours. En zoals elke vrijdagmiddag aanhoorde ik hun klachten.

‘Er staat geen kloten meer in.’
‘Zeg het van ons part aan de heren van ‘t bestuur.’
‘Ze smijten het vol met hun politiek’.
‘Artikel 107 quater.’
‘Wat interesseert dat de mensen ?’
‘Sportuitslagen moeten ze geven.’
‘Accidenten met bloed op de foto’s.’
‘Vette titels, dikke kaders’.
‘Waar staat de Sparta ?’
‘Ge gaat de Sparta niet vinden.’
‘Brigitte Bardot moeten ze geven.’
‘Die de hoola-hoop danst in haar bloten.’
‘Het leven van Gunther Sachs’.
‘Prins Claus bij de Luftwaffe’.
‘Binnenkort mogen ze hun gazetje zelf uitdragen.’
‘Chance dat de voetbalpronostiek er nog in staat’.

Diezelfde middag bracht ik mijn ontslagbrief naar het postkantoor. Aangetekend schrijven. Ik dankte het bestuur voor de geboden kans Doch zeer tot mijn spijt. Een nieuwe uitdaging. Graag hun begrip en een korte opzegtermijn. Het was allemaal makkelijker gegaan dan ik gedacht had.

(Vervolgt).

Uit 'De Schrijfheren'. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

23 december 2005

EGOSTRIP (56)

Happy X-mas.

(War is over)

So this is Xmas
And what have you done
Another year over
And a new one just begun
And so this is Xmas
I hope you have fun
The near and the dear one
The old and the young
A very Merry Xmas
And a happy New Year
Let's hope it's a good one
Without any fear
And so this is Xmas
For weak and for strong
For rich and the poor ones
The world is so wrong
And so happy Xmas
For black and for white
For yellow and red ones
Let's stop all the fight
A very Merry Xmas
And a happy New Year
Let's hope it's a good one
Without any fear
And so this is Xmas
And what have we done
Another year over
A new one just begun
And so happy Xmas
We hope you have fun
The near and the dear one
The old and the young
A very Merry Xmas
And a happy New Year
Let's hope it's a good one
Without any fear
War is over, if you want it
War is over now
Happy Xmas

John Lennon & Yoko Ono.

DE SCHRIJFHEREN (1.4)

Roman

In afwachting van dat succes in de reclame, verdiende ik bij het weekblad De Wakkere Toeter amper het zout op de patatten. Opslag zat er zo te horen ook al niet in. Nog in geen tien jaar.

‘Dat ‘n zal niet gaan, Charlie.’
‘Opslag ? Goed gij.’
‘Onze Raad Van Beheer …
‘…gaat dat nooit accepteren.’
‘De omstandigheden zijn…
‘… van moeilijke aard.’
‘Daarbij, onze verkoop…
‘… loopt achteruit.’
‘Probeer daar eerst iets aan te doen.’
‘De abonnementen zijn gezakt.’
‘Een chance dat we de Gancia houden.’
‘De Tide kunnen we op onze buik schrijven.’
‘De Vim waren we al kwijt.’
‘Vanwege de Dreft.’
‘Om te zwijgen van Samdam.’
‘Butch Tailors.’
‘Het heeft niks gegoven zeggen ze.’
‘Ze lopen over naar de concurrentie.’
‘Naar die nieuwe gratis bladen.’
‘Die steken ze in alle bussen’.
‘Verkochte gazetten zijn passé’.
‘Behalve in West-Vlaanderen’
‘De Weekbode.’
‘De Zeewacht’.
‘West-Vlaanderen jongen dat leeft.’
‘Na ‘t vlas de tapieten.’
‘Wie koopt er nog gazetten?’
‘We zijn uitgetoeterd’.

Opslag, waar haalde ik het ? Kreeg ik al grootse manieren misschien ?

‘Die jonge gasten…’
‘Alles direct en op een schotelke.’
‘Maar traag van onderaan beginnen...’
‘Kijk naar Maurice Fâché.’
‘Onze stichter zaliger.’
‘Zelf met lood staan smijten.’
‘Zelf de persen doen draaien.’
‘Twee vingers afgerukt en meegedrukt.’
‘Het had erger kunnen zijn.’
‘Hadden ze hem toen niet weggetrokken…’
‘Hij heette Maurice Mâché.’
‘En overal nog zelf zijn gazetten gaan leveren .’
‘Jaren van zwarte sneeuw.’
‘Dan eindelijk een beetje profijt.’
‘Sebiet weer investeren. ‘
‘In een grote hangar .’
‘In een Mannheim-pers.’
‘Plus snijmachine.’
‘In een trieer-rupsband.’
‘Gewaagd voor die tijd.’
‘Niemand kende dat hier.’
‘Grote courage.’

En ik Charlie Puis, ik werkte hier wel-ge-teld negen maanden. Verdiende ik dan niet genoeg ? Ik kon altijd mijn inkomen aandikken na mijn uren, als verslaggever.

‘Aan het geldend tarief voor al onze correspondenten.’
‘We betalen u per geschreven regel.’
‘Maar dan geen poëemkes die niemand verstaat.’
‘Simpele reportagen van ‘t leven.’
‘Wie werkt, wordt ervoor betaald.’
‘Plus een perskaart voor op uw pare-brise.’
‘Waarmee ge gratis binnen moogt op het voetbal.’
‘Het wielercriterium.’
‘Met stempel van de lokale overheden.’
‘Hadden we nog maar jongeren met kloten aan hun lijf’…
‘Gelijk Maurice Fâché die ze bijna kwijt was.’
‘Bon dat bedoel ik nu niet…’
‘Maar ‘t was wel een gezonde mens, hé Maurice.’
‘Hij zal niet moeten wederkeren’.
‘Er lopen er hier veel rond..
‘…Die zelve niet weten waarom ze Maurice heten.’

Wat kwam ik klagen? Ik mocht mijn pen scherpen. En ik had vast werk.

‘Zelfs Hugo Claus heeft dat niet vast werk.’
‘Jawel vroeger als gevelschilder.’
‘Maar nu, als dichter-denker ?
‘Hoe ziet gij hem zijn pacht betalen hier in Nukerke betalen?’
‘Naar ‘t schijnt dat de vrouwen daar met de musse bloot lopen op zijn erf.’
‘Mij verwondert dat niet.’
‘Een goddeloos mens.’
‘Dat kent geen schaamte’.
‘Alle dagen kermis.’
‘Verzen over vuile manieren.’
‘Over warme weelde.’
‘Over naakte bekkens.’
‘Maar de winters zijn hard bovenop de Spichtenberg.’
‘Zijn Surdiac zal rap zonder kolen staan.’
‘Zij blij dat gij tenminste een vaste pree hebt, Charlie.’
‘Van uw pen leven, mijne god.’
‘Armoe troef, ja.’
(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

22 december 2005

DE NIEUWE RONSENAAR (27)

Heet van de naald

Verbolgen Yves Dufour haakt af

Na de bestuursverkiezing van dinsdagavond, waarbij hem een vierde plaats op de lijst werd toegewezen, trekt Yves Dufour zich volgens onze informatie terug van de VLD-lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. Dufour vindt dat hem met die vierde stek niet wordt gegund waarop hij vanwege zijn verdiensten voor de partij recht meende te hebben.

Het was dinsdagavond na de stemming meteen al duidelijk dat Dufour het moeilijk had om zich bij de uitslag neer te leggen. Het glas van de VLD-vriendschap werd na de kiezing zonder hem geledigd. Dufour wordt op de lijst voorgegaan door achtereenvolgens Patrick De Dobbeleer, André Deruyver en Natascha Meeuws.

Dat uitgerekend de ex-LDR-dissident André Deruyver de tweede plaats bezet waarop Dufour zelf zijn zinnen had gezet, moet de gewezen VLD-voorzitter allicht zuur opbreken. Dufour wist zich ook gesteund door zijn invloedrijke vrienden uit golf-en Rotaryclub en wierp zich de jongste tijd in woord en VLD-geschrift op als promotor van het zogeheten Residentieel Ronse met ondermeer… een golfclub als trigger.

Toen we hem in de vooravond contacteerden, was VLD-voorzitter Frans Vandenbossche zelf nog niet op de hoogte gebracht van het voornemen van Dufour om zich terug te trekken.
‘Als er vier kandidaten zijn voor diezelfde tweede plek, dan kan er maar één die plek bezetten’, aldus Vandenbossche in een eerste reactie. ‘Dat is nu eenmaal een stemming. Als eenieder zich terugtrekt die niet precies de plaats toegewezen krijgt die hij verwacht had, waar staan we dan ?’, aldus Frans Vandenbossche.

De VLD-voorzitter gaat nu bekijken hoe de vrijgekomen vierde stek van Dufour wordt ingevuld. ‘Misschien schuiven alle andere kandidaten gewoon een bank vooruit. Of dan komt er nog een andere kandidaat tussenschuiven. We zullen ons daar met het bestuur over beraden.’

We konden Yves Dufour bij het ter perse gaan niet bereiken voor commentaar.

DE SCHRIJFHEREN (1.3)

Roman

Voor wie de advertentiewereld niet kende, leek het orderboek ‘Grote Aankondigingen’ van De Wakkere Toeter belachelijk klein. Vergeleken bij het volumineus register voor ‘Kleine Annoncen’. Van grote advertenties werden de cliché’s in lood echter door de reclamebureaus drukklaar toegestuurd. In omslagen, met erop mooi in reliëf :

‘D’Houwaert D’Hollander & De Neef’. Advertising.
‘Young and Rubicam’. Publicity.
‘Lintas’. Brussels Communications.
‘Agence Havas’. Publicité.

Als ik de inhoud van deze cliché’s tegen de spiegel hield, vernam ik wat de lezer ter kennis zou worden gebracht :

‘BONUX. NU MET SURPRISEN!
‘ENGLEBERT VOOR ALLE WEDERS’
‘COLGATE KOPEN.UW MOND VALT ERVAN OPEN’

De prijs per millimeterruimte hadden ze in hun Brusselse kantoortorens ook al voorgerekend. Doorgaans ging het om een stevige 270 mm x 4 kolommer. Dit zou de radeloze drukker van De Wakkere Toeter ertoe verplichten de resterende ruimte vol te smijten met overlijdensberichten, wachtdiensten 'en andere brol'. Ongelooflijk hoeveel geld klanten als General Motors, Fiat Belgio en Ford mikten in een blaadje als De Wakkere Toeter. Doelgroepgerichte reclame gaf echter een nieuw elan aan het bedrijfsleven.Meneer Waldo Vastepan, nieuwbakken president van de Union Belge Des Entreprises,was dit komen beklemtonen op een debatavond van de Handelskamer. Vastepan kwam de succesformule toelichten die hem weelde had gebracht.Die boodschap wenste hij over te brengen aan alle dynamische Belgische ondernemers:

‘Savoir!’
‘Savoir-faire!’
‘Faire savoir!’

De voertaal van succes in België was Frans. Wie het als Vlaming maken wou, kon het proberen als tabaksplanter in Canada. Of als boer in die ouw Transvaal. Daar waar me Sarie Marijs woon. De sleutel van alle succes heette voortaan hoe dan ook : reclame. De spinazie van Frima. De fish-sticks van Findus. De garnaalkroketjes van Igloo. De snijbonen van Marie Thumas. De bosbessenconfituur van De Betuwe. De melkchocolade van Banania. De poets wederom poets van Negrita. Waar hadden ze gestaan zonder reclame? In de rekken van de Grand Bazar waren ze blijven staan. En dus niet bij de ‘consommator’, aldus meneer Vastepan.

Op blauwe maandagen werd ik geprikkeld door een zwellend verlangen om de brocanteurs en de boeren, Madame Rachel en de Zwitserse koekoek vaarwel te zeggen en het zelf te wagen in de reclame. Dat kon nu net bij Pub&Partners, een agentschap dat copywriters zocht ‘vanwege opstijgend succes’:

Kunt u zoals Jacques Prévert een hele wereld imagineren
vanop een feuille morte?
Misschien bent u dan de Creatieve kracht die we zoeken!
Onze honorificaties zijn excellent.
Laat uw imaginatie omhoog borrelen.
Spring op deze occasie!
Redigeer een origineel concept rond de Bonhommes Michelin.
Stuur ons vandaag nog uw originele Creatie.
Misschien engageren we u met immediate ingang.

Ik droomde mezelf al weg in dat nieuwe bestaan. Je vertoefde de hele week bij die meneer Prévert op de twintigste verdieping van de Martinibuilding. Je leunde er aan tegen een Italiaans bureau van plexi en mica. Je zat er hele middagen creatief na te denken onder een exclusieve designlamp met kleurrijke vrouwentongen die je naar believen in alle richtingen draaien kon.(De uitdrukking ‘een tong draaien’ komt uit de designwereld). Plotseling zag je het licht. Het volgende moment noteerde je driftig met je blauwe Bic in je rood Atomicschriftje:

Lieverd beetje koud in het hart?
Vlug ‘n onderlijveke van Damart!

Meneer Prévert zei je dan ‘Charlie jongen, daar zit wat in. Mogelijks doen we er een kleinschalige campagne mee. Op de buiten voor de landelijken. Maar in het francone landgedeelte marcheert het dus niet uw rijmpke. Daar zeggen ze Damààr en niet Damart.’

Ze zouden me een salaris betalen dat een veelvoud was van wat ik verdiende bij De Wakkere Toeter. Ik zou gratis hun events meemaken met alle wereldsterren. La Loren by Sunlight. La Lollobrigida by Lux. La Cardinale by Max Factor. La Esterella by Poeders Mann. Mij wachtte rechtstreeks contact met Jacky Brichant, Jacky Ickx, Jacky Stockman, Jacky Stewart, Jacky van Petits Suisses. Ik zou op mijn Vespa rond het Collosseum toeren, dan in de Trevifontijn te duiken, tenslotte Anita Ekberg in de armen drukken. Ik zou bij Yves Montand fluisterend informeren of Marilyn echt zo’n hete was dat ze de twee Kennedy’s zot maakte. Ik zou de vertrouwensman worden van Ray Coniff, Ray Ventura, Ray Goethals, Ray Ceulemans, Jean Ray , Ray Ban, Raimu en Rainier.

Waarop wachtte ik ? Ik moest meer durven. Zoals Marilyn gedurfd had toen ze in opwaaiende zomerjurk over de vloerventilatie van de Hollywoodstudio liep en schokgolven veroorzaakte tot diep in de binnenlanden van Tijuana, alwaar Herp Albert zijn schuiftrombone inslikte : het definitieve einde van Herb Alperts Tijuana Brass. Ik moest mijn leven kneden zoals Jack Kerouac, mijn beatheld die papierrollen vol pende over de drang van ‘t leven. Ik moest verse stierenkloten nuttigen in Granada, op Kodiacberen jagen in Alaska, slangenbloed slurpen in Mongolië. Ik moest Jayne Mansfield meegraaien op mijn Harley Fat Boy voor een rondje Beverly Hills, daarover dan een onverbiddelijke bestseller schrijven : ‘Ik Charlie Puis.’
Ik moest de minnaar worden van Marina Vlady, Virna Lisi, Laura Antonelli. Ik moest de memoires optekenen van Greta Garbo en Marlène Dietrich, naar Skorpios vliegen bij Jacky Kennedy Onassis. Ik moest met de Che rondtoeren in Bolivië, de kerker van Papillon bezoeken in Frans Guyana, net als Albert Camus in de Facel Vega van mijn uitgever Gallimard tegen een plataan knallen op de weg van Lourmarin naar Villeblevin. Daarbij als wonderboy het manuscript van mijn magnum opus achterlatend, middenin de zonnebloemen:
‘Nagelaten Notities. Door Charlie Puis.’

(Vervolgt)

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem

21 december 2005

DE NIEUWE RONSENAAR (26)


Bedankt voor uw

enthousiasme en

hartverwarmende

fideliteit

bij het

5000-STE BEZOEK!


Loet oes noa
drumen va Roonse
alies da komt
en doer niemier ees
tuus oop oes twie uren
sloepen
oes gieren zien
en 't za wui goen.


Tuupe vuir Ronse,

Stef Vancaeneghem.

Noch opdrachtgevers, noch broodheren.

----------------------------------------------------------

De blauwe Renaixance

Het voltallig VLD-bestuur van Ronse heeft gisteren gestemd over lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar. Dit is wat het geeft.

1. Patrick De Dobbeleer
2. André Deruyver
3. Natascha Meeuws
4. Yves Dufour
5. Eric Van Der Eedt
6. Fanny Moerman
7. Isabelle Raevens
8. Yves Veys
9. Régis De Craeye
10. Glenn Verledens

Uittredend eerste schepen Rudi Boudringhien wordt, zoals eerder al gemeld in De Nieuwe Ronsenaar, lijstduwer.

Voorzitter Frans Vandenbossche noemt het 'de stemming van het gezond verstand.' Er waren 26 stemgerechtigden. Wat de laatste plaats voor Rudi Boudringhien betreft verwacht voorzitter Vandenbossche dat Rudi met zijn ervaring en know how van het beleid de verjonging en vernieuwing kan ondersteunen.

André Deruyver van zijn kant kan best tevreden zijn met deze uitslag. Zoals we altijd al schreven, beoogde hij een stek bovenaan, binnen de eerste twee.
Hij heeft op de tweede plaats wat hij wou. Het hangt nu van de Ronsese kiezer af of Deruyver, naast kopman Patrick De Dobbeleer op basis van zijn stembusuitslag mee in de running kan voor het burgemeesterschap bij te verwachten coalitiebesprekingen tussen de bestuurspartijen.

Gewezen voorzitter Yves Dufour moet van zijn kant op de vierde plaats vrede nemen met een stuk minder dan hij wou. Hij zag zichzelf met zijn plannen voor residentieel Ronse en zijn 'belangrijke' vrienden veeleer op twee.

Na het interne gekrakeel van de jongste weken kan de VLD nu alle energie richten op de essentie : gedragen door zoveel mogelijk liberale kiezers vanuit het bestuur meewerken aan de Renaixance van Ronse.

20 december 2005

DE NIEUWE RONSENAAR (25)

Beste Pol Kerckhove,

Je bent voorzitter van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. Je bent bovendien het Spa-boegbeeld van progressief Ronse. Je bent ook goed omringd door een fijne equipe van gelijkgestemde kameraden. Dag na dag zet je je in om mensen voor wie het leven fout loopt, weer op de weg te helpen. Je hebt, op dat van de burgemeester na, het zwaarst gechargeerde spreekuur van alle Ronsese mandatarissen. Je zit in de eerste lijn van de miserie des mensen. Je staat in de vuurlinie van het harde bestaan. Dag na dag word je geconfronteerd met het leven van zovelen aan de zelfkant. De verdoken armoede. De hulpeloosheid. Want als rijkdom erin slaagt om, via het oneerlijke spel van geërfde vermogens generaties erven te verwennen, dan werkt dit systeem helaas ook omgekeerd. Kansarme kinderen, opgegroeid in het desolate nomansland van zwarte armoe, hebben vaak ook generaties nodig om het tij te keren.

Je bent OCMW-voorzitter van Ronse en je werkt maar voort in je kantoor. Ver van de schone schijn. Ver van de sjieke diners waar de beau monde, of wat daar graag voor doorgaat, stoere en gratuite taal spuit over ‘al die leegaards en die grauwe’. Dagelijks zie jij in je eentje de donkere achterkant van het joepieverhaal dat met zoveel zelfgenoegzame arrogantie (op)geblazen wordt door de zelfverklaarde winners van de maatschappij. Je kent ze wel al die pipo’s die, het haar in de gel en de kont in hun Armani, geld scheppen als slijk, maakt niet uit hoe. Diegenen die altijd klaar staan om zichzelf te valoriseren en de anderen te (d)evalueren ofschoon ze zelf nog geen foutloze brief op papier krijgen. Parvenuutjes die denken dat de wereld een golfterrein is en elke andere mens het balleke aan hun stick.

Je werkt almaar voort. In je eentje. In stilte. ‘s Avonds ben je afgepeigerd. Je bent er kapot van. Goed dat je graag en vaak onder de mensen komt en al eens vrolijk kan doorzakken om te bekomen van al die ellende. Want overdag is het dweilen met de kraan open. Iedereen helpen, is al langer je devies. Je hebt niet gewacht op Johan Van de Lanotte om ervoor te gaan in Ronse. Waal, Vlaming, migrant maakt niet uit. Je merkt natuurlijk wel dat er nogal wat Walen tussen zitten. Gewezen kiezers van je rode kameraden over de taalgrens. Verloren gelopen stemmers van Demotte en Di Rupo. Maar goed, ze komen nu eenmaal afzakken naar Ronse. Die taalfaciliteiten jawel. En dus vang je ze op. Iedereen is iedereen. Je helpt ze. Zo goed en zo kwaad als dat gaat.

Dan, op een dag, ervaar je het toppunt van wat de ware paradox is van de Spa in een stad als Ronse. Ze vragen je toch wel - in het Waals dan nog - of je soms voor hen geen kaarten hebt… voor de barbecue van het Vlaams Belang. Ze hebben ergens menen te lezen, sorry ze verstaan geen Nederlands, dat er kaarten voor die barbecue te bekomen zijn…bij de VB-raadsleden van het OCMW. Te gek voor woorden. Een goeie grap misschien. Ware het niet dat we dan als Ronsenaars wel met onszelf zitten te lachen. Op dat eigenste moment begrijp je precies wat er zo fout is gelopen in deze stad. Dit is gewoon de tijd geworden van het pakken. Het meegraaien waar en wat je krijgen kunt en bij de grootste bieder. Loyauteit, dankbaarheid, fideliteit, partijgetrouwheid het is allemaal voorbij. C’est le dernier qui a parlé qui a raison.

Maar toch ga je door. Je doet het omdat mensen helpen nu eenmaal echt je ideaal is. Je hoopt wel dat op een dag de mensen je ondankbare werk zullen afwegen tegenover de holle frasen, de opsmijterij, de vrijblijvende vetbetaalde parlementaire salarissen van andere Ronsese kopstukken. Je bewandelt nu eenmaal de moeilijkste weg. Je doet de meest ondankbare job van de Ronsese politiek.

Beste Pol Kerckhove, laat je door dit alles vooral niet ontmoedigen. Het is namelijk tegelijk de meest nobele taak die een mandataris kan opnemen. Je bent meer dan wie ook in Ronse bezig met de essentie van politiek. Mensen helpen. Alle mensen. Zonder onderscheid. Die rechtvaardigheid, die solidariteit die je zo hard wil voor eenieder, niet de ene ten koste van de ander, siert je zo als mens. Of het je daarom ook de navenante stemmen zal opleveren, weet ik nog zo niet. Je verdient in elk geval de waardering van alle progressieve mensen van Ronse die zich al dan niet in de naam van de roos betrokken voelen bij de medemens.

Dat kantoortje daar van jou, waar je dagelijks dergelijke gekke toestanden meemaakt, soms radeloze agressie opvangt, stalking en afdreiging en wat al niet : het is dan misschien de achterdeur van Wallonië maar het is tegelijk de voordeur van Vlaanderen. Het is vooral de harteklop van Ronse. And you’ll never walk alone.

19 december 2005

DE SCHRIJFHEREN (1.2)

Roman

Madame Rachel gooide haar rechterlaars in nepzebra tot tegen het snaveltje van de Zwitserse koekoek. Rachel kocht haar laarzen bij Shoe Post. Dat was de schoenwinkel van Omer Van Oudenhove. Omer probeerde de Belgische eendracht te redden met zijn Partij voor Vrijheid en Vooruitgang. Hij zat altijd netjes in het pak. Woolmark from England. Kasjmir from Kasjmir. Zijde from de rups. Hij droeg dezelfde bril als de sologitarist van The Shadows. Zijn haar zat achterover in grijze slierten, wat wees op levenservaring. Het glimde van de Brylcream zoals dat van preacher man Billy Graham die schreeuwde dat god de oplossing is voor al uw problemen. Van Oudenhove zei dat het niet uitmaakte of je in god geloofde of niet. Iedereen was welkom. De katholieke partij had niet langer het exclusieve verkooprecht op god.
De naaldhakzebra’s van Madame Rachel hadden zwaar afgeprijsd gestaan in het weekblad De Wakkere Toeter, als Superpromotie Van De Maand. De koekoek negeerde de beweging van Madame Rachel met de waardigheid eigen aan de neutraliteit van alles wat Zwitsers is. Klokslag drie proestte hij de verloren tijd de eeuwigheid in. De Zwitsers stonden bekend als goed volk. Het was voor het partnership van Sabena met Swissair. Zwitsers beschikten over nationale monumenten als de Jungfrau met als je goed keek tussen de rotskloven her en der een Edelweiss. Deze zeldzame bloem snakte ernaar om geplukt te worden door romantische jodelaars in grijslederen korte broek en op hun rooie kop een gifgroen vilthoedje met bruingevlekte fazantenpluim. Vrolijke vrienden die zich voorthielpen met wandelstokken vol beren uit Bern, wolven uit Andermatt, bergbokken uit Engelberg. Het Vierwoudstedenmeer bood mogelijkheden voor boottochtjes. Château d’Oex was een vluchtoord voor luchtkuren. Het Palace Hotel van Montreux bood een onderkomen voor vlinderverzamelaars en verboden schrijvers. Vera en Vladimir Nabokov hadden er hun vaste stek. Zo slecht kon het daar dus niet zijn. Anders waren ze toch wel meteen teruggekeerd naar Sint-Petersburg, of niet soms ? De Zwitsers zorgden ervoor dat het Rode Kruis uitrukte waar ter wereld er ook maar één druppel bloed vloeide. De Zwitserse vlag is de Rode Kruis-vlag maar omgekeerd. Dat zegt genoeg. Dank zij de Zwitsers zat de wereldbevolking nooit één dag zonder Toblerone met amandelnootjes. In Bazel werden geavanceerde geneesmiddelen ontwikkeld. Wie bij de Crédit Suisse de geheime code van een genummerde rekening uit het hoofd kon opzeggen, zat op rozen. De Belgische bevolking had een bie-zon-de-re band met het Zwitserse volk door de ziekenfondstreinen naar Melchtal. En ook door de tragische slippartij van Leopold III met koningin Astrid, onze gevallen engel uit het noorden. De Zwitsers waren zoals hun horloges, volkomen betrouwbaar. De Nederlander wielrenner Wim Van Est was in de Tour de France eens zevenhonderd meter diep op zijn amandelnoten gestort. Zijn velo zag eruit als een geplooide nagel na een demonstratie van John Massis op ons schoolfeest. Wim Van Est:

Zijn hart stond stil.
Zijn Pontiac tikte nog

Zo loyaal waren de Zwitsers, dat zij alleen de paus mochten beschermen tegen de loge van het Grootoosten. Zij dienden tevens de Heilige Stoel overeind te houden tegenover mil-ie-joe-nen soldaten die tegen het Ijzeren Gordijn aandrumden, klaar om het hele christelijke westen te verpletteren. De Zwitsere Gardes werden geacht met gift van hun eigen leven in hun prachtige uniformen van veertien kilo de Heilige Vader te beschermen tegen diverse duistere satanische krachten die de Civitas Dei van de Heilige kerkvader Augustinus bedreigden. Tegen goddelozen die beweerden dat god niet bestond. Als god al ooit bestaan had in de prehistorie, dan was hij volgens de onchristenen uitgevonden door de rijken en machtigen om de schamelen van geest ongeletterd en arm te houden. Nu was hij hoe dan ook morsdood, God. Ergens tussen Bergamo en Verona doodgeslagen met één slag van de mokerhamer door een zotte filosoof die in Torino een paard omhelsde en zei dat de mens dan maar zelf voor mooie blonde jonge god moest spelen. De Zwitserse koekoek boven mijn hoofd was zich ten volle bewust van al deze verdiensten van zijn volk. Hij presteerde het om eenieder rondom hem straal te negeren en te doen waarvoor hij gemaakt was. Madame Rachel, door kenners bijgenaamd Madame Pijp, plukte een bundeltje blauwe brieven uit haar ‘betalende parkeerzone’, smeet die op mijn desk.

‘Voilà , dolleke ! Catch. Madame Rachel betaalt catch. Altijd.’

Ik mikte mijn leeswijzer halverwege De vanger in het graan, op de pagina waar Holden Caulfield zegt dat hij The Great Gatsby een fantastisch boek vindt en graaide naar het Orderboek Kleine Annoncen. In mijn achteloosheid stootte ik de stempelhouder om met eronder bengelend mooie gravures in Pruisisch blauw spiegelschrift:

‘’LAATSTE VERWITTIGING !’
‘AANGETEKEND !’
‘RAPPEL !’
‘IN GEBREKE STELLING !’
‘SEBIET TE VEREFFENEN !’
‘OVER NAAR DEURWAARDER !’

Brocanteurs waren de beste betalers van aankondigingen in De Wakkere Toeter. Het populaire streekblad ging toen van de toonbank als ovenverse chocoladecroissants. De ware oorsprong van hun spullen bleef gehuld in dichte mist. Kastelen en landhuizen in de heuvels rond de vallei werden ‘s winters vakkundig door hun handlangers geplunderd. Je vroeg je af wie hun rommel kocht. Ze hadden de mond vol over art deco en art nouveau. In werkelijkheid ging het om waardeloze prullen. Een tot antiek verheven wankele houten wastobbe. Een lang verteerde trog. Een tot minibar omgetimmerd verkoperd biervat. Nepkristallen luchters.Beelden van lang vergeten heiligen. Schelpen waarin je de oceaan kon horen. Een glazen bol die je kon doen sneeuwen. Pleisterwerk met de mededeling dat iedereen hier altijd welgekomen is, doch vloek niet want God ziet je. Altijd hadden ze hopen baar geld op zak. Ook de boeren betaalden met direct gereed geld voor de volle vaarzen, jonge geiten, piepkuikens en konijnen die ze kwijt wilden in De Wakker Toeter. Op een dag als deze kwamen ze net als Madame Rachel allemaal bij mij terecht voor een ‘annonceke of vier’. (Vervolgt)

Uit ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

DE NIEUWE RONSENAAR (24)

Hoe schune da Roonse tooch ka zoan

De kerstmarkt is een regelrechte voltreffer. Ronse op zijn best. Een feeëriek verlichte markt. Stijlvol ingerichte kraampjes. Een droom van een boom. Een denderende feesttent. Een uitstekend intiatief van KSK Ronse voetbal en basket. Zang, muziek, kerstverhalen. Sfeer alom. En eindelijk massaal op het rendez-vous : de Ronsenaars. Jong en oud op straat bijeen in de gezellige drukte. Dit is het Ronse waar we tuupe van dromen. Dit is het ware diepe Ronse dat al te lang werd wijsgemaakt dat het allemaal voorbij was. Dit is het Ronse waar we met zijn allen weer naartoe willen. Voor onze kinderen en voor de allerkleinsten die dit weekend al vrolijk meedraaiden op de molen van het volle leven.
Zijn we nu chauvinist? Zijn we te enthousiast voor het normale doen van een Ronsenaar? Neen. Gewoon blij zijn we. Blij dat we onze stad eindelijk terugvinden zoals ze is en altijd was. De mensen weer de straat op. Losjes, ongedwongen, vrolijk.

Dit prachtige initiatief verdient alle lof. Met deze eerste echte Kerstmarkt zet Ronse zich op de kaart van plekjes waar het ook in de donkerste tijd van het jaar goed toeven en genieten is. Deze organisatie verdient het echt om door te groeien tot hèt winterse cadautsies-rendez-vous van alle Ronsenaars. Wat de Bommelsfeesten betekenen voor het nieuwe jaar, wordt deze Kerstmarkt voor de sprong van oud naar nieuw. Iets om jaarlijks naar uit te zien. Misschien kan er voor alle kinderen van Ronse er nog wat ijspret bovenop. Niet iedereen heeft de middelen om een weekje de ski’s aan te binden in Mégève of Dobbiaco. Kosteloze schaatspret voor elk thuisblijvend Ronsies kind ware géén weggegooid belastinggeld. Overwinteren in Ronse wordt aldus genieten van gezelligheid tuupe.

Zijn we te optimist als we beweren dat de Renaixance een feit is? Neen. Wie de ogen opent en de oren spitst, weet dat er weer alom wordt geïnvesteerd. Als burgemeesters van elders - volgens onze info - privatim nu ook al handelspanden komen opkopen in Ronse, wil dat wat zeggen. Het betekent vooral geloof in de toekomst van deze stad. Het betekent vertrouwen in de veerkracht van Ronse. We zullen eruit geraken met zijn allen. Als we ermee ophouden Ronse te reduceren tot een migrantenprobleem en we tegelijk het onveiligheidsgevoel au serieux willen nemen, komen we er samen uit. We zijn tegen de verkettering van welke Ronsese inwoner ook. Maar evengoed zijn we tegen de verkettering van de talrijke Ronsenaars die via hun proteststem de door hen als dusdanig aangevoelde malaise van Ronse hebben willen aanklagen.

Dat protest is goed gehoord. De camera’s hangen er. Vrijheidslievende democraten zullen zich allicht wat onwennig voelen bij deze nieuwe ‘Big Brother is watching you’- toestand. Maar voor de meeste Ronsenaars komen die camera’s (dan vooral de mobiele) als een welgekomen geruststelling dat er aan hun veiligheid gedacht wordt. Is het daarmee allemaal opgelost ? Natuurlijk niet. Wat telt, is dat de sfeer in Ronse duidelijk omslaat ten goede. Geen vreugdevuur der ijdelheden. Geen doorzichtig hoerasfeertje naar verkiezingen toe. Wel een grondige, volgehouden en goed doordachte kentering op vele vlakken tegelijk. Daarop doorgaan.
Tuupe vuir Roonse.