19 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (7.2)

Roman


Hoofdredacteur Jules Cambrai vertegenwoordigde de hogere machten. We waren nitwits, mieren in de ketting van de invloed, insecten hoe dan ook. Jules Cambrai en het Kleine Insectenboek. Wat net nog ontbrak bij zijn bezoekjes was een lichte kniebuiging. Knielen, knielen wij neder voor onze broodheren en hun zetbaas Cambrai.

‘Zij en zij alleen bepalen de lijn van het blad.’
‘Horen jullie mij goed ?’
‘Zij zijn de eigenaars.’
‘Het is hun geld.’
‘Zij beslissen waar we voor staan.’

En hij, Cambrai was geheiligd. Onfeilbaar. Hij was de man van de hogere belangen. Ergens ver van ons. Vaag. Ergens in verdoken partijcenakels. Ergens discreet op kabinetten. Ergens tien hoog in de Wetstraat. Ergens ni vu ni connu. Ergens in besloten ruimtes. Ergens fluisterzacht in dure eethuizen. Ergens zeer luxueus in de pluche van de macht en het geld. Ergens ver van het kleine grut. Ergens veilig verwijderd van de verachtelijke pennenlikkers die door zijn hogere machten in dienst werden gehouden zolang hen dat zinde. Ver van de loonslaafjes die geacht werden naar hun pijpen te dansen. Ergens in ver in totaal afgezonderde buitenverblijven. Ergens anoniem diep in de Ardennen. Poupehan.

Wij schreven voor onze lezers. Zo dachten we toch, met zijn allen. En daar leefden we voor. Het was ons beroep. Het was onze passie. Het was heel ons leven. We voelden ons verbonden met alle schrijvende collega’s ter wereld. We waren samen het voetvolk van de pen.

In werkelijkheid schreven we voor schimmen die over onze schouder meelazen. Spoken die, waar nodig, onze pen vasthielden. Via zetbaas Cambrai. De persvrijheid bleek een illusie. Een jongensdroom voor naiëvelingen. Het ging hen om de macht. Het draaide allemaal om invloed. Wat telde, was subtiele sfeerschepping. Stemmingmakerij in dienst van het hoger belang. Zeer fijngemalen indoctrinering. Mooi verpakte waan van de dag, in glimmende covers. Handig vertolkt evangelie in zogezegd nobele hoogdravende standpunten. Waaruit geciteerd werd op de ochtendradio. Voornaam. Prominent. Toonaangevend.

Niemand van ons treurde om het vertrek van Cambrai. Al wisten we toen nog niet wat er ons verder zoal boven het hoofd hing. Dat het van kwaad tot erger kon aan de top van bladen, zou ik pas in de gaten krijgen na nog een dozijn andere schrijfheren. Telkens weer verwachtte onze redactie beterschap voor het blad. Telkens weer hoopten we op betere tijden. We wachtten steeds weer op een andere hoofdredacteur, een nieuwe schrijfheer. Een echte vakman die ons respect zou afdwingen. Met zijn stielkennis en zijn beroepsbekwaamheid. Niet met dreigementen en machtsmisbruik.

‘Een vakman.’
‘Een mentor.’
‘Een collega vooral.’

Telkens weer werden ons daarbij betere tijden voor het blad beloofd. Er zouden meer middelen worden ingezet.

‘We bestellen nieuwe persen.’
‘Met kleurenmogelijkheden alom.’
‘Het beste op de markt.’
‘Avantgarde opmaaktechnieken.’
‘Wonderbare bijlagemogelijkheden.’
‘Een supersnelle nietjesmachine.’


Met om te beginnen een voortaan feilloze druk.

‘Minder vies.’
‘Minder vettig.’
‘Betere inkt.’
‘Scherpere foto’s’.
‘De nieuwste doorseintechnieken.’
‘Exclusieve copyrights.’
‘The Washington Post.’
‘The New York Times.’
‘Le Monde.’
‘NRC Handelsblad. ’

Er werd een doeltreffende promotie in het vooruitzicht gesteld. Bureau Tertio zou ons eens gaan vertellen wie nu echt die Embargo-lezer was. Het zou ons dra duidelijk worden voor wie we al die tijd zomaar lukraak hadden geschreven.

‘We gaan de lezer helemaal uitkleden.’
‘Jullie gaan hem zien.’
‘Jullie gaan hem voor ogen houden.’

Als de lezer dan helemaal uit de kleren was, bleek ze eigenlijk een Lezeres.

‘Een vrouw van dertig.’
‘Maar wel met kleren aan.’
‘Modieuze kleren.’
‘Ze heeft belangstelling voor societynieuws.’
‘Voor royalty.’
‘Ze leeft voor haar gezin.’
‘Maar ook voor zichzelf.’
‘Voor haar lichaam.’
‘Ze wil genieten.’
‘Alleen.’
‘Met anderen.’
‘Ze reist veel.’
‘Nieuwe bestemmingen.’
‘Rugzaktoerisme.’
‘Op een kemel door de Atlas.’
‘De gouden driehoek van Indië.’
‘Ze gaat stappen op Madeira.’
‘Maar ook thalasso.’
‘En balneo.’

Daar dienden we voortaan rekening mee te houden. Bij alles wat we schreven.

(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.