27 maart 2006

DE SCHRIJFHEREN (9.5)

Roman

De nieuwe koers van hoofdredacteur Vanderweyden ontketende hevige regens boze brieven. Hele stoeten abonnees haakten af. Bij de post stak gebruikt toiletpapier onder de envelop. De lezers van Embargo schakelden massaal over op andere bladen. Belden ons woedend op. Dit was hun blad niet meer. De oplage stortte ineen. Betere adverteerders bleven weg. Megabudgetten werden geschrapt. Er kwamen bizarre zoekertjes voor in de plaats. Tante Tina en haar tieten : kom er volop van genieten. Diana’s Exclusieve WOB-Club : wippen, ontbijten en buiten. Oplagecijfers werden niet meer vrijgegeven. Vanderweyden vond plots dat we met onze verhalen dichter bij huis moesten blijven. In Aalst was een huilende Madonna gesignaleerd. Nog niets van gehoord ? Amateurs !

‘Charlie, daarop af’.

Met een vies plastic lepeltje smeet de man van Aalst scheuten Nescafé in vergeelde koppen. Hij pompte water op, vulde de fluitketel op de Butagasbrander en wachtte tot het pruttelde. Zijn haar zat behoorlijk vet in een paardestaart. Rick Parfitt, Status Quo. De staart werd samengehouden door een speld met erop het gezicht van een Cogetama-Indiaan. Op zijn rechterarm : I love Rock ‘n Roll. Gary Glitter.

‘Ja goe were godverdomme mijn winkel trekt.’

Overdag sliep zijn vrouw, maar ‘s nachts zat ze voor de schouw haar paternoster te lezen in het donker. Dan verscheen voor haar de Heilige Maagd Maria.

‘Volgens mijn wijf houdt Maria niet van rockers. Ik verdien nochtans eerlijk mijn boterham op travaux, zodus daaraan kan het niet liggen. Ik ben wel nen heten bok, misschien is het daarmee.’

Goed dat hij nu vriesvakantie had. Zo kon hij de toestromende gelovigen opvangen. Ze moesten wel met hun poten van zijn hond afblijven, want die zou hun ballen eraf bijten. Lucifer, een Mechelse schaper kermde compleet ingemuild achter tralies op het koertje. Maria had zijn vrouw verteld dat Jezus alle miserie van de wereld op zijn eigen gepakt had, maar dat het geen avance was geweest.

‘Uw eigen gast aan het kruis voor de kloten van de paus ge zoudt voor minder bleiten.’

Hij durfde Suzy Quatro niet meer draaien.

‘Ziet dat ze in die muur iets hangt te fezelen en ik sta met Quattro op max en ik hoor het niet.’

Hij was vader van zeven van wie vier geplaatst waarom moesten we niet vragen of we vlogen sebiet buiten. De man zei dat hij een cassette met kerstliedjes zou proberen om de Maagd in stemming te brengen we moesten dan wel ons muil houden. De herderkes lagen bij nachte. Suzanina. Oh dennenboom oh dennenboom wat zijn uw ballekens toch zo schoon. Er gebeurde niks. Er belde een televisieploeg aan. De schaarse meubelstukken werden aan één kant van de plek gesleurd. Plaats voor de camera. Het licht. Het geluid. De man van Aalst duwde de hele televisieploeg weer buiten. De televisiejournalist vroeg in gebroken Nederlands of hij wel wist met wie hij te maken had. Hij werkte voor het journaal. Helemaal van in Luik kwamen ze, hun tijd was beperkt, ze moesten alles nog verknippen en monteren. De zender zou betalen voor het ongemak, voor wanneer was de volgende verschijning gepland? De man van Aalst wees naar de vochtvlekken op de muur.

‘Hier zie. Hier. En daar. En hier ook. Dat is allemaal nat van haar tranen. Filmeert gij dat maar. Waarom zou mijn wijf daarvoor liegen ?.’

De televisieman zei dat het evengoed van het opstijgend grondvocht kon zijn.

‘Godverdomse walenkloot! Gaat ge hier komen lachen met de properteit van mijn huis ? Het zijn wij die de Walen recht houden, weet ge het ? Mijn wijf ze kan niet liegen.’

We drongen aan om zijn vrouw te zien. De man zei dat ze overdag niet wakker te krijgen was.

‘Ze neemt Valium, Ceresta, Lexotan en Temesta tegen haar zenuwen. Sedert dat Maria hier op onze schouw komt zitten is ze doodsbang voor malheuren. Maria spreekt haar van een nieuwe catastrofe gelijk de beving van Agadir en de dijken van Holland. Maria zegt ook tegen mijn wijf dat ze stillekesaan al genoeg verschenen is overal. In Oostakker en Scherpenheuvel, in Boraing en Bonsecours. Schoon verdeeld in de Vlaanders en de Walen. Nu is ze het echt beu. Ze wil zij terug naar haar jonge tijd toen dat ze nog verliefd was op Jozef en toen ze slaping zochten in Bethlehem, het was haar schoonste voyage. Kent gij iemand die armen en benen maakt van plastic. Zodat de mensen dat hier dan kunnen kopen om haar te bedanken ? Met reclame op voor mijn baas. Bastiaens & Zoon. Alle wegenwerken.’

Tegen de zomer wou hij Affligemsem schenken met pannenkoekenen. Hij wou ook geneeskrachtig pompwater verkopen.

‘Ik heb een pendelaar laten komen. Hij zegt dat er een bron onder de koer zit. In Lourdes zijn ze ook klein begonnen.’

De fotograaf had behalve die natte muur maar weinig beeldmateriaal. We zouden het redden met archieffoto's. Lourdes. Fatima. Volkstoelopen in Brazilië, op de Filippijnen. Vanderweyden wou vier verhalen. Een muur vol tranen. Maagd is verschijningen zelf beu. Maria hield oprecht van Jozef. Hij wou een bijkomend verhaal over de voorspellingen van Nostradamus.

‘Rampen en plagen. Dat werkt altijd, de mensen zijn onzeker. Het klimaat verandert dat het niet normaal is. Een ideaal moment voor verschijningen.’

Dit moesten we dan wel afwisselen met goed nieuws. Muziek. Gezang. Vrolijkheid. Deuntjes. In Dendermonde woonde een coiffeur die een hele liedjesfabriek uit zijn orgelke toverde. Kappersnaam Albert Casaer, artiestennaam Al Casar. Als het ware de Vlaamse Johnny Hoes. Dzonny Goes, zei Vanderweyden. Waar wachtte ik nog op ?

(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.