10 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (6.5)

Roman

‘Ik had hem alles kunnen uitleggen, Jan Van Rompaye.’
‘Ik had hem kunnen helpen voor zijn reportage over de Amoco Cadiz.’
‘De mensen zouden nog nooit zo’n goeie Terloops bekeken hebben.’.’
‘Ik wist alles over de Amoco Cadiz. Waarom het schip gebroken is.’


Tonijn kon de juiste zeeweg aflezen van de sterren als was het een wegenkaart Derouck. Hij speelde met de nieuwste boordinstrumenten zoals een kind met zijn meccano.

‘Mijn leven lang heb ik al die verraderlijke zandbanken weten te omzeilen.’
‘Zelfs de gevaarlijke Golf van Biskaje schrikt mij niet af.’
‘Evenmin de woelige wateren van de Azoren.’

Noch de mistbanken van de Noordzee, noch de vervaarlijke stormen van de Ierse Zee hadden hem ooit echt doen terugdeinzen.

Nooit was hij ook maar één keer echt in moeilijkheden geraakt. Nodeloze risico’s waren aan hem niet besteed.

‘Stoere taal spreek je aan wal.’
‘Op zee buig je het hoofd.’
‘Deemoedig eerbiedig je Gods wondere elementen.’

Als Fons Oerlemans de oceanen wou tergen op een armzalig vlot of in een idiote fles, dan was dat zijn probleem. Op hem maakte het weinig indruk. Stuntwerk voor de gazetten. Met ware zeemanskunst had dat weinig te maken.

‘Oerlemans is een avonturier.’
‘Zoals de zotte Thor Heyerdahl.’
‘Of Alain Bombard.’
‘Avonturiers tarten de codes.’
‘Ze verdwijnen op een dag met toeters en bellen achter de horizon.’
‘Soms voor altijd. Dat moeten ze dan zelf maar weten.’
‘Een echte zeiler respecteert de zee.’
‘Hij kiest het zeegat. Hij gaat snel. Of hij gaat traag.’
‘Nooit vergeet hij dat de zee als laatste beslist wat er te gebeuren staat.’
‘Man, man, man. Golven zo hoog als de Empire State Building.’
‘Die heb ik getrotseerd. Dan weet je het wel.’

Altijd al was Thomas Tonijn na een weekje varen weer fier de haven van Nieuwpoort binnengevaren. Nog mooi op tijd voor het gezellige etentje met de vrienden in de havenclub. Oude zeeratten. Oude verhalen. Oude vriendschappen. Oude vetes.

Die keer hadden ze echter op hem gewacht. Lang. Te lang naar hun zin. Dan waren ze met zijn allen naar hem gaan zoeken. Met hun prachtige zeilboten. Met de makkers van de kustwacht. Met de helikopters van Koksijde. Ze hadden gewacht op hun goede vriend Thomas. Ze waren blijven wachten. Ze hadden gewacht, gewaakt, gezocht, gewacht. Toen was de eerste twijfel gerezen.

‘Ofwel is hij…’
‘Alles komt goed zeg ik je.’
‘Er rest ons nog…’
‘Het begint lang te duren.’

De andere, ultieme mogelijkheid werd voor het eerst geopperd door de oudste van de club. Die had ook al zoveel had gezien, gehoord, meegemaakt dat niemand hem nog durfde tegenspreken. Bovendien hield hij de centen bij van de amicale. Hij droeg bijgevolg het hoogste gezag van hun vriendenclub. Hij was de man met hun geld dus de meest betrouwbare want onder zeerovers. Zonder hem, zonder zijn zekerheden, zijn alomtegenwoordigheid, zijn gezond vissersverstand, zijn zeilersverleden zou hun kliekje snel gaan uiteendrijven als algen in de golven. Hij, de oudste onder hen, gaf het eerste teken van ongerustheid. Hij, hun vuurtoren in de branding, smeet de vertwijfeling als een boei in die groep stoere zeemansvrienden.

‘De zee geeft, de zee neemt.’
‘Dat is zo voor iedereen.’
‘Ook voor Tonijn.’

Hun gespeeld zelfvertrouwen werd van dan af uur na uur steeds verder aangevreten door de verlammende angst. Zoals de kleine mosselen op de golbreker, werden hun verweerde zeemansharten overspoeld door de kolkende golven van de verbijstering.

‘Niemand staat daar boven.’
‘De zee gaat spreken.’
‘Zij gaat het ons vertellen.’
‘Morgen kan het ons overkomen.’
‘Het zijn er al zovelen de laatste tijd’
‘Een brand…’
‘Dat zouden we al geweten hebben.’
‘Een fugue…’
‘Niet beginnen zeveren.’
‘De midlife crisis…’
‘Daar is hij te oud voor.’
‘Daarbij, dan vinden ze hem nog wel.’
‘Waar dan ook ter wereld.’
‘Een boot verdwijnt zo maar niet.’
‘Tenzij in de dieperik.’
‘Een hartinfarct.’
‘Een hersenbloeding.’
‘Daarmee is zijn boot nog niet van de zeespiegel.’
‘En als hij nu eens overvaren is ?’
‘Door zo’n Japans containermonster.’
‘Door een olietanker uit Noorwegen.’
‘Die mannen kijken naar niets of niemand.’
‘Stoppen niet eens.’
‘Ze stoppen nooit.’
‘Time is money.’
‘Voorrang van rechts, vergeet het.’
‘Die varen je zo van de aardbol.’
‘Weg, de dieperik in.’

De redactie van Embargo volgde de resultaten van de opsporingen op de voet. Het leverde niks op. Er heerste grote drukte op het water. Maar er was geen teken van Tonijn.

‘Geen rubberboot te bespeuren.’
‘Er zijn geen vuurpijlen gezien of gesignaleerd.’
‘Geen verdacht wrakhout.’
‘Geen message in a bottle.’

Tonijn was weg. Hij was verdwenen. Verschwunden. Gone with the wind. Porté disparu. Opsporing verzocht. Hij bleef weg. De opzoekingen werden gestaakt. Zeer tegen de zin van zijn familie. Invloedrijke vrienden van hem slaagden erin het zoekwerk tegen de procedure in uitzonderlijk met vierentwintig uren te verlengen. Vruchteloos. Zijn Penduick was vermoedelijk vergaan. Met man en muis. Tonijn was verdronken. Eerst klonk het nog als een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Daarna werd het een quasi zekerheid. Niemand had hem opgevist. Ook niet in Reykjavik, de Labrador Zee, De Hudson Baai , de Faroëreilanden, Hampton Bay, Hyannis Port, Cape Cod, de golfclub van Saint-Maxime. Nergens was hij aangespoeld. Buitenlandse Zaken had het nagetrokken. Niemand had een wrak gezien. Strandjutters vonden alleen de gebruikelijke rotzooi : een lege fles Dreft, slierten folie, een frisbee van Embargo, een gehavende Donald Duck. De redactie maakte werk van een speciaal afscheidsnummer.

Dood van een Waterman.
Vlaanderen zonder Tonijn


Zijn opgepoetst curriculum. Telg van een welstellende familie.

‘Harde werker.’
‘Van stagiair tot perspatron.’
‘Een zeldzaam succesverhaal.’

Getuigenissen. Afgelikt in memoriam van een professor emeritus. Eresaluut van de Hofmaarschalk. Herinneringen van een topbankier. Anekdote van een financier. Een heel nummer gewijd aan Tonijn. Zijn leven. Zijn werken. Zijn passie voor de zee.

De gevaren van de zeilsport.
Hoe onveilig wordt het Kanaal ?
Hoe zit het met de zeilcursussen?
Verkeerschaos op zee.
Grote olieroutes in Europa.
Zandbanken: onderwaterkillers.
De gevaren van enkelwandige tankers.
Jan Van Rompaye : de ramp met de Amoco Cadiz.
Wat met de kantelrisico’s van Ferries ?
Onze redacteur vaart mee met de Herald of Free Enterprise.

Voor de continuïteit op de redactie van Embargo was er inderhaast een Redactiecomité opgericht door de anciens. Bij algemene goedkeuring stond het onder de voorlopige leiding van de oudste redacteur in dienst. Een overjaarse existentialist in zwarte rolkraag. Een gezellige kerel die ons al twintig keren verteld had hoe hij Juliette Gréco nog had gekust in de Tabou, een kelderclub in Saint-Germain des Prés.

‘Een french kiss, vrienden.’
‘Ge ziet dat van hier.’

Hij dweepte met Jean-Paul Sartre, Albert Camus en Boris Vian.

‘De zin van het leven is de zin die we er zelf aan geven. ’

We zouden verder wel zien wie de uitgever zou aanduiden als opvolger voor Tonijn. Eerst moest er verder gewerkt worden. Even leek Embargo als een losgeslagen Penduick zonder roerganger. Volop de wind in de zeilen maar geen richting. De wind van de dood.

(Vervolgt)

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

08 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (6.4)

Roman.

‘s Anderendaags bezoeken we Het Louvre. Ik vind al die schilderijen vervelend, wat hebt ge daar nu aan? Ik moet grootvader beloven dat ik zoiets stoms nooit meer zeg.

‘Kunst is de taal van uw ziel!’

Op de Champs Elysées koopt mama een flacon Eau de Rochas.

‘Aan Chanel geef ik mijn geld niet, ge betaalt de naam.’
‘Rochas blijft ook goed hangen.’

Zie dat ze u voor een cocotte pakken, lacht grootvader. Een cocotte minute is een vrouw die zichzelf verkoopt voor een paar minuutjes. Mama ziet een mooie sacoche.

‘Wie kan er zoiets betalen ?’

Oliesjeiks, zegt grootvader.

‘Voor de vrouwen van hun harem.’

Een harem is een hele nest gesluierde vrouwen die op de sjeik wachten en om beurten met hem eens mogen. Wat mogen ze? Dat is iets voor later, zegt grootvader. Mama bestelt een koffie verkeerd, grootvader Kanterbrau, mijn broer milkshake fraise, ik Diabolo menthe. De garçon lacht ons uit omdat we Belgen zijn, hij hoort het.

‘Pardon monsieur nous sommes Flamands, nuance importante.’

Voor de garçon is het allemaal gelijk. Zelf komt hij van de Lot et Garonne. Rocamadour is echt de moeite. En als hij mag ontvangen zijn service zit erop. Vanavond keren we terug naar huis. Grootvader ziet er al naar uit : maandag bezoekt hij met de gepensioneerden de mergelgroeven van Zichen-Sussen-Bolder. De Fransen liggen toch ferm achter sedert de oorlog.

‘Ge moet hun chiottes zien. Als ge daarop uw grote moet doen, zijt ge gezien.’

Mama ziet een sjaaltje van Balmain voor niet al teveel.

‘Voor bij mijn tailleur in de pied-de-poile.’

We zijn op het goede moment voor affairekes.

‘Al de Parisiens zitten nu in Bretagne.’

Zelf wil ze ook nog een keer naar Bretagne. Maar eerst de Vogezen, zegt grootvader. We keren nog eens terug naar de Jardin du Luxembourg. Grootvader wil de Franse senaat bezoeken. Geen denken aan, zegt mama. We huren ook geen zeilbootjes meer. Dat is allemaal attrape-touriste zegt grootvader. Hij betaalt ons een crème glace met Chantilly.

Op de terugweg naar huis moet ik kotsen aan de kant van de Route Nationale. Mama wou mij deze keer geen Paranausine geven, anders zou ik niks meedragen van de mooie terugreis. Nog vier weken vakantie. Maandag ga op Kwaremont patatten rapen bij Patatten Pieters. Grootvader wil nog eens stoppen aan het kasteel van Enghien. Gij weet ook van geen ophouden als we voyageren, zegt mama. Grootvader legt zijn hand op mijn schouder en schenkt me zijn mooiste glimlach. Sommigen zijn dood, maar vroeg of laat zien wij ze terug, zegt hij.

‘Uw papa en uw bobonne zien ons hier zitten, zijt dat zeker.’

(Vervolgt).

Uit ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

07 februari 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (50)

Exclusief : Het ene Belang is het andere niet

Joost Hijsselinckx komt op met eigen lijst: ‘Het Belang van Ronse’


‘Onze schitterende stad leeft in elk van ons en in het hart van de Ronsenaars.
Ik meen er te mogen van uitgaan dat wij allen meewerken om onze stad de toekomst- mogelijkheden te bieden die zij verdient. Ik ben van oordeel dat de fractie waartoe ik behoorde onvoldoende constructief met een positieve ingesteldheid het belang van de stad Ronse en de Ronsenaars behartigde. Het is mijn opzet met een goed werkende ploeg te streven naar een leefbaar en Vlaams Ronse. Ik heb ervoor gekozen om vanaf vandaag dit ideaal op een ongebonden en democratische manier na te streven en daarbij de nadruk te leggen op de mogelijke oplossingen.Daarom dat ik de beslissing heb genomen om als onafhankelijk lid deel uit te maken van de gemeenteraad.’


Tot zover de verklaring die Joost Hijsselinckx, ex-Vlaams Belang-kopstuk van Ronse, gisterenavond richtte tot het college van burgemeester en schepenen en zijn collega’s gemeenteraadsleden.


Geen lijst Vlaams Belang ?

Uit deze verklaring, zoals uit vele eerdere stellingnamen van Hijsselinckx blijkt vooral een grote bekommernis om de toekomst van Ronse en een diepe Ronsese betrokkenheid.

Hijsselinckx voornaamste betrachting is de aantrekkingskracht van Ronse versterken met een stevige trigger maar ook op alle mogelijke manieren. Tegelijk wil hij een ronduit Vlaamse identiteit voor Ronse. Het onveiligheidsgevoel en de malaise van Ronsenaars rond de migranten wil hij op een constructieve, positieve en vooral democratisch haalbare manier helpen wegnemen. Zo is gebleken uit een lang verhelderend gesprek dat we met hem hadden.

Het werd gaandeweg steeds duidelijker dat die betrachting botste met de politieke ambities van Erik Tack op het nationale vlak. Opmerkelijk in de breuk tussen Joost Hijsselinckx en Erik Tack is de aanwijzing van Hijsselinckx dat Het Vlaams Belang wel eens helemaal niet zou kunnen opkomen in Ronse. Volgens prognoses gebaseerd op eerdere uitslagen rekent het Vlaams Belang op zo’n 9 à 10 zetels. Tack zelf zou gewagen van 11. Volgens de partijnormen is het dan noodzakelijk dat het Belang daartoe kan uitpakken met minstens 23 kandidaten (op een totaal van 27 voor een volledige lijst).
Op dit moment zou die lijst echter niet verder geraken dan zo’n 13 à 14 Ronsenaars die bereid zouden zijn zich achter de alleenheerschappij van Tack nog te willen riskeren. Bovendien blijkt in Ronse na een stoet van ontslagen van enige gestructureerde bestuurswerking geen sprake meer. Iets waarop de nationale bestuursinstanties alleen maar met lede ogen kunnen toezien.


Eigen Belang eerst?

Dat het Vlaams Belang in Ronse niet zou opkomen bij gebrek aan een haalbare lijst is niet zo heel ongewoon. Ook in Oudenaarde, Geraardsbergen en Zottegem zou het Vlaams Belang geen lijst indienen. Tack heeft de jongste tijd duidelijk alles gezet op zijn nationale carrière. Het zijn niet bepaald zijn - karige - interpellaties van Inge Vervotte over kankeronderzoek die Ronse beterschap brengen. Hij blijkt voor die vetbezoldigde keuze nu de prijs te betalen in eigen kring: in Ronse. Steeds meer wordt hij door Ronsenaars gezien als de zoveelste Ronsese politicus die nationale kansen krijgt maar dan voor zichzelf kiest in plaats van voor zijn kiezers.

Belangeloos in Het Belang van Ronse

Wie van zijn kant wél nog zeker opkomt met een lijst is Joost Hijsselinkx zelf. Hij zal dat doen onder de naam ‘Het Belang van Ronse’ De verklaring hierboven dient dus vooral te worden gelezen als uitgangspunt voor deze nieuwe lijst.
Zoals we het hier eerder al vaker openlijk schreven was De Nieuwe Ronsenaar het lang niet altijd eens met bepaalde opties die Hijsselinckx voor Ronse als kopstuk van Het Vlaams Belang al dan niet unisono met Tack verkondigde. Wel kan aan één ding niet getwijfeld worden : de man toont een oprechte belangeloze betrokkenheid voor Ronse. Vandaag zet hij zich alvast op zijn manier voluit mee op de trein naar de Renaixance, tuupe vuir Ronse. We zullen zijn interessant parcours en zijn moedige stap voor een beter Ronse zorgvuldig en met volle aandacht blijven volgen.

06 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (6.3)

Roman

‘Misschien neem ik jullie eens een weekend mee naar Guernessey’, zei Tonijn.

De kunstredactrice keek op met een blik van my god met zijn allen op zijn schuit. Zijn ultiem pronkstuk werd echter de opvolger van de Hyannis Port One : een snelle catamaran die hij Penduick IV had gedoopt en speciaal had laten bouwen in Le Havre.

‘Onder supervisie van Eric Tabarly die de echte Penduick wereldroem schonk.’

Tonijn had Tabarly naar Nieuwpoort laten overvliegen per Alouette, voor de zeedoop.

‘Al mijn vrienden waren daar’
‘Staf Versluys en of course mijn vriend Jacques Rogge.’

De verraderlijke zandbanken rond de Westhinder hadden voor Tonijn geen geheimen meer. Hij kende alle vaargeulen uit het hoofd. Soms tekende hij ze ons voor op de redactie. Het staatsblad en de parlementaire handelingen werden dan prompt opzij geschoven. Wat moest je toch met die rommel? Na de ramp met de olietanker Amoco Cadiz legde hij ons uit welke foute maneuvers tot onomkeerbare situaties leiden en hoe lang je in koel water kan overleven, een paar minuten.

‘Het mag ons nooit doen vergeten dat het kleinste zeilbootje de stoutste dromen kleurt.’

*

Zeilbootjes. Langs het bos van Chantilly zijn we met zijn allen Parijs binnen gereden. Mama heeft me een halve Paranausine gegeven. Als ik Paranausine krijg moet ik niet kotsen want dan slaap ik. In Saint-Denis staan de gevels vol pikzwarte slogans.

L’OAS TUE !
VIVE SALAN !
FLN VAINCRA!

Grootvader zegt dat de Fransen Algerije niet lang meer gaan houden.

‘Dat is hetzelfde als de Kongo bij ons.’

Mama wil vanavond Pierre Doris zien in de Mogador. Grootvader wil mij de Jardin du Luxembourg tonen. Op de vijvers daar drijven honderden zeilbootjes. Je kan ze huren en dan het water op sturen. Grootvader huurt een witte middelgrote voor mijn broer. Een rode middelgrote voor mij.

‘De grote duwen al de kleintjes weg.’
‘Zo gaat dat in ‘t leven altijd.’
‘Middelgroot is ideaal.’
‘Altijd de gulden middenweg bewandelen.’

Mama herhaalt voor de vierde keer dat Parijs de schoonste stad ter wereld is. Al zou zij ook graag eens naar New York gaan.

‘Met de Queen Mary.’
‘Dat zal er ook wel niet meer van komen.’
‘Hoe langer ge leeft, hoe meer dromen ge kunt vergeten.’

Op de Eiffeltoren zegt grootvader dat ik zoiets nooit zal vergeten. Op de butte de Montmartre koopt mama een aquarel voor geen geld.

‘Voor in ons tussenplaatske.’

Op Pigalle is er volgens grootvader toch niks interessants te zien.

‘We komen naar Parijs voor het propere en het schone.’

Pigalle hoort daar volgens hem niet bij. Ik slaap als een roos. Onze hotelkamer geeft uit op de Place des Vosges. ‘s Morgens zijn er croissants met warme chocolade. Grootvader heeft L’Equipe gekocht. Hij voelt zich als herboren, zegt hij. Gisteravond zag hij er nog meer dan honderd uit.

‘Als het op eten aankomt zijn, zelfs de kleinste dingen hier gesoigneerd.’

Place des Vosges.

‘Dat is hier geen kattepis.’
‘De rekening zal ook gepeperd zijn.’
‘We leven maar een keer.’

Naar de Vogezen wil grootvader ook nog eens met ons.

‘Meer bepaald naar Saint-Honorin.’

Hij is daar ooit nog geweest met bobonne.

‘Voor dat ze haar twee benen hebben afgezet van de suiker.’

(Vervolgt).

Uit ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

05 februari 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (49)

WAT U ELDERS NOOIT LEEST OVER RONSE

Het andere Ronse : een kijk achter de dooddoeners en cliché’s.

Hieronder publiceren we, met de welwillende toestemming van de auteur, enkele uittreksels van een grondig en biezonder knap werkstuk dat onze collega Rony Boonen vandaag publiceert over Ronse in www.blokwatch.be.


Luc Dupont : « Het Vlaams Belang vertelt volslagen onzin. »

Burgemeester Luc Dupont : ‘Het beeld dat van Ronse opgehangen wordt door het VB klopt aan geen kanten. Wanneer we een balans opmaken van het beleid zoals het de jongste 5 jaar is gevoerd, kan ik alleen maar vaststellen dat er enorme inspanningen zijn gebeurd door alle gemeenteraadsleden. Op alle vlakken. Bij het aantreden van deze coalitie, kregen we al een zware erfenis te verwerken. Er waren problemen bij de brandweer, het ziekenhuis en zowat alle straten lagen open door de werken van Aquafin. Kortom, we hadden een boel werk te realiseren en vandaag 5 jaar later kunnen we alleen vaststellen dat we zeer ernstig werk hebben geleverd.

Het VB heeft het over ‘Ronse-aan-de-Molenbeek' in vergelijking met Sint- Jans-Molenbeek, wat klopt daarvan?

Luc Dupont: ‘Zij (het VB) zijn echt niet te schatten. Ik kan je alleen verzekeren dat de criminaliteitscijfers zeer geruststellend zijn. Meer nog, de cijfers dalen ieder jaar. De politie is hervormd en we hebben camera’s geïnstalleerd op de Grote Markt omdat dit zowat het uitgangscentrum is van Ronse. Voor het VB is enkel de aanwezigheid van allochtonen al een stijging van de criminaliteit. Overlast en de zogenaamde criminaliteit zijn een zeer subjectief gegeven. Ik ben me bewust van bepaalde moeilijkheden, maar daarvoor hebben we ook een integratie-ambtenaar aangesteld. Het overleg met de allochtonen is zeer positief. En de zogenaamde problemen die het VB voorop stelt, moeten we zeer sterk relativeren. Maar het VB werkt nergens mee en is voortdurend negatief.'

Volgens het VB werden de faciliteiten in geen tijd een geduchte verfransingsmachine: “De faciliteiten worden door de Franstaligen misbruikt om zich niet te integreren en werken bovendien als een magneet op de Franstalige allochtonen.”

Luc Dupont: ‘Persoonlijk wil ik die faciliteiten liever kwijt. Maar het VB vertelt volslagen onzin. Je moet een duidelijk onderscheid maken tussen het kennen van de twee talen in onze gemeente en de tweetaligheid. Ronse is géén tweetalige stad, er zijn enkel faciliteiten. Er is een periode geweest zo’n 40 jaar geleden dat het Frans nog een dominante rol speelde in bepaalde kringen. Vandaag is dat een minderheid en hun kinderen volgen Nederlandstalig onderwijs. Zoals de kinderen van de meeste immigranten. Maar door de faciliteiten zijn we verplicht ook Franstalig basisonderwijs in stand te houden. En daar zitten inderdaad ook nog kinderen van immigranten.’

Op het gebied van de huisvesting zijn enorme inspanningen gedaan. De leegstand in bepaalde woonwijken wordt systematisch weggewerkt. Men streeft er naar om over te schakelen van sociale huurwoningen naar sociale koopwoningen.

Burgemeester Luc Dupont: ‘Faciliteiten, leegstand, huisvesting, werkloosheid. Het VB heeft enkel kritiek, kan alleen afbreken, stelt nooit enig alternatief of oplossing voor. Ze zijn met zes gekozenen, waarvan er al vier ontslag hebben gegeven, deels omdat ze het ook met het VB niet konden vinden.’

Is er een kans dat de CD&V met het VB een coalitie zou vormen in Ronse?

Luc Dupont: : ‘Met mensen die voor 200% haaks staan op de werking van de democratische partijen is daar helemaal geen sprake van. De CD&V zegt in elk geval: njet! Ik kan me gewoon niet voorstellen dat het VB bestuursverantwoordelijkheid zou nemen. Laat staan kunnen… Zij voeren een nationaal discours in Ronse, zeker geen gemeentelijke opbouw. Bijvoorbeeld: de ganse begroting van de stad is goedgekeurd zonder één enkele opmerking van het VB. Laten we er verder geen woorden aan verspillen…

VLD-TOP RONSE : « Een coalitie met het VB? No way!

De VLD-woordvoerders Jonny Verledens (politiek secretaris) en Frans Vandenbossche (voorzitter) blikken niet alleen terug op een positieve samenwerking, maar kijken ook al uit naar de toekomst.

Jonny Verledens: ‘Er zijn met deze coalitie massa’s gezonde initiatieven genomen. Er werden zware investeringen gedaan voor de realisatie van het sportcomplex, het vernieuwen van het stadscentrum etc. Verder zijn er nog andere degelijke iniatieven gestart, zoals het groot cultureel centrumcomplex en de uitbouw van De Kloef, het grootste stadsvernieuwingsproject, gelegen in wat het nieuwe centrum van de stad moet worden. Dit project is 11 ha groot. Voorziet in een groenzone maar ook in alleenstaande gezinswoningen, rijwoningen en een aantal sociale koopwoningen.’

Frans Vandenbossche: 'Om de heropleving van onze stad te stimuleren werd een Handelspandenfonds opgezet. Personen die in de stad een nieuw handelspand inrichten, komen in aanmerking voor een aanzienlijke subsidie van de stad. Ook werd er voor nieuwe KMO’s een gunstig fiscaal regime voorzien. Al deze projecten kunnen onze stad alleen maar aantrekkelijker maken.’

Of er binnen de VLD mensen zijn die dromen van een samengaan met het VB?

Politiek secretaris Verledens is daar vrij duidelijk in en Frans Vandenbossche bevestigt: Binnen hun partijbestuur (VLD) werd rondvraag gedaan over dit heikel punt. 90% sprak zich resoluut uit tegen samenwerking met het VB. 'No Way', zo drukt Jonny Verledens ons op het hart.

Pol Kerckhove : « Op sociaal vlak hoor je het VB nooit. »

Op naar de voorzitter van het OCMW, Pol Kerckhove (SP.A).

Pol Kerckhove: ‘Ronse is een ideale voedingsbodem voor het VB. Er zijn 15% allochtonen en er zijn de faciliteiten voor de Franstaligen. Vroeger was 25% van de bevolking Franstalig en die maakte deel uit van bourgeoisie. Vandaag zijn de Franstaligen vooral immigranten, die voor 60% deel uitmaken van ons cliënteel. De eerste golf vreemdelingen is hier aangespoeld in de jaren 1960 toen de textiel nog een enorme bloei kende. De tweede golf is er gekomen in de jaren 1980. In Brussel zijn de huren van de huizen toen enorm gestegen, waardoor velen uitweken naar de goedkopere huurwoningen in deze stad. Ronse is een provinciestad met een grootstedelijk probleem. Deze coalitie heeft zeer goed samengewerkt. Naast de vele projecten hebben we ook het openbaar vervoer gratis gemaakt en werd een nieuw stadsnet met busjes opgezet. Het cultureel centrum De Brouwerij werd opgestart met een nieuw subsidiereglement: initiatieven worden beloond.
Op het vlak van het OCMW hebben we de elektriciteitskaart (energiebudgetmeter) ingevoerd. Een succes en het vermijdt onbetaalbare facturen en schulden. We hebben oude huizen opgekocht en via alternatieve tewerkstelling laten opknappen en inrichten. Op die manier konden langdurig werklozen opnieuw aan de slag en werkervaring opdoen. Wij starten in september met een buitenschoolse kinderopvang. Wij hebben ook het Dienstencentrum De Hoge Winden en de wijkwerking op volle toeren laten draaien. In het rusthuis willen we een compleet nieuwe leefruimte realiseren, waar de klemtoon vooral zal liggen op de huiselijke gezelligheid en waar de oudjes allerhande activiteiten kunnen doen.

Is het VB in Ronse de enige partij in de oppositie?

Pol Kerckhove : ‘Dat is zo. En het is de rol van de oppositie om kritiek te geven op het beleid. Ze zitten er met zijn zessen, maar enkel Erik Tack (huisarts, gemeenteraadslid en parlementair) en Joost Hysselinckx zijn de enigen die het al zes jaar volhouden. (Joost Hysselinckx gaf er vrijdag op zijn beurt de brui aan,zie vorige edities-DNR.) De andere vier gekozenen zijn al gewisseld. Op sociaal en economisch vlak hoor je ze nooit. Zelfs bij het bespreken van de begroting, dé kluif voor een degelijke oppositie, hoor je ze nooit. In hun geschriften geven ze totaal verkeerde informatie en veel kritiek, maar nooit zelf een oplossing. Anderzijds beschikken ze blijkbaar over veel informanten, infiltranten in de politie en brandweer. Als er ergens wat misloopt, zijn ze als het ware al ter plaatse, weten ze het uit eerste hand. Maar oplossingen zullen er pas zijn in een 'onafhankelijk Vlaanderen'..."

Peter Nachtegaele (Groen !): « Echt oppostie voert het VB
niet. »


Groen! of het vroegere Agalev haalde vorige keer net geen zetel. Huidige voorzitter Peter Nachtegaele heeft er wel zin in. Samen met de SP.A hoopt Groen! een progressief front te vormen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen.

Peter Nachtegaele: “Er is zeer veel vernieuwing gebeurd binnen de stad en er is ook veel gedaan naar de integratie toe. Ronse telt 42 nationaliteiten en met de werkloosheid die er nog heerst, speelt dat uiteraard in de kaart van het VB. Ronse is altijd een arbeidersstad geweest. En een economische groei is uitgebleven, waardoor veel mensen uit ongenoegen voor het VB stemmen. Zo zijn ook de faciliteiten een stokpaardje van het VB, maar weinigen in Ronse merken daar iets van. De faciliteiten zijn echt géén probleem.

Wat denkt Groen! van de huidige gemeenteraad?

Peter Nachtergaele: Een coalitie van drie partijen is als een verplicht huwelijk! Gevolg: heel wat dingen die op de gemeenteraad moeten besproken worden, zijn al geregeld binnen het schepencollege. Echte oppositie van het VB is er ook niet. Ik vermoed dat naar de toekomst toe vooral de SP.A zich opnieuw zal profileren voor een nieuw burgemeesterschap. Binnen de CD&V krijgt de huidige burgemeester af te rekenen met enige concurrentie. Maar ook de VLD wil een belangrijkere rol gaan spelen in de toekomst. Mijn grootste nachtmerrie is dat het VB er alles zal aan doen om aan de macht te komen. Ze zullen de andere partijen de beste posten gunnen om toch maar aan de macht te kunnen komen. Ik vrees dat het cordon sanitaire niet zal standhouden. Hopelijk, niet in Ronse, maar ik vrees wel in andere gemeenten. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat het VB ooit zal achteruit gaan, maar wanneer? Ik merk een zeer grote desinteresse bij de mensen omtrent het politieke gebeuren. Anderzijds heeft Groen! geen traditie in Ronse en ik merk dat veel belangengroepen zich gedragen als echte shoppers in de politiek, om toch maar hun voordeel te halen. Bij wie dat ook mag zijn. Vandaag durven mensen te zeggen dat ze op het VB stemmen, ook mensen met een universitaire opleiding. En dat kan ik dus niet snappen. Alles moet in de politiek ook binnen de 24 uur opgelost zijn. Mensen kunnen niet meer wachten. Ik vergelijk het altijd met een schip dat lek is: iedereen wil direct het lek stoppen, maar men vraagt zich niet meer af waar het naartoe vaart…”

Met dank aan : Rony Boonen en Blokwatch.
Het volledige verhaal : op www.blokwatch.be.

EGOSTRIP (60)

Het werk van Frank Derie (° Gent, 1946) obsedeert me en voert me naar de rand van het rationele. Met zijn vermaledijde penseel boort Derie tot in mijn diepste ik. Genadeloos streelt hij er het onzegbare. Straks twintig jaar al wil ik het ultieme werk dat-niet-bestaat van hem in huis. Het object van dat verlangen zit echter in mijn hoofd, beroert mijn hart. Vele malen heb ik ervan gedroomd. Vele malen heb ik het gezien. Ik ken er de kleuren van. De warmte. De charme. De dimensie. Ik ken tot de plek toe waar de Frank Derie van mijn verbeelding hoort te vertoeven. Alleen, het hangt er niet.

Naar elke tentoonstelling van Frank trek ik met de vrees dat hij ‘het’ ondertussen misschien is kwijtgeraakt. De drive. De kunst. De emotie. Schaamteloos beschaam ik aldus het vertrouwen in de groei en bloei van de bijzondere artiest genaamd Frank Derie. Ik maak mezelf wijs dat ik me al die tijd misschien vooral heb laten charmeren door de zo warme, hartelijke en sterke persoon achter het werk. Dat ik in het geval van Frank Derie gewoon wat te dicht in de buurt van de kunstenaar zelf ben verzeild geraakt om voortaan nog puur zuiver objectief van zijn werk te kunnen houden, omwille van het werk zelf. Dat we misschien te close zijn geworden. Hij de schilder, ik de schrijvelaar.

Vergeet het, integendeel. De obsessie bloeit. Telkens weer opnieuw wordt ze nog wat meer opgezweept door weer nieuw werk. Alsof hij mijn verwondering, mijn bewondering wil bestraffen met een steeds hernieuwde Tantaluskwelling. Frank Derie schildert nu eenmaal de wereld die in mijn schrijfdrift perfect samenvalt met al het goede, het ware en het schone wat ik van het bestaan verwacht. Derie schildert wat ik noch zeggen wil, noch schrijven kan. Derie schildert een wereld die alleen bestaat voor mensen die praten in kleuren en kijken met het hart. Derie schildert pure passie, tijdloze tederheid, verrukkelijke verwondering.

De jongste jaren begin ik nogal filosofisch aan te kijken tegen de tergende afwezigheid van de Derie mijner dromen in huis. Een beetje zoals voor rondreizend zigeunervolk uiteindelijk het reizen zelf meer telt dan de bestemming. Misschien is dàt wel mijn droom op zijn mooist. Altijd blijven verlangen naar nieuw werk van Derie. Om te zien in hoeverre de droom telkens weer hernieuwd wordt. Dit hele verhaal van mijn droom duwt me met de neus op de vraag waarom ? Waarom wil ik precies dat ultieme werk van Derie? Wat is dat toch, wat me zo boeit ? Wat is het dat me aantrekt, charmeert ? Ik heb het me afgevraagd. Zoals ik me heb afgevraagd waarom Derie werk schildert dat de tijd trotseren zal.


Het antwoord vind ik bij dode schilders die ik bijna jaarlijks ga bewonderen in een klein zuiders kerkje aan de havenkant, omgebouwd tot ‘Musée de l’ Annonciade.’ Daar, in de zon aan de zee weet ik wie de ware companen zijn van Frank Derie. Maurice De Vlaminck. Bekijk zijn ‘Circus’ (Galerie Beyeler, Basel), zijn ‘Huizen en bomen’ (Metropolitan, New York), zijn ‘Bougival’ (Musée d’Orsay, Parijs). Henri Matisse. Vergelijk werk van Frank met zijn ‘Open venster in Collioure’ (John Hay Whitney Collection, New York). Kees van Dongen. Zie zijn ‘Zigeunerin’ (Musée de l’Annonciade, St.Tropez).

Daar hoort werk te hangen van de gelukkig nog levende grote Vlaamse fauvist genaamd Frank Derie. Dat werk ga ik er dan stiekem wegpikken. En ik hang het lekker mooi op, aan de lichtkant in mijn huisje. En met dat werk, dat alleen in zijn en mijn verbeelding bestaat, begin ik dan elke nieuwe schrijfdag die me nog rest. Ben ik eindelijk van mijn obsessie in kleuren af.


Ingekort, uit het pas verschenen kunstboek: ‘Frank Derie’. Copyright Phoenix Projects-Beukenhof & Stef Vancaeneghem. Het boek bevat 144 pagina’s gebonden in vollinnen band met 120 kleurenillustraties van de kunstenaar is bestelbaar via info@beukenhof.com (055. 38 83 87).
Nieuw werk van Frank Derie is nu te zien in Galleries Beukenhof.