24 februari 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (57)

Van rode trekkers en groene duwers

SP.A EN GROEN! : TUUPE VUIR RONSE.


Het zat er al een tijd aan te komen, maar nu is het zover. Zoals we het hier al een paar keren eerder als eersten meldden, trekken de socialisten en de groenen van Ronse wel degelijk samen naar de verkiezingen. Er is een kartelovereenkomst voor zes jaar.
De overeenkomst, die vlot werd goedgekeurd door zowel lokale als nationale instanties van beide partijen, is van historisch belang voor het progressieve profiel van Ronse.
Het lijkt de logica zelf dat de inhoudelijk zo vaak gelijkgestemde progressieven van beide partijen de Ronsenaars nu ook samen een antwoord bieden tegenover het opstekend extremisme en het sluimerend racisme.

In nood kent men zijn vrienden

‘Tijdens onze onderhandelingen bleek duidelijk dat er in Ronse grote nood is aan het verenigen van alle progressieve krachten, zeg maar bewegingen. Deze alliantie van sp.a en groenen is dan ook slechts een eerste stap in de richting van een progressief Ronse’, aldus voorzitters Tijl Bondue (sp.a) en Peter Nachtergaele (Groen!) in hun gezamenlijke verklaring over hun kartelovereenkomst.
Het kartel is géén fusie, wel een verregaande samenwerking. Dit zowel inhoudelijk als organisatorisch. Beide partijen behouden dus hun ideologische eigenheid. Ze gaan nu samen een visietekst ontwerpen met aandacht voor rode en groene accenten.

De Ronsenaars zelf in de raad

Partijvoorzitters Tijl Bondue en Peter Nachtergaele willen via de gezamenlijke visie, de kartellijst en een gezamelijke fractiewerking in de gemeenteraad van Ronse werk maken van de rode en groene progressieve boodschap.
Peter Nachtergaele: ‘We willen samen van Ronse een leuke en prettige stad maken waar iedereen zijn mening kwijt kan. Zo willen we bijvoorbeeld dat alle Ronsenaars in elke gemeenteraad tenminste een half uur zelf het woord krijgen om hun zorgen of vragen te uiten.’

Baanbrekend werk

Het siert de anciens van de aloude socialistische ‘burcht’ dat ze deze nieuwe route naar een open, hartelijk en groen Ronse met hun volle steun mee willen inslaan. Het wijst op een nieuwe alliantie van oud en jong binnen de partij. Het is een duidelijk signaal van de grondige vernieuwing van het politieke denken en doen aldaar.
Sp.a- voorzitter Tijl Bondue realiseert hier met zijn jonge, eensgezinde en sterke ploeg een opmerkelijke doorbraak. Hij levert ronduit baanbrekend werk en geeft alle progressieve Ronsenaars een droomvoorzet.
Voor het eerst sinds lang vinden de socialisten van Ronse aldus zichzelf terug in de belangrijke historische rol die door pioniers als Eugène Soudan voor hen van oudsher is weggelegd in deze verdraagzame, hartelijke stad voor àlle mensen die er wonen. Niets kan een Ronsese socialist en progressief nu nog beletten zijn idealen van altijd vorm te geven in deze nieuwe alliantie van vroeger en morgen.

De Groenen Boom

Voor de Groenen van Ronse is dit dan weer een unieke kans om hun streven in Ronse eindelijk te onderbouwen met een stevige structuur en een werkbare doelgerichte organisatie.
Werd er eerder in Ronse door de groene pioniers Carlos Anckaert en Claire Demortier individueel al zeer verdienstelijk werk geleverd voor Ronse, dan ontbrak het de groene voortrekkers soms aan lokale onderbouw, zo nodig tegenover de machtige lobby’s van het grof geldgewin die altijd wel ergens op de loer liggen om van Ronse één grote grondspeculatie-jackpot voor de rijken te maken. Inclusief golfclub.

Gunther burgemeester?

De Groenen bezetten de laatste vijf plaatsen op een gezamenlijke lijst van duwers en trekkers, zo is afgesproken.
Tij Bondue: ‘Wij trekken aan de kar, zij duwen ons. We wilden vooral niet door elkaar gaan lopen op de lijst. Dat duwen en trekken heeft een zekere symboliek.’
Geen Ronsenaar die daarbij op de kar wordt gezet. De kar is Ronse zelf en Ronse moet vooruit.
Over beleidsmandaten is nog niet gepraat. De kiezer krijgt hier het eerste en laatste woord. Hij beslist wie naar de raad kan en wie hij voldoende stemmen meegeeft om het beleid ten stadhuize te voeren.
Over de kop van de kartellijst (Gunther Deriemaker, voor Suzy Arijs en Pol Kerckhove) is Sp.a-voorzitter Tijl Bondue zeer klaar. ‘Als je op de één staat, ben je kandidaat voor het burgemeesterschap.’

23 februari 2006

EGOSTRIP (63)

‘Ik ben geworden wie ik ben. Ik ben een man van de print en ben dat altijd gebleven. Bedrukt papier is mijn hele leven, ik verslind het met containers, ik voel en betast het, de glans, de elasticiteit, de dikte. De drukinkt moet ik ruiken. In deze tijden van hightech en de reeds zovele malen voorspelde papierloze maatschappij – er is nochtans nog nooit zoveel geprint en papier verbruikt als nu – riskeert mijn liefdesverklaring te worden afgedaan als de nostalgische stuiptrekkingen van een oude man. Wat er ook van zij, aan de basis van verantwoorde en integere journalistiek kan niet worden geraakt, ongeacht de hoogtechnologische media die daarvoor worden gebruikt. Maar de democratische opdracht van de journalist wordt gehypothekeerd als nooit voorheen door de mediatycoons van deze wereld, voor wie geld en macht de eerste en meestal enige drijfveren zijn.’

Guido Van Liefferinge in : ‘Glamour en glitter, geld en macht.’ De vader van zeer succesvolle bladen als Dag Allemaal, Joepie, Goed Gevoel neemt je op zijn rollercoaster mee achter de schermen van het Vlaamse medialandschap.

Als man van de printpers mag hij dan nog een grondige hekel hebben aan 'de weblogpest', zijn pas verschenen memoires lezen daarom niet minder lekker weg: oprecht, bijwijlen ontroerend, verrassend, interessant, stevig onderbouwd, goed gedocumenteerd, bijzonder onthullend, razend knap geschreven en vooral: honderd percent Van Liefferinge.

Veeleer dan een afrekening met wie dan ook, is dit boek een eerlijk portret van zichzelf en tegelijk een scherpe analyse van de al te machtig geworden Vlaamse mediabaronnen en hun paladijnen. De schijnwereld van de perceptie die ik zelf na drieëndertig jaar dienst voor een twintigtal ‘Schrijfheren’ op een mooie lentedag vrijwillig achter mij heb gelegd. Om nu, bevrijd van de macht en de meesters, monter in mijn eentje voort te schrijven. Inderdaad, Guido: ‘Le journalisme c’est bien à condition d'en sortir.’

‘Glamour en glitter, geld en macht.’ ‘Welkom in Medialand.’ Guido Van Liefferinge. Uitgeverij Van Halewyck.

22 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (7.4)

Roman

De externe adviseur uit Amerika kampeerde maandenlang op de redactie. Hij leefde op broodjes met paté du chef en Côtes du Rhône. Er werden maquettes bedacht en proefbladen gedraaid. Dag en nacht werd er doorgewerkt aan wat de nieuwe Embargo worden zou. De meeste rubrieken die door de vorige hoofdredacteur van achter naar voor waren gehaald, werden nu prompt weer van voor naar achter gesmeten. De ene dag was de muziekrubriek totaal overbodig. De andere dag werd hij absoluut noodzakelijk. Wel festivalspecial. Geen festivalspecial. Toch festivalspecial.

‘Torhout-Werchter ?’
‘Belangrijk.’
‘Interviews met alle topacts ?’
‘Absoluut.’
‘Exclusieve gesprekken.’
‘Met Mick Jagger.’
‘Met John Lennon.’
‘Was die niet dood ?’
‘Reportages. Over Disneyland.’
‘In Amerika doen ze het ook.’
‘En in Amerika kunnen ze het weten.’
‘Waarom betalen we anders zo’n pepedure adviseur ?
‘Lees USA Today.’
‘Zie de Los Angeles Times.’
‘Miljoenenoplage.’

Dagenlang werden almaar andere nulnummers opgehangen in duistere ruimtes. Urenlang werden ze daar besproken. Dan werden ze weer weggegooid. We schreven met zijn allen teksten aan de lopende band. In ijltempo.

‘Klassieke muziek ?’
‘Afschaffen. Leest geen kat.’
‘Wie volgt er nu nog die Koningin Elisabethwedstrijd ?’
‘Twee man een paardekop.’
‘En Fabiola.’
‘Als het Bach is.’
‘Mein Jesu.’
‘Wel interviews geven.’
‘Met diva’s.’
‘Montserrat Caballé.’
‘Is dat geen eiland ?’

‘Theaterverslaggeving ?’
‘Afschaffen.’

‘Twee percent gaat nog naar theater.’
‘Wat kopen we daarmee ?’
‘Wel acteurs. Van feuilletons op de televisie.’
‘Chris Lomme. Nand Buyl.’
‘Of die pastoor in Daens. Prachtig.’

Buitenlandse rubiek. Fel ingeperkt. Fel uitgebreid. Fel ingeperkt. Fel uitgebreid.

‘Het buitenland heeft Embargo groot gemaakt.’
‘Dat was vroeger.’
‘Toen hadden we tenminste nog lezers.’

Regionale verslaggeving. Naar achteren. Naar voren. Naar achteren. Naar voren.

‘In Amerika leggen ze het achteraan.’
‘Daar ligt het volgende dorp op tweehonderd kilometer.’
‘In Vlaanderen op tweehonderd meter.’
‘We zijn wel een magazine, geen krant.’
‘Laat dat over aan de gazetten.’
‘Wat niet is, kan nog komen.’
‘Bedoel je dat Embargo een krant gaat worden ?’
‘Ik bedoel niks.’

Politieke verslaggeving. Ingeperkt. Uitgebreid. Ingeperkt. Uitgebreid.

‘Alleen nog als het over de portemonnee gaat.’
‘Verhalen over tijdskrediet.’
‘Over pensioen.’
‘Lange termijnsparen.’
‘Belastingaftrek.’
‘Studiebeurzen.’
‘Bouwpremies.’
‘Interessante beleggingen.’
‘Hebben jullie al wat gebracht over spraaktechnologie ?’

Economische verslaggeving. Ingeperkt.Uitgebreid. Ingeperkt. Uitgebreid.

‘Verhalen over rijke Vlamingen.’
‘Wie zijn ze ? Waar wonen ze ? Hoe leven ze ?’
‘Wie is wie in aan de top ?’
‘De grootste fortuinen van Vlaanderen.’
‘De erfgenamen. Een serie.’

Het feuilleton moest eruit. Erin. Eruit. Erin. Eruit.De boekenrubriek. Uitgebreid. Afgeschaft. Uitgebreid. Afgeschaft. Herleid tot één kolom.

‘Niemand leest nog.’
‘Video’s. Dat is de toekomst.’
‘Superclub.’
‘En games. Veel games.’
‘We brengen wel nog Zweedse puzzels.’
‘Veel kruiswoordraadsels.’
‘Vooral in de zomer.’
‘Geen bridge meer.’
‘En zeker geen cryptogrammen.’
‘Dat is voor ouwe zakken.’
‘En die gaan dood.’
‘Abonnees zonder perspectief.’

Ouwe strips eruit. Nieuwe strips. Brave strips. Stoute strips.

‘Onze cartoonist is veel te braaf.’

Cartoonist te braaf. Te stout. Te braaf. Te stout. Andere en betere.

‘En de sport ?’
‘Ja, wat is er eigenlijk van de sport ?’
‘Onze grootheid. Onze roem.’

Tennis eruit. Tennis er weer in. Formule 1 eruit.

‘Schumi er bij gelegenheid wel eens in.’

Rally eruit.

‘Wie volgt in godsnaam nog rally ?’

En asjeblief veel voetbal. Voetbal. Voetbal. En koers koers koers.

‘We gaan het er desnoods in stampen.’
‘Vlaanderen dat is voetbal en koers.’
‘En Clouseau.’
‘Hallo ! Nooit gehoord van Clouseau. Koen Wauters ?’
‘Zegt jullie niks ? Hij doet mee aan Parijs-Dakar.’

Rally er weer in. Exclusief. Koen Wauters vanuit Dakar :

‘Het is hier bescheten en ik ben beschoten.’

(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’.Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

21 februari 2006

EGOSTRIP (62)

Doorheen zijn witte vlakken zoekt Roger Raveel onverdroten voort naar rechtstreeks contact met het schone, het ware, het absolute. Hij, de natuurmens die de Brugse Reien hun statige zwanen terugschonk, heeft op zijn vijfentachtigste niks ingeboet aan de verve en de tijdloze eigentijdsheid waarmee zijn werk de tijd trotseren zal.

De volkse man-met-de-pet die tuinen bedenkt met karretjes ‘om de hemel te vervoeren’ vereerde zondag in de herfstdagen van zijn bestaan de Vlaamse Ardennen met een bezoek. Dit naar aanleiding van een zorgvuldig opgezette tentoonstelling in de fijne Galerie Van Hees in Maarkedal. Met groot respect en kennis van zaken begeleid en belicht door Piet Coesens, conservator van het Roger Raveel Museum.

Hij, Raveel, de man van Machelen-aan-de-Leie waar hij als levende legende immers al een museum heeft staan dat zijn naam draagt, kent onze streek goed via zijn boezemviend van altijd Hugo Claus. Jawel, in de jaren vijftig cotoyeerde hij ze, de mannen van Cobra: Appel, Corneille, Claus en de anderen. Maar zelf volgde hij koppig, zoals eenieder uit het land van Cyriel Buysse, zijn eigen abstracte weg. Hij deed dat in volkomen harmonie met het vegetatieve en animale: in een permanente dialoog tussen kunst en werkelijkheid.

Raveel werd in ’95 door de koning tot ridder verheven. Voor elke rechtgeaarde kunstminnaar blijft hij voor altijd een meester van het sublieme, in verrassende kleuren en witte vierkanten. Zijn liefde voor de taal uit zich daarbij niet alleen in die vriendschap met Claus. Zijn schitterende Fernando Pessoa, gezeten voor zijn boek der rusteloosheid, voert je zo naar de wereld achter de werkelijkheid.

Bij het weggaan zie ik hem nog vol verwondering naar een of andere lijn van hemzelf speuren. De verwondering, de verrukking, de gedrevenheid en de passie van de meester in de laatste lijn van de reis. Zit ze wel goed, die lijn? Had ze anders gekund? Voor ons meer dan mooi genoeg, meneer Raveel. Uw oeuvre is als een karos met vierkanten wielen waarmee we naar uw hemel mogen kijken. Waarvoor dank.

Galerie Van Hees. Bakkerbos 1 Maarkedal (Nukerke). (055/214.124) info@isabellevanhees.be
Nog tot 30 april. Doorlopend van 11 tot 18 u op zat/zon/feestdagen. Weekdagen op afspraak.

20 februari 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (56)

HANDEN AF VAN DE FIERTEL

De Spa van Ronse geeft later op de week een persconferentie in een Turks restaurant in de Wijnstraat. De keuze van de plek geeft al duidelijk aan welke richting de partij wil uitgaan met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen in het najaar.
Anders dan het Vlaams Belang dat de mensen van Ronse tegen elkaar in het harnas jaagt tot in Fiertelcartoons toe met minaretten die er in Ronse niet zijn, mikt de Spa duidelijk op de integratie van alle Ronsese bevolkingsgroepen.

Voor een veilig Ronse

Laten we mekaar echter niks wijsmaken. Deze integratie stoelt op wederzijds respect. Het politiek correcte denken mag in deze stad voor niemand een alibi zijn om ons westers democratisch systeem en onze westerse waarden op eigen bodem te komen aanvechten.

Elke Ronsenaar moet zich op elk moment veilig en ‘oop zien gemaak’ kunnen voelen. Nogal wat Ronsenaars zijn dat gevoel nu kwijt. Aan alle democraten van Ronse om dat gevoel te herstellen. Zonder de Ronsenaars tegen elkaar op te smijten. Zonder het kind met het badwater weg te gooien.

Voor twaalf miljoen zilverlingen

Het Vlaams Belang harkt systematisch in op dat verstoorde veiligheidsgevoel met een volgehouden conflictstrategie. Dat dit gebeurt tot in het diepste, het mooiste, het meest traditionele en (voor gelovigen) heiligste wat Ronse te bieden heeft, zegt alles over de essentie waar het bij de leidinggevende kampioenen van de confrontatie, deze zwendelaars van frustraties om draait.
Niet om Ronse zelf: wel om het electorale gewin. Tenslotte gaat het zowel in Brussel (Vlaams Parlement) als in Ronse (het burgemeesterschap) om mandaten van om en bij de twaalf miljoen oude Belgische franken. Judas deed het voor minder zilverlingen.

Dat dekenij, Fiertelcomité, de anders zo fier in het pak gestoken Hermesgilde, dragers en bellemannen deze herhaalde wraakroepende en verachtelijke politisering van het Fiertelgebeuren zomaar over zich heen laten gaan, mag enige verbazing wekken. Het is immers moeilijk voorstelbaar dat de gedachte van broederlijkheid uitgerekend omheen het schrijn van Sint-Hermes, hét religieuze symbool van Ronse, zou hebben plaats gemaakt voor deze extreme onverdraagzaamheid tegenover de andersgelovige medemens.

Veel waarschijnlijker en plausibeler is het dat al deze instanties zich liever niet willen laten uitlokken door deze verregaande provocatie. Anders is er geen uitleg voor het grote stilzwijgen. Soms kan zwijgen echter al eens geïnterpreteerd worden als vage Kruistochtersnostalgie en niet in het minst als medeplichtig verzuim. De Heer schreeuwde er voor minder uit de tempel.

Gevaarlijk spel

Dat deze schaamteloze polarisatie vroeg of laat dreigt uit te lopen op nog meer spanning in Ronse, zal de verantwoordelijken voor dit smakeloze opsmijten blijkbaar worst wezen. Het volstaat om naar het journaal te kijken dezer dagen om te beseffen welke olie hier op welk vuur gegoten wordt. Dit is een zeer gevaarlijk spel en voor niks nodig in Ronse. Tenzij voor persoonlijk electoraal gewin.

De mens, niet de kiezer

Veel moeilijker dan almaar de stoere vuist te maken naar de medemens is het om samen naar oplossingen te zoeken. Om van deze stad een vredevol, veilig en rustig oord te maken. De Spa kiest duidelijk voor deze weg en heeft daarin, volgens onze bronnen, alvast een kartelbondgenoot aan de nagenoeg duizend groene Ronsese kiezers. Later op de week allicht meer daarover.

Ook de CD&V gaat er ronduit voor en is van zijn kant op zijn hoede voor opportunisme. Waar de Spa duidelijk in éénzelfde elan ook op de stemmen van migranten mikt, houdt de partij van burgemeester Luc Dupont zich vooral aan een waar nodig sociaal gecorrigeerd samenlevingsmodel van onderuit. De migrant heeft daarin zijn plaats zoals eenieder. De migrant als mens, niet als potentieel kiesvee. Niet onbelangrijke nuance.

Een bestuurbaar Ronse of eigen belang?

Bij de VLD kiest kopman Patrick De Dobbeleer alvast onomwonden voor de ronduit democratische weg naar de Ronsese Renaixance. Hij gaat ervan uit dat de andere kandidaten op de lijst die hij trekt hem hierin eensgezind volgen. Voor Natacha Meeuws kan dat, rekening houdend met haar standpunten, kloppen. Ook Rudi Boudringhien zal als uittredend eerste schepen ondertussen best goed geplaatst zijn om te weten op welke manier je Ronse vooruit helpt. Nièt met een stuurloos schip dus.

De dag dat ook André Deruyver en Eric Van Der Eedt dezelfde duidelijke stellingname naar voor brengen als hun kopman De Dobbeleer zo moedig doet (zie zijn klare comment bij vorige edities van DNR), zal er meer duidelijkheid zijn over hun ware bedoelingen: het eigenbelang of een werkbare bestuursmeerderheid voor Ronse.

DE SCHRIJFHEREN (7.3)

Roman

'Waarom doen jullie niks met Bekende Vlamingen ?’
‘Hun onderlinge relaties ?’
‘Mannekes met meiskes.’
‘Mannekes met mannekes.’
‘Meiskes met meiskes.’
‘Dubbeldekkers.’
‘En In Vitro Fertilisatie?’
‘De staat van het zaad.’
‘Menopauze. Omgaan met vapeurkes.’
‘Midlife crisis. De Nieuwe Man. Penopauze.’

We voelden de polsslag van de tijd niet. Zij, onze schrijfheren van hoofdredacteuren, zouden ons tonen hoe je inhaakt op trends.

‘Een hele markt die voor het grijpen ligt.’
‘En wat doen jullie ?’
‘Hem overlaten aan de concurrentie.’

Wie dachten we dat we waren ? Eigenzinnige intellectuelen die zichzelf boven een eenvoudige lezeres plaatsten. Een lerares van dertig. Zij peilden tenminste eerst naar de lezersverwachtingen. Zij zetten de verlangens van onze lezers via de fijnste onderzoekstechnieken om in duidelijke leespatronen.

‘Hang die lezeres boven uw desk.’
‘Denk eraan, dag en nacht.’
‘Voor haar schrijven jullie.’

De eerste zes maanden van weer zo’n nieuwe hoofdredacteur waren altijd de meest vrijblijvende.

‘Puis, wie ben je, wat doe je hier ?’
‘Hoelang zit je hier al ? Zolang ?’
‘Dat is héél lang. Verdacht lang.’
‘Willen ze je elders niet?’

Het was de tijd van grote plannen voor het blad. De nieuwe hoofdredacteur gedroeg zich als een luisterbereid mens, aanhoorde onze bekommernissen.

‘Mijn deur staat voor iedereen open.’

Dan volgde een periode van stilte. Vergaderingen werden uitgesteld, vooruitgeschoven, afgebeld. De deur, die altijd open stond, bleef dicht.

‘Hij werkt aan een rapport.’
‘Hij wacht op het marktonderzoek.’

De redactie wist niet meer waaraan zich te houden. De ene dag was onze lezer een hooggeschoolde die wat ontspanning wou. De andere dag een huisvrouw die damesbladen kocht. Nog een andere dag een student.

‘Helaas niet zo kapitaalkrachtig.’
‘Wel goed voor onze losse verkoop.’
‘Kunnen we strikken met speciale acties.’
‘Filmtickets. Kinepolis.’
‘Dus film. Belangrijk.’
‘Maar asjeblief geen kritiek.’
‘Onze lezer ziet zelf wel of een film deugt.’
‘Grote publiekfilms.’
‘Titanic. Pretty Woman.’
‘En al de CD’s van Céline Dion.’

De andere dag was onze lezeres een schoonheidsspecialiste.

‘Body Shop.’
‘Beautyfarms.’
‘Zonnekanon.’’
‘Goed gevoel.’
‘Sushi.’

Al onze vaste rubrieken werden overhoop gegooid. Verwarring alom. Ze haalden er een externe adviseur bij. Een zogeheten bladarchitect.

‘Helemaal uit Amerika.’
‘Die de grootste bladen heeft gemaakt.’
‘Zodus.’

Wie waren wij? We zaten daar al zo lang. En de oplage daalde. Zodus. Zij, onze nieuwe schrijfheren, zouden het blad redden. Als we maar luisterden en deden wat ze zegden. Pink op de naad.

(Vervolgt)

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

19 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (7.2)

Roman


Hoofdredacteur Jules Cambrai vertegenwoordigde de hogere machten. We waren nitwits, mieren in de ketting van de invloed, insecten hoe dan ook. Jules Cambrai en het Kleine Insectenboek. Wat net nog ontbrak bij zijn bezoekjes was een lichte kniebuiging. Knielen, knielen wij neder voor onze broodheren en hun zetbaas Cambrai.

‘Zij en zij alleen bepalen de lijn van het blad.’
‘Horen jullie mij goed ?’
‘Zij zijn de eigenaars.’
‘Het is hun geld.’
‘Zij beslissen waar we voor staan.’

En hij, Cambrai was geheiligd. Onfeilbaar. Hij was de man van de hogere belangen. Ergens ver van ons. Vaag. Ergens in verdoken partijcenakels. Ergens discreet op kabinetten. Ergens tien hoog in de Wetstraat. Ergens ni vu ni connu. Ergens in besloten ruimtes. Ergens fluisterzacht in dure eethuizen. Ergens zeer luxueus in de pluche van de macht en het geld. Ergens ver van het kleine grut. Ergens veilig verwijderd van de verachtelijke pennenlikkers die door zijn hogere machten in dienst werden gehouden zolang hen dat zinde. Ver van de loonslaafjes die geacht werden naar hun pijpen te dansen. Ergens in ver in totaal afgezonderde buitenverblijven. Ergens anoniem diep in de Ardennen. Poupehan.

Wij schreven voor onze lezers. Zo dachten we toch, met zijn allen. En daar leefden we voor. Het was ons beroep. Het was onze passie. Het was heel ons leven. We voelden ons verbonden met alle schrijvende collega’s ter wereld. We waren samen het voetvolk van de pen.

In werkelijkheid schreven we voor schimmen die over onze schouder meelazen. Spoken die, waar nodig, onze pen vasthielden. Via zetbaas Cambrai. De persvrijheid bleek een illusie. Een jongensdroom voor naiëvelingen. Het ging hen om de macht. Het draaide allemaal om invloed. Wat telde, was subtiele sfeerschepping. Stemmingmakerij in dienst van het hoger belang. Zeer fijngemalen indoctrinering. Mooi verpakte waan van de dag, in glimmende covers. Handig vertolkt evangelie in zogezegd nobele hoogdravende standpunten. Waaruit geciteerd werd op de ochtendradio. Voornaam. Prominent. Toonaangevend.

Niemand van ons treurde om het vertrek van Cambrai. Al wisten we toen nog niet wat er ons verder zoal boven het hoofd hing. Dat het van kwaad tot erger kon aan de top van bladen, zou ik pas in de gaten krijgen na nog een dozijn andere schrijfheren. Telkens weer verwachtte onze redactie beterschap voor het blad. Telkens weer hoopten we op betere tijden. We wachtten steeds weer op een andere hoofdredacteur, een nieuwe schrijfheer. Een echte vakman die ons respect zou afdwingen. Met zijn stielkennis en zijn beroepsbekwaamheid. Niet met dreigementen en machtsmisbruik.

‘Een vakman.’
‘Een mentor.’
‘Een collega vooral.’

Telkens weer werden ons daarbij betere tijden voor het blad beloofd. Er zouden meer middelen worden ingezet.

‘We bestellen nieuwe persen.’
‘Met kleurenmogelijkheden alom.’
‘Het beste op de markt.’
‘Avantgarde opmaaktechnieken.’
‘Wonderbare bijlagemogelijkheden.’
‘Een supersnelle nietjesmachine.’


Met om te beginnen een voortaan feilloze druk.

‘Minder vies.’
‘Minder vettig.’
‘Betere inkt.’
‘Scherpere foto’s’.
‘De nieuwste doorseintechnieken.’
‘Exclusieve copyrights.’
‘The Washington Post.’
‘The New York Times.’
‘Le Monde.’
‘NRC Handelsblad. ’

Er werd een doeltreffende promotie in het vooruitzicht gesteld. Bureau Tertio zou ons eens gaan vertellen wie nu echt die Embargo-lezer was. Het zou ons dra duidelijk worden voor wie we al die tijd zomaar lukraak hadden geschreven.

‘We gaan de lezer helemaal uitkleden.’
‘Jullie gaan hem zien.’
‘Jullie gaan hem voor ogen houden.’

Als de lezer dan helemaal uit de kleren was, bleek ze eigenlijk een Lezeres.

‘Een vrouw van dertig.’
‘Maar wel met kleren aan.’
‘Modieuze kleren.’
‘Ze heeft belangstelling voor societynieuws.’
‘Voor royalty.’
‘Ze leeft voor haar gezin.’
‘Maar ook voor zichzelf.’
‘Voor haar lichaam.’
‘Ze wil genieten.’
‘Alleen.’
‘Met anderen.’
‘Ze reist veel.’
‘Nieuwe bestemmingen.’
‘Rugzaktoerisme.’
‘Op een kemel door de Atlas.’
‘De gouden driehoek van Indië.’
‘Ze gaat stappen op Madeira.’
‘Maar ook thalasso.’
‘En balneo.’

Daar dienden we voortaan rekening mee te houden. Bij alles wat we schreven.

(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.