14 april 2006

DE SCHRIJFHEREN (10.1)

Roman

Onze nieuwe hoofdredacteur Lou De Cauwer gaf zichzelf één jaar om Embargo op te krikken.

‘De redactionele mix moet beter.’

Redactionele mix. Hutsepot. Van alles en nog wat. Brede publiekstrekker.

‘Niemand afstoten.’
‘Populair dat wel.’
‘Doch nooit vulgair.’

Dansen op de slappe koord tussen informatie en entertainment. Een fijn blad. Een onmisbare huisvriend.

‘Geen dure woorden voor de elite.’
‘Ons marktsegement loopt van hier tot ginder.’

Op het wit glimmend bord achter zijn desk, krabbelde hij met afwasbaar vilt een gigantische cirkel : de Vlaamse pers. Al onze concurrenten als punten van dezelfde taart. Gretig kruiste hij brutaal alle happen concurrentie door.

‘Nà ! En nà ! En nà !’ ‘En weg gij’ ‘Eruit ! Van de markt !’

Nu waren wij misschien nog het kleinste hapje. Geplet tussen onze concurrenten. De moeite niet om je tanden in te zetten als taartpunt. Hooguit een hoop kruimels. Maar hola ons doel was groots. We zouden de nieuwe marktleider worden. Er waren gunstige tekenen, zei hij.

‘De concurrentie wordt vadsig.’
‘Ze laat zich wiegen door haar machtspositie.’
‘Wie stagneert, gaat achteruit.’
‘We gaan toeslaan.’

Al te lang was er door zijn voorgangers geknoeid met Embargo. Hij had het allemaal zien gebeuren. Hij was toch dé media-watcher van Vlaanderen? Waarom hadden ze hem anders gevraagd ?

‘Het perswezen is mijn passie, ik heb er drie vrouwen voor laten staan.’

Hij kon best niksen in de zon doch zolang hij de kick voelde, bleef hij doorgaan. Hij hield van quasi onmogelijke opdrachten.

‘Want ergens staan we nergens.’

Wanhopen was totaal not done.

‘Wie wanhoopt, mag mijn voituur gaan opblinken.’

Een donkerblauwe Lotus Elise. Hij kwam er tot voor de glazen schuifdeur mee geschoven als flitsende wonderboy.

‘Als het moet, smijt ik iedereen buiten.’

Voor de rest had hij goed nieuws.

‘De achteruitgang van de oplage voor het jongste kwartaal is maar de helft van de verwachte halvering.’

De papieropslag was minder hoog dan gevreesd.

‘We kopen stocks op in Finland.’
‘Met lichtere grammage.’
‘Geen lezer die het merkt.’

Embargo zou aantrekkelijker worden.

‘Meer bladzijden, overal kleur, betere druk.’
‘Theater, ballet, klassieke muziek, cultuur, Panamarenko.’
‘Breedbeeld denken, interdisciplinair schrijven.’
‘Leonard Nolens voor Valentijn.’
‘Feuilletons. Donna Tart. Dan Brown.’
‘Sport. Een motorkampioen in een karreke.’
‘Politiek. De babes van de Wetstraat.’
‘Gastronomie. Het Hof van Cleve. De Karmeliet.’

De sterren zou hij zelf wel geven.



(Vervolgt)

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.

12 april 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (77)

DE ZEVENDE HEMEL VOOR DE RONSENAARS

Op zes maanden van de gemeenteraadsverkiezingen zijn de kaarten al stevig geschud. De Ronsenaar krijgt in oktober alvast zeven lijsten voorgeschoteld. Partijen kraakten en scheurden. Gedoodverfde kandidaten stapten boos op. Ontevreden boegbeelden trekken met zelfgemaakte nieuwe partijen naar de kiezer. Voorzitters zijn weggepest of stappen zelf op. Er waren verzoeningsvergaderingen en breuken. Er werden nieuwe voorzitters en voorzitters ad interim geparachuteerd en gebombardeerd. Vermeende kandidaten schrokken van de media-heisa rond hun kandidatuur, bedachten zich en trokken hun snel staart weer in. Tijd voor een tussentijdse balans.

1. Blauwe Maandagen

Gekibbel leidde bij de VLD eerst tot het afhaken van Yves Dufour, dan tot het opstappen van Rudi Boudringhien. Voormalig VLD-Ronse-voorzitter Yves Dufour voelde zich gepasseerd. Rudi Boudringhien had het moeilijk met een toegewezen plaats als lijstduwer voor hemzelf als eerste schepen en daarentegen wel een topplaats voor de teruggekeerde LDR-dissident André Deruyver.

Voorzitter Frans Vandenbossche slaagde er niet in de eensgezindheid te herstellen en deelde in de brokken. Vandenbossche werd ondermeer zijn lidmaatschap van de Marnixring aangewreven. Zowel CD&V-voorzitter Jan Foulon als Luc Duponts rechterhand André Bellinck zijn lid van Marnixring. Zelfs Vandenbossche’s lidmaatschap van het Davidsfonds werd hem kwalijk genomen. Het Davidsfonds Ronse van toenmalig NVA-voorzitter Paul Carteus.

Ofschoon kopman Patrick De Dobbeleer zich bereid toonde om de nodige stappen terug te zetten in het belang van de partij, leidde de diepe vertrouwensbreuk tussen Boudringhien en Deruyver en hun respectievelijke aanhangers binnen het bestuur uiteindelijk tot de breuk. Ondanks een ultieme verzoeningspoging van Herman De Croo op het gemeentehuis van Brakel.

Rudi Boudringhien trekt dus met zijn eigen partij ‘Gemeentebelangen- Intérêts Communaux’ naar de kiezer. Voorzitter Frans Vandenbossche en politiek secretaris Johnny Verledens gaven hun ontslag. Patrick De Dobbeleer blijft lijsttrekker en is nu ook statutair voorzitter ad interim. André Deruyver blijft waar hij stond en hoopt zijn rol als één van de potentiële challengers van Luc Dupont waar te maken.

Kopman en nieuwe VLD-voorzitter Patrick De Dobbeleer (die zich wijs buiten de delicate taalkwestie binnen zijn partij weet te houden ) is alvast vastbesloten om de sterke uitgangspositie van de Ronsese liberalen helemaal terug te winnen. De Dobbeleer heeft getoond dat hij het belang van de liberale kiezer boven zijn persoonlijk belang kan plaatsen. Hij kan daar nu de vruchten van plukken. De duizenden liberale kiezers van Ronse die verbouwereerd hebben moeten toezien op al die particratische strubbelingen verdienen in elk geval hun rechtmatige belangrijke democratische stem in de Ronsese Renaixance.


2. Les Mots Bleus

Het merkwaardige is dat op taalkundig vlak de liberale rollen hiermee totaal zijn omgekeerd. Waar ex-dissident André Deruyver zich ooit met een aparte lijst profileerde als boegbeeld van het Ronsese bilinguisme in opvolging van Emile Cuvelier, is het nu uitgerekend de nieuwe VLD-dissident Rudi Boudringhien die prompt kiest voor de tweetaligheid met zijn uitgesproken tweetalige liberale lijst: ‘Gemeentebelangen-Intérêts Communaux’.

Aan de overkant schaart André Deruyver zich daarentegen als teruggekeerde verloren zoon (en poulain van De Croo) zonder mopperen achter het logo van de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD).

3. Het Belang van Tack

Bij het Vlaams Belang kwam het tot een radikale breuk tussen boegbeelden Joost Hysselinckx en kopman Erik Tack. Met op de achtergrond een persoonlijke rivaliteit rond de invulling van de lijst, bleek de kadaverdiscipline en alleenheerschappij van Erik Tack na het vertrek van kandidaten en voorzitters ook voor Joost Hysselinckx niet langer houdbaar.

Paul Vanderdonckt, op de momenten dat hij niet in het buitenland verblijft ook bestuurder van AA Gent en niet van Ronse, is nu de nieuwe zelfverklaarde partijvoorzitter van het Vlaams Belang in Ronse. Zijn voorganger weigerde nog langer pink op de naad te dansen naar de pijpen van Erik Tack.

4. In Het Belang van Ronse

Joost Hysselinckx maakt zich sterk dat hij met zijn nieuwe politieke beweging ‘In het Belang van Ronse’ over voldoende bekendheid en kiezerspotentieel beschikt om zijn thema’s aan te kaarten bij de kiezer.

Het ziet er vooral naar uit dat de onvervalste Vlaamse en Ronsese idealist Hysselinckx in de verkiezingsstrijd vooral een stevig Ronsies alternatief zal bieden voor Het Vlaams Belang van Erik Tack die er met zijn 12,5 miljoen als Vlaams parlementslid voor Ronse niks van bakt. De wonderdokter van Ronse zal het bij zijn kiezersschare vooral moeten hebben van de voorspelbare Vlaams Belang-slogans.

5. Luc & Linda.

De CD&V zou samen met de Nieuwe Vlaamse Alliantie (NVA) naar de kiezer gaan. Maar ook daar kwam het tot een breuk omtrent de lijstvorming. De NVA wou Stefaan Leyn erbij. Leyn was vorige keer kandidaat voor het Vlaams Blok maar nam inmiddels compleet afstand van dat extreme ideeëngoed. Beide formaties bleven echter halsstarrig op hun standpunt (met Leyn of niet, zonder Leyn of niet). Het gevolg daarvan is dat beide partijen nu toch apart naar de kiezer trekken.

De CD&V lijst wordt aangevoerd door kopman Luc Dupont die zich als burgemeester engageert voor de continuïteit van de Ronsese relance die onder zijn bestuur is ingezet. Dupont luidde het herstel van Ronse in en slaagde erin Ronse te profileren en te laten lauweren als meest ondernemende stad.

Met zijn beleidspartners gaat hij nu voluit op dat elan door en tekent hij volmondig voor het Strategisch Plan voor Ronse. Hij wordt hierin stevig logistiek bijgestaan door stadssecretaris Linda Vandekerkhove, de grote patron van de Ronsese administratie. Met andere woorden: Luc Dupont is er helemaal klaar voor om zichzelf op te volgen.

6. Nieuwe Vlaamse Ronsenaars

De NVA schaarde zich van haar kant dus consequent achter de kandidatuur van Stefaan Leyn. Voorzitter Paul Carteus probeerde hierin nog wat te schipperen tussen de twee formaties. Hij verspeelde hiermee echter zelf het vertrouwen bij zijn NVA-achterban. Carteus trok hieruit zijn conclusies en verliet de politiek. Voor zover hij daarin ooit al een rol van betekenis speelde.

De NVA maakt zich nu sterk dat ze, ondermeer bezield door een biezonder gemotiveerde geëngageerde figuur als Chantal Thijsman en de ‘gebanvloekte’ Stefaan Leyn die zich niet zomaar in de hoek laat duwen, veel Ronsese Vlamingen kan aanspreken.

7. Spa groen

De Spa is de enige grote Ronsese formatie die zonder kleerscheuren door de aanloop naar de verkiezingen komt. De partij trekt samen met Groen! naar de kiezer. Onder leiding van de voorzitters Tijl Bondue en Peter Nachtegaele liepen de gesprekken daarover in optimale verstandhouding. Groen! duwt en de Spa trekt de lijst.

Voor het eerst sinds lang beschikken de socialisten met stemmentrekker Gunther Deriemaker over een echt wervende lijst die het progressieve en sociaal geëngageerd Ronse van jong en oud kan inhalen of terughalen.

Voor Groen! is dit dan weer een unieke kans om deze stad middenin de groene heuvels een stem te geven in de raad.


De Ronsese kiezer krijgt dus keuze te over om zelf zijn eigen Zevende Hemel voor Ronse te kiezen. De afgelopen maanden zagen we enkel nog maar de preselecties. Nu volgt de fase van de bekendmaking der volledige (en onvolledige) lijsten. Daarbij zullen dan meteen honderden Ronsenaars en hun families ook echt persoonlijk betrokken geraken bij wat de boeiendste Ronsese verkiezing ooit lijkt te zullen worden.

Na de zomervakantie volgt dan de finale fase. Die van de verhitte debatten, de discussies, de aantijgingen, de beloften, het verkiezingsopbod, de late tackles. En al wat ervoor zorgt dat tegen oktober zowel de kandidaten als hun kiezers blij zullen zijn dat er eindelijk echt kan worden doorgewerkt aan de Ronsese Renaixance.

Uik zien gedaacht, moer: tuupe vuir Roonse.








11 april 2006

EGOSTRIP (74)

Oef, ze gaan ons dus toch niet doodschieten. Burgemeester Philippe Willequet heeft zoveel boze reacties gekregen dat hij nu terugkomt op zijn beslissing. Misschien heeft hij hier gisteren zelfs onze afscheidsbrief aan Lucie gelezen. Heel veel mensen alvast wel.

Hij wil ons nu laten vangen. We moeten weg omdat we volgens hem teveel schade aanrichten aan de gewassen van de boer. En ook omdat we zogezegd de verkeersveiligheid in gevaar brengen. Dat van die gewassen kan kloppen. We betwisten dat niet. We moeten toch ergens van leven als onze harteloze baasjes ons op een dag zomaar in de steek laten. Zonder verder naar ons om te zien.

Maar dat van die verkeersveiligheid? Komaan zeg. Als er hier zijn die de veiligheid in het gedrang brengen in het Kluisbos dan toch wel al die wildemannen met hun ronkende quads en lawaaierige stinkende motoren die als losgeslagen gekken door het bos razen.

En daar bovenop, in het weekend, al die lange slierten wielerterroristen die de begane paden verlaten en denken dat heel het bos plots van hen is omdat ze van Kuurne komen of van Bavikhove per fiets.

Om nog te zwijgen van de Dobermans, Pittbulls, Rotweilers, Schapers en andere agressieve blafbeesten die door hun bazen op de kuiten (en de rest) van de joggers worden afgelaten.

Wij zouden de veiligheid bedreigen? Lees liever wat Francis Van Driessche daarover vandaag vertelt aan Maaike Teirlinck in Het Laatste Nieuws.

‘Die herten zijn integendeel zeer schichtig’, zegt Francis. ‘Als je hen probeert te benaderen, verdwijnen ze direct weer in het bos. Ik kan me niet voorstellen dat ze een gevaar zijn voor de wandelaars of fietsers. Mijn kinderen vinden het fantastisch dat die dieren daar rondlopen. Voor hen maken ze deel uit van het bos. Men klaagt altijd hoe erg het met de natuur is gesteld. Maar als er dan weer eens herten in het wild leven, moeten ze opnieuw verdwijnen. Wij wonen aan de rand van het bos en zien de herten dagelijks. Die dieren doen niemand kwaad.’

Voilà. Zo horen jullie het ook eens van iemand die het kan weten. En van Dwight en van Evy en van Jenny en van Carine en van Mirthe en van Maxime en van Lucie en van alle andere lieve mensen uit Kluisbergen die allemaal samen onze levens hebben gered door ferm te protesteren bij burgemeester Willequet tegen onze geplande afslachting.

Als burgemeester Willequet het nu compleet goed wil maken, houdt hij ons beter definitief op een of andere rustige plek in het Kluisbos. Ons bos. Onze thuis. Dan pas maakt hij zijn blunder weer helemaal goed. Dan zal iedereen ons kunnen blijven zien en beseffen dat Philippe Willequet eigenlijk nog zo geen kwaaie is. In elk geval geen koppige steenezel, maar een mens die voor rede vatbaar is en zijn vergissing al eens moedig en bescheiden onder ogen durft te zien.

Goed, zijn eigen tuin aan het Kwaremontplein ware ons allicht wat te klein. Maar aan de rand van het recreatie-oord of aan de Vierschaar moet er toch wel een stekkie te vinden zijn voor ons? Misschien wil iemand ons adopteren? Ze mogen dan zelfs een plaatje aan onze nieuwe thuis hangen:

‘Gered van de kogel door de mensen van Kluisbergen’.

Leven en laten leven. Meer moet het voor ons niet zijn. Aan allen die ons hebben gered onze welgemeende Hertenkreet:

Leve onze thuis,
Leve de Kluis!

De vijf geredde damherten van het bos.

10 april 2006

EGOSTRIP (73)

Burgemeester Philippe Willequet van Kluisbergen zegt dat ze mijzelf en mijn vier familieleden gerust mogen doodschieten. Twee jaar geleden liepen we hier nog met zijn drieën. Nu zijn we met vijf. We kweken gelijk konijnen ofschoon we damherten zijn. Naar het schijnt maken we het bos onveilig. Wandelaars en fietsers zijn zo te horen niet meer op hun gemak. Welwelwel. Een boer is bang dat we op zijn land lopen en zijn gewassen beschadigen.
Daar is iets voor te zeggen. Daar kan over gepraat worden.

Burgemeester Willequet heeft zich met zijn gemeenteraad over ons beraden. Veel omhanden hebben ze daar blijkbaar niet in die raad. Dat ze zich met ons moeten bezighouden. Ten einde raad heeft de gemeenteraad …raad gevraagd aan de afdeling Bos en Groen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Ze willen eens weten hoe ze ons probleem proper kunnen oplossen. De Afdeling Bos en Groen heeft hen laten weten dat we gerust mogen afgeschoten worden. Ooit al eens een lading zware hagel tussen je ogen gehad? Proper is anders.

Burgemeester Willequet zegt dat hij ‘met spijt in zijn hart’ de jager die de pachtrechten heeft voor het Kluisbos, al heeft laten weten dat we alle vijf gerust mogen worden afgeschoten. De boer zegt dat hij niks persoonlijks heeft tegen ons. Maar hij kan ook niet accepteren dat we aan zijn gewassen zitten. Als we niet sebiet worden doodgeschoten, zullen zijn gewassen alleen maar dienen om onze magen te vullen. En daar doet hij het niet voor. We kunnen die mens begrijpen. Maar bekijk het ook eens van onze kant.

Als damherten zijn we ooit gekocht door een of andere stadsmus die hier aan het Kluisbos een vette villa wou met in zijn domein errond een typisch landelijk damhert of twee. Vooral om ermee te pronken bij zijn vrienden die tussen de taart en de Trappist elk jaar eens naar de Ronde van Vlaanderen komen kijken op zijn erf. Op een hete zomervakantiedag dat die stadsmus in zijn villa in Marbella zat en verder niet meer naar ons omkeek, zijn we er vandoor gemuisd. Richting Vierschaar alwaar een paar van onze vrienden zitten en gelukkig zijn. We wilden daar ook wel blijven, maar we zijn sebiet weggejaagd door twaalf Quadders die ons met hun zware motoren en hun razend geschreeuw de daver op het damhertlijf jaagden.

Zo zijn we beginnen ronddolen. We zouden nog geen vlieg kwaad doen, laat staan een jogger of een mountainbiker. Van bikers gesproken: zij zijn het die soms wel met tienduizend al onze vriendjes de fazanten en patrijzen verpletteren en die de blauwe kouskes vertrappelen onder hun wielergeweld.

Luister, wij dieren, zijn geprogrameerd om te doen wat we doen vanaf onze geboorte en daar blijft het bij. Kijk naar waterschildpadbabies. Ze komen uit het ei, niemand leert hen lopen of zwemmen. Toch waggelen ze meteen het water in en trekken ze hun plan. Wij dieren hebben geen persoonlijke ontwikkeling. Jullie mensen hebben wel een persoonlijke ontwikkeling. Jullie zijn slim, worden normaal gesproken met de jaren zelfs slimmer en slimmer.
Als jullie het zelf niet meer te goed weten, komen jullie bijeen in een gemeenteraad. Als die raad het ook niet meer weet, schrijven jullie een brief naar de afdeling Bos en Groen van het Ministerie. Een ambtenaar vraagt het daar eens aan de chef van de chef van de chef van zijn chef. Die kijkt op van zijn Knack, kantelt zijn stressless achterover en zegt: ‘Met spijt in het hart mogen de damherten van het Kluisbos worden afgeschoten.’

Die spijt in het hart, dat is vanwege jullie geweten. Jullie mensen hebben vanwege die persoonlijke ontwikkeling een geweten. Dat wil wel eens aan jullie hart knagen. Zoals wij knagen aan de boer zijn gewassen. Alleen is het knagen bij ons puur van de honger omdat een statuskikker die damherten in zijn tuin wou ons heeft laten stikken en ons nu niet meer durft terughalen omdat hij bang is dat hij schadevergoeding gaat moeten betalen aan de boer en misschien zelfs een vergoeding aan de chef van de chef van de chef zijn chef en aan de jager die ons gerust mag doodschieten om zijn kogels te vergoeden. Ha bon.

Als damherten die gerust mogen neergeschoten worden, hebben we nog een afscheidsbriefke voor Lucie Van Wittenberghe, van de Dierenbescherming afdeling Vlaamse Ardennen.

Lieve Lucie,

Op het moment dat ge dit leest, zijn we hoogstwaarschijnlijk al alle vijf doodgeschoten. Toch bedankt dat ge onze levens nog hebt willen redden.
Ge begrijpt zo’n drastische beslissing niet, zegt ge. Wij ook niet, Lucie. Wij ook niet. Volgens Darwin hebben de mensen zowel een historische evolutie naar verfijning, als een persoonlijke ontwikkeling naar verslimming. Blijkbaar is er wat dat laatste betreft nog ontwikkelingswerk aan de winkel.

Ge zegt dat er andere oplossingen zijn dan ons gewoon maar dood te schieten. Bijvoorbeeld ons vangen en ons dan onderbrengen in een natuurgebied. Dat was een mooi idee, lieve Lucie. Nu en dan keken we vanuit het bos door het raam van die statuskikker die ons heeft achtergelaten naar zijn superscreentelevisie. We hebben genoten van die serie over Planckendael. Daar wilden we ook wel naartoe, Lucie! Dat ware fantastisch geweest. .

Adieu, lieve Lucie. Laat u niet doen. Laat u vooral niet ontmoedigen. We sterven met geheven hoofd en kijken die jager eerst nog eens goed recht in de ogen.

Van herte,

De vijf terdoodveroordeelden van het Kluisbos.