14 juli 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (117)

GEEF RONSE EINDELIJK WAT HERMES TOEKOMT

GEEN KOERSBROEKEN MAAR DIEPE GESCHIEDENIS

HERMES MAAKTE RONSE : TIJD OM IETS TERUG TE DOEN

Ronse heeft géén koersbroekenwinkel annex platte tubenmuseum. Ronse heeft behalve de Kruissens en mooie koersen één van de mooiste cryptes van West-Europa. Een sanctuarium dat teruggaat naar onze rijkste westerse roots. Hoogtijd dat Ronse daarom werk maakt van de renovatie van de hele Hermes-site. Liefst mét een Multimediaal Hermes Centrum.
Dé geschikte ruimte daartoe ligt voor de hand: de oude St Martens in de schaduw van Sint-Hermes. Wie burgemeester van Ronse wil worden of blijven kan niet langer voorbij aan het feit dat, na de geslaagde renovatie van de Markt en vrijwel alle centrumstraten nu ook het oude hart van Ronse dient te worden aangepakt.

Het Sint-Martensstraat en het pleintje. De kleine Markt. De Sint-Pietersnieuwstraat. De Priesterstraat. Het Park van Den Bluten Pompier. De Bruul, zijn vijver zijn bibliotheek zijn Hoge Mote zijn Folkloremuseum, zijn Textielmuseum, zijn Brouwerij. En, naast Hotel Amour en Pinel: dé lang verwachte doorsteek naar de Grote Markt . Een historische as van de Grote Markt naar het Klein Marktje. Ziedaar het enige echt ambitieuze plan om Ronse het historisch eerherstel te geven waar de oude stad recht op heeft.


DE MOOIE DROOM VAN DEKEN T’JOEN

Deken T’Joen heeft daar zo te horen een mooie droom over. Een terechte droom. Er is hier zoveel waardevols te tonen na duizend jaar verering van Hermes. De geschiedenis van de waanzin. Van de gilden. Van Trommel en Fluitje. Van generaties dragers en bellemannen. Eregasten, ommegangen, brandweerfanfare, duivels.

We kunnen collecties in bruikleen tonen uit het Gentse Guislaininstituut (de waanzinbestrijding), kunstschatten uit Doornik, Fiertelfolklore, Fiertelkunst met Frans Tollenaere en zovele anderen die de Fiertel vereeuwigden.

We hebben een schitterende passende site. Het park kunnen we, net zoals de Square Mouroit stukken mooier maken met, naast de belleman, een esplanade naar het monument der doden.

Het Marktje kan Provençaalse allures krijgen. De trappen van Sint-Hermes vragen om een waardige vertrekplek voor de Fiertel. Met geïntegreerde elementen die verwijzen naar de Ommegang.

Dit is ronduit de mooiste plek van het oude Ronse. Dit is het kloppend hart van Hermes. Onder de toren. Daar waar de beiaard de tijd trotseert.

Geen burgemeester die er nog langer onderuit kan. Wil burgemeester Luc Dupont het werk afmaken zoals hij zegt, dan kan hij er niet meer omheen. Geef Hermes wat hem toekomt. We moeten hier geen Centrum met koersbroeken en petjes. Niet dat die koersbroeken ons te groenwit zijn. Maar Ronse torst zijn wielergeschiedenis hoe dan ook in wielerpalmaressen waar tien drinkbussenwinkels niks aan veranderen.

Ronse heeft nood aan een oord waar alles omtrent Ronse zelf samenvalt: de kunst, de geschiedenis, de mensen, het geloof, de geuzen, de gilden, de notabelen, de dragers, de marcheerders.

ONZE ONAANTASTBARE IDENTITEIT

Natuurlijk is het verwerpelijk dat het Vlaams Belang het heilige schrijn van Hermes zomaar banaliseert en politiseert door de Fierteldragers te tekenen op een achtergrond van de symbolen en tempels van andere godsdiensten.


We onderschrijven volkomen de brieven die de moedige Fierteldrager Wim Vandevelde daaromtrent in deze blog schrijft naar de voorzitter van het Vlaams Belang. We waren hier de eersten om deze schandalige politieke inpalming van het onaantastbare aan te klagen. We zullen dat blijven bestrijden. De oorverdovende stilte van het Fiertelcomité ontgaat ons niet. Die van de trotse Gilde en van de Kerkfabriek die zich anders zo gaarne moeit evenmin.

Want inderdaad beste Wim, veeleer dan ons te laten insluiten als bange wezels, zullen wij integendeel die nieuwe multiculturele wereld fier onze eigen schatten tonen, onze eigenheid, onze onaantastbare identiteit als Ronsenaars. En dat heeft dan àlles te maken met Hermes rond wiens verering Ronse ontstaan is. De wol en de wevers kwamen pas veel later.

Hermes heeft Ronse gemaakt. Hij en geen ander. Tijd dat we hem en zijn omgeving onvervaard het cachet geven dat hij verdient. Nu al zijn er mensen in de weer die uitkienen hoe ze deze zeer mooie droom van deken T’Joen op de meest efficiënte manier vorm kunnen geven.

Laat het nieuwe bestuur van Ronse daar voluit op inhaken, van de renovatie van de Hermes-site een prioriteit maken en van het Hermes-Centrum een must. Het is onze geschiedenis, onze fierheid, de harteklop van onze stad. Ons positief antwoord op het hatelijke do(e)mdenken.

.

12 juli 2006

WEG VAN RONSE





Ronsenaresse Géraldine
Vandercammen
woont in Reims
en probeert
de voetbalellende
te verwerken
in Juan Les Seins...



LES GEMISSEMENTS DE GEGE

O Figo…

“Foot kijken, nee.” Terwijl ik het laatste pak chips open scheur, komt Paola ( 2 ) met een beteuterd gezicht aanlopen. Een tegenvaller voor haar want juist om die reden zitten een twintigtal vrienden (èn vriendinnen) bij ons in de living. Nu Dick Bruna aanzetten, zorgt voor een rel en moet ik met mijn leven bekopen. Gelukkig krijg je kinderen op die leeftijd met één of ander ongelooflijk verhaal snel op andere gedachten.
“Joepie, foot kijken met papa!” en ze huppelt blij weg met Pablo, haar 3-jarig Frans vriendje.
Bleef het leven maar zo eenvoudig!

Voetbal is niet moeilijk. De equipe die de meeste goals scoort, wint. Makkelijk dus! Behalve voor Carlos, die een dubbele nationaliteit erfde. Entre les deux son cœur balance. Maar hoe je het ook draait en keert, vanavond is hij ‘Portugues’ in hart en ziel, want regel één: een Portugees vergeet nooit zijn vaderland.
Daarvoor zit de anjerrevolutie nog te fris in het geheugen. Eén miljoen Portugezen plus de tweede en derde generatie die hier in Frankrijk geboren zijn, steunen Figo en zijn team. “O Figo!”

Tijdens de pauze eten we sardientjes met (uiteraard Franse) baguette. Ik hou wel van compromissen. Zo zijn wij, Belgen, dan. Ik schep wat mayo op dat zielig portugees visje en schenk me een Leffe in. Voor mij is dit rusten. Belgisch moppen staan nu niet op het programma en dat komt me goed uit.

Het is drukkend warm. Blijkbaar gaat iedereen zo in de match op dat niemand eraan denkt om de ventilator aan te zetten, die voor de gelegenheid naast de televisie staat. Het geeft geen belang. Het hoort er allemaal bij.

Dan fluit de scheidsrechter het einde van de match. In ons salon breekt een salvo van gejuich los dat in alle straten van Reims en Frankrijk echoot. Vuurwerk! Pure extase! Carlos, een beetje teleurgesteld, feest toch mee want hij was op voorhand tegelijk verliezer en winner. Zidane ruilt zijn witte trui met die van Figo. Een vriendschappelijke schouderklop. Paola en Pablo verwisselen hun t-shirts voor onze keukendeur en geven elkaar een kusje.

Dit is mooi. Dit brengt mensen dichter bij elkaar.
Ik zeg nooit geen slecht woord meer over voetbal...als ik het volhoud.

A suivre
!


Oh Zizou...

Frankrijk draait terug op een normaal regime. De voetbalgekte is over. Iedereen kan eindelijk met de laguna vol nutteloze bagage naar de Côte d’Azur of Bretagne.
Het is over. Het is gepasseerd. Hoewel. Iets blijft knagen. Een gevoel van “het had gekund!”.

Nu ben ik niet overdreven bijgelovig maar ik had mijn bedenkingen bij het overmoedig discours van de supporters en de talloze vergelijkingen met de finale van het WK ’98. Ze hadden “la peau de l’ours” al verkocht... Een nogal gewaagd gebrek aan bescheidenheid. Soms krijg je daar vleugels van....

Een record van tweeëntwinting miljoen mensen keken in Frankrijk naar de finale van de Wereldbeker en allemaal hebben ze gedroomd van een tweede ster. Ook ik. Ja, ik! Eigenlijk leef ik altijd veel te veel mee met die dingen. Ik vraag me dan af wat er omgaat in het hoofd van een speler, die de Wereldbeker aan zijn neus ziet voorbijgaan? Voelt hij zich als een acteur met een black-out op de première? Als een kind dat zijn jaar moet overzitten? Wat denkt hij? Wie vervloekt hij? Overloopt hij alle passen die hij deed? Twijfelt hij aan zichzelf? Wil hij de tijd terugdraaien? ?
Hoeveel keer zegt hij “ had ik dat maar gedaan”?
“ En als ik een tikkeltje meer kracht op de bal had gezet, dan was die misschien binnen geweest?”
“ En als ik deze middag minder spruiten had gegeten, dan had ik wat sneller achter die verdomde bal kunnen lopen?”

Wat voelt Tom Boonen als hij zijn gele trui moet afgeven? Waaraan dacht Zidane toen hij na zijn rode kaart in de vestiaires zat? Wat voelt een acteur die een oscar krijgt? Iemand die de winnende cijfers van de lotto op een briefje heeft, maar ze niet speelde? Een kind dat een vliegtuigcrash overleeft? Een oudstrijder op 11 november? Amelie Mauresmo als ze Wimbledon wint?

Ik kijk twee maanden lang geen tv meer. We stoppen de koffer van de peugeot vol felgekleurde schopjes en emmertjes en we rijden met de meisjes naar Juan Les Pins.
Vanaf vandaag regent het iedere nacht vallende sterren. Ik sluit mijn ogen en doe een wens...
U mag raden!

Prettige vakantie
!

Geraldine




10 juli 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (116)

elf juli elfje

daar lig je elfje
met dit alles
in je binnenste
ronse
van altijd
zo mooi dat je
me telkens weer
terughaalt

slapen doe je
niet echt
ik zou anders
je driftige woelen
niet voelen
je rusteloosheid
die kwetsbaarheid
verraadt

je bent nog net
jezelf gebleven
jij laatste lap
vlaanderen
met verzachtende
omstandigheden
voor je waalse
broeders

slapen doe je
niet echt
je weet genoeg
waarom
in mijn hart ben je
zoveel mooier nog
dan dat je daar ligt
te blinken te verzinken

in de hete plooi van
de hunkerige nacht
heeft de tijdloze tijd
je uit de blubber
van de molenbeek
gekneed met hermes
je rokende schouwen
je dansende getouwen

bokken en teven
hete cités vol leven
knikkers en kikkers
omgekeerde stoelen
wilde gezangen
van passie en verlangen
te weelderige spinsters
in carnaveleske glinsters

verstilde verwondering
vertwijfelde begeerte
naar wat al niet meer is
nu nooit meer komen zal
renaixance nieuwe hoop
na 't chagrijn om je verval
je tijdrit wordt gereden
je taalstrijd is gestreden

dat ze je verketteren
trucks je verpletteren
elfje lieve koningin
op de wankele troon
van je allemansland
vol xenofobe hoon
vergeten hoek in
brels
driekleurig vaderland

elf juli in wallonië
verjaart morgen
mijn lieve zus
nu al zend ik haar
vanuit het vlaamse
verdraagzame ronse
dit efemere parfum
met mijn tederste kus

stef vancaeneghem

DE NIEUWE RONSENAAR (115)

BURGEMEESTER WINT VOORRONDE

WIE ANDERS DAN LUC DUPONT?



In de aanloop naar oktober slaagt Luc Dupont er in zich te profileren als de opvolger van zichzelf. De kopman van de CD&V mag dan niet direct die grote stemmenraper zijn, zes jaren aan het roer van Ronse maakten van hem een acceptabele burgemeester. Niemand die zijn bekwaamheid voor het ambt nog betwist. Luc Dupont wil het werk nu afmaken. Zowel binnen zijn partij als erbuiten, werpt hij zich op als onbetwistbare leider van Ronse.

Of hij verlengt nu nog één keer zijn mandaat en dan houdt hij het voor bekeken. Of hij wordt géén burgemeester en dan kapt hij er meteen mee. Klare taal. Zowel in eigen kringen als bij zijn coalitiepartners lijkt hij met deze zelfbewuste strategie op geen enkele noemenswaardige hinder te stoten. Rondom heerst veeleer een soort gelatenheid die hem sterkt in zijn houding.


Geen rozen zonder doornen

Gunther Deriemaker beoogt als kopman van de Spa vooreerst het herstel van zijn partij. Zijn prioriteit is goed scoren met de ploeg. Mocht zijn persoonlijke score dat vereisen, dan kan er met de coalitiepartner altijd gepraat worden over een billijke verdeling van de bevoegdheden. Dat is dan nog niet noodzakelijk het burgemeesterschap.

Wat dat betreft wordt Gunther gegijzeld door de belangen van andere kopstukken in eigen rangen die hem liever nièt zomaar zien doorschuiven naar de stoel van Dupont. Nu niet en binnen zes jaar ook niet.

Aan deze gewone populaire jongen die door zijn concurrenten soms gewoon grof wordt onderschat heeft de socialistische partij nochtans weer een kopman die naar de mensen luistert, hen begrijpt, hen kent, hun taal spreekt.

Deriemaker heeft alles mee wat van een volkse voorman verwacht wordt. Hij is verstandig en vooral jong genoeg om zijn tijd te nemen en door te groeien. Nogal wat weggelopen socialisten van Ronse, samen alleen al goed voor zes schuivende zetels, hebben aan hem de man die hen kan terughalen van waar ze uit pure partij-ontgoocheling zijn heen gelopen.

Blauw Blauw

Zowel de afgescheurde liberaal Rudi Boudringhien met zijn Gemeentebelangen, als VLD-kopman Patrick De Dobbeleer rekenen erop dat zij en geen ander de CD&V en de Sp.a aan hun comfortabele meerderheid zullen kunnen helpen: in geval van zetelschaarste. In ruil voor een paar beleidsstoelen. Boudringhien rekent daarbij vooral op het feit dat hij zich de afgelopen jaren geprofileerd heeft als een geel-rood-getrouwe Eerste Schepen.

Dat laatste is nu net iets wat hem openlijk door zijn blauwe voormalige vrienden wordt aangewreven. Patrick De Dobbeleer en André Deruyver rekenen met hun grondig verjongde en vrouwvriendelijke lijst op een goede score om voor het duo Dupont-Deriemaker vooralsnog incontournable te worden en het beleid ook blauwer in te kleuren.

De wonderdoktoor en zijn twaalf apostelen

Erik Tack komt op met een gehalveerde lijst. Zonder de weggelopen Joost en nog een half dozijn andere verdwenen mandatarissen, met bovendien een scherts-voorzitter die graag in het buitenland resideren mag en niet eens zelf op de Ronsese lijst figureert maar wel bestuurslid is van AA Gent, beschikt Tack duidelijk niet over de nodige mensen om de stoere taal van de afgelopen jaren voor Ronse waar te maken. Laat staan het beleid te voeren.

Tack laat zich hiervoor maar al te graag kleurloos omringen door een dozijn illustere onbekende apostelen die zijn wonderdoktoor-gehalte moeten dienen en aanzwengelen. Meer dan ooit draait het bij het Vlaams Belang allemaal rond de alleenzaligmakende figuur van Erik Tack zelf .

Op de vooravond van elf juli lijken hiermee de profetische woorden uit te komen van een doorgewinterde Ronsese Vlaamse nationalist dat voor de Vlaamse Ronsenaars de geschiedenis zich telkens weer blijft herhalen: het gaat hen om de macht niks dan de macht voor zichzelf.


Chinese vrijwilligers gezocht

Zowel de Gemeentebelangen van Rudi Boudringhien, De Nieuwe Vlaamse Alliantie van Chantal Thijsman als Het Belang van Ronse van Joost Hysselinckx hebben nog steeds geen lijst kenbaar gemaakt. Ook de groenen talmen met hun lijstduwer voor het kartel op de Spa-lijst.
Het wijst er maar op hoe moeilijk het is om nog aan het nodige politiek personeel te geraken, lees Chinese vrijwilligers te vinden, naarmate de versplintering toeslaat.

Het barbecueseizoen

Nu alleen de vakantiekloof nog voor enig respijt zorgt, slaat bij de kandidaten gaandeweg de knagende onzekerheid toe. De sfeer wordt ongemerkt grimmiger. Zowel mede-kandidaten op dezelfde lijst als tegenkandidaten op een ander worden met steeds groter gemak in vernietigende commentaartjes afgemaakt.

Intelligentiequotiënten worden neergehaald. Gronden om verkiezingsborden erop te zetten worden met zachte dwang opgevorderd. Roddels over de concurrenten worden verspreid als sluipend gif. Het is de pre-electorale strijd achter de schermen. Maneuvers in het duister. Eenieder maakt zijn rekening, telt percenten en schat zetels, kijkt waar hij als kandidate of kandidaat op uitkomt. Het barbecueseizoen krijgt strategische allures. Het komt er op aan je als kandidaat te tonen, erbij te horen, de juiste mensen te zien, te paaien, gunstig te stemmen. Stemmen, stemmen, stemmen.

Drummen voor een stek

Want al hebben velen dat niet meteen door wanneer ze zich door hun ijdellheid of vanuit ‘verplichtingen’ op een lijst laten strikken, er is veel moed voor nodig om je nek uit te steken op een lijst. Het gaat hier hoop en al om een twaalftal beleidsmandaten. Daarvoor zetten honderden Ronsenaars zich dan te kijk. De meesten daarvan halen nooit de gemeenteraad.

Sommigen zien zichzelf al verkozen en dromen al van goedbezoldigde mandaten en nevenverdiensten. De plaatsen zijn zeer duur. Luc Dupont mag dan al afstevenen op een tweede burgemeesterschap: in zijn eigen partij wordt het drummen voor de schepenstoelen. Veel volk in de winkel daar met Luc, Agnes, Yves, Joris, Jan & co.

Elk zijnen goeiendag

Verkiezingskandidaten krijgen één voormiddag per zes jaar de rekening van een levenskeuze, een houding, een levensstijl gepresenteerd. In die rekening zit dan van alles. Eén vergeten goeiendag kan stemmen kosten. Eén afwezigheid op een lentefeest of communieviering scheelt een familie kiezers. In de gemeentepolitiek is de afstand tussen de kandidaat en zijn kiezers niet breder dan het voetpad in pakweg het Sint-Martensstraatje. Een glimlach en een babbel maken vaker het verschil dan anonieme noeste arbeid op het stadhuis of assertief gedrag in de gemeenteraad.

En helaas: veel meer dan positief denken en opbouwende kritiek loont in deze tijd het opkoteren van chagrijn en het inspelen op de verzuring van een waardenloze post-moderne consumptiemaatschappij.

Do(e)mdenken levert dan misschien niks geen beterschap op. Maar je raapt er wel gemakkelijke stemmen mee van de gefrusteerde zelfgenoegzame egoïst. En zo heeft eenieder zijn methode.

Luc Dupont heeft zijn huiswerk gemaakt en afgegeven. Hij wil er billijke punten voor. En hij zegt het. Hij kan, als hij dat wil, nu even gaan fietsen langs de Donau of aan het Gardameer. Hij is de onbetwistbare winner van het voorronde bij de publieke opinie. Hij zit daarmee in de positie van zijn illustere voorganger Orphale Crucke destijds met de slogan: Wie anders?
Nu wel eerst nog zien wat het wordt in de eindronde. Een verkeerd woord, een kopstoot, een rode kaart en alles wordt weer helemaal anders.
Vragen aan Zidane.