27 oktober 2006

DE BENIEUWDE RONSENAAR (20)





WEG

VAN

RONSE






Onze correspondente Ronsenaresse Sara Verhoken heeft een masterdiploma in de lichamelijke opvoeding, leeft op Lanzarote en is er sinds kort aan de slag als kapitein. Nu en dan schrijft ze ons over haar belevenissen.

Lieve Ronsenaars,

Hopelijk hebben jullie ook een prachtige zomer achter de rug, is de overgang naar de Belgische winter zacht en langzaam, en is de herfst heel genietbaar. Uiteindelijk mis ik dat wel, dat overschakelen van seizoen naar seizoen...Hier in Lanzarote worden de bladeren niet geel en vallen ze ook niet van de bomen: er zijn er hier namelijk geen...

Ofwel is het hier zomer, ofwel ‘winter’. Het droge of het ‘natte’ seizoen. En jawel hoor, als het hier regent, giet het soms een hele dag lang zonder stoppen. En vermits de Spaanse infrastructuur niet echt voorzien is op regen, kunnen de straten het vele water niet slikken. Met het gevolg ze dikwijls blank staan.

Voor mij was het een hele drukke zomer, uiteraard vanwege het toerisme. Ik heb van juli tot half september meer op water dan op land vertoefd (voor degenen die niet mee zijn in den draai: ik werk op een motorboot als matroos en sindskort ook als kapitein...)

Veel tijd voor prive-leven was er niet. N de zomer wordt dat echter gecompenseerd.
Meer vrije tijd. Ook een klein reisje naar Zuid-Spanje gemaakt en binnenkort trek ik ook nog eens Belgiewaarts...

Maar mijn grootste avontuur was vorige week. Met drie vrienden heb ik een race-zeilboot van 16 meter overgebracht van Lanzarote naar Malaga. Zo’n goeie 500 zeemijl ofte 900 landkilometer...aan 5 tot 6 knopen gemiddeld (ongeveer 10 km per uur).


Vijf dagen en vier nachten midden de Atlantische oceaan. Alleen met de zeilen, water, golven, zonsopgang, zonsondergang, maansopgang, water, golven, de boot, en 's nachts uiteraard het sterrengehemelte met de melkweg als leidraad...

Een ongeloofelijk intense ervaring. De eerste dag moest mijn lichaam nog volledig wennen aan het schommelen van de boot. Elke schuit heeft zo haar eigen bewegingen. Met gevolg dat ik een hele dag zeeziek was. Eens mijn lichaam het natuurlijke bootevenwicht gevonden had, verliep alles vlotjes.

Overdag af en toe de boot besturen, eten maken, rusten, muziek beluisteren, naar de golven staren, de pracht van de immense natuur aanschouwen, genieten van de meezwemmende dolfijnen.


's Nachts de wacht houden. Dat wil zeggen: twee uur de boot besturen in het pikdonker (met behulp van de sterren) en dan twee uur de volgende bestuurder vergezellen en vooral zorgen dat die niet in slaap dommelt. Gegarandeerd avontuur.

Na drie dagen zagen we voor het eerst een stukje Marokkaanse kust. Maar we bleven er tamelijk ver van. Vervolgens passeerden we de straat van Gibraltar met haar enorme vrachtschepen. Wij daartussen met onze kleine zeilboot. Krachtige wind, regen, golven.

Mijn eindbestemming was Malaga. Jammer genoeg moest ik de maandag alweer werken. Dus ik heb de zondagavond dan maar het vliegtuig genomen, terwijl mijn drie vrienden (van Italiaanse en Lanzarotiaanse oorsprong) hun zeiltocht verder zetten richting Barcelona: nog vijf dagen meer te zeilen. Voor mij een fantastische ervaring. Voor herhaling vatbaar.

Mijn stevige matrozengroet,

Sara.

P.S. Zijn er nog Ronsenaars die ooit ergens een of andere zee hebben overgestoken ?
Ik ben benieuwd naar hun ervaringen!


DE BENIEUWDE RONSENAAR (19)

TUUPE

VOOR EEN VLAAMS VERDRAAGZAAM RONSE

Een jaar geleden werd deze blog opgericht als een bescheiden literaire en journalistieke stek voor diverse geschriften.

Eén maand later gaven we hier, geholpen door omstandigheden die we eerder al uit de doeken deden, 'De Nieuwe Ronsenaar' als eigentijds mediaforum voor alle Ronsenaars onderdak.

Bedoeld als een totaal a-commercieel en onafhankelijk mediaforum voor alle Ronsenaars zonder onderscheid van afkomst, religieuze of filosofische overtuiging die met ons willen ijveren voor een Vlaams & Verdraagzaam Ronse.

Nu, een jaar later, noteert onze onverbiddelijke teller 60.488 clicks. Deze massale belangstelling, die zich nu ook onverminderd voortzet na de verkiezingen, wijst op een levendige interesse voor al wat beweegt en verandert in het rijke Ronsese leven.

We zullen dat vertrouwen van zoveel bezoekers niet beschamen. We zullen ons daarbij zoals voorheen door niks of niemand laten leiden, inpalmen, noch beïnvloeden. We ontzeggen eenieder het recht om onze pen vast te houden.

Zeker waar het er ons om te doen is het conservatieve elitarisme, het reactionaire racisme en extremisme, het bekrompen bourgeois-domdenken, het rabiate franskiljonisme, het oudbakken unitarisme genadeloos terug te fluiten in Ronse.

Het is een al te doorzichtige truc van de kampioenen van de zerotolerantie om nu, wanneer blijkt dat de Ronsese kiezer hen niet volgt in hun doemdenken en in hun overmoedige egotrip naar de macht, te schermen met datgene waarvan ze zelf hun handelsmerk hebben gemaakt: demonisering en haat.

Niet met ons. Onverdraagzaamheid terugfluiten, heeft juist alles te maken met verdraagzaamheid en niet omgekeerd. Dit omkeren is een al te doorzichtige intellectuele perversie, waar je zo doorheen kijkt.

We willen samen met u, beste lezer, een veilig en vreedzaam Ronse.

We willen, vanwege oude en nieuwe Ronsenaars respect voor onze Nederlandse taal, voor onze instellingen, voor onze waarden, voor onze westerse cultuur, onze zeden, onze gebruiken.

We willen daartoe ijveren in dialoog. Met oog voor alle aspecten van integratie, met goede communicatie, met zorg voor alle rechten van de nieuwe Ronsese mens.

We roepen hier alle nieuwe Ronsenaars op om Nederlands te leren. Om ons als Vlamingen, anders dan de franskiljonse eentalige bourgeois van weleer, te respecteren. Onze religie. Onze filosofische overtuiging. Onze samenleving. Ons straatbeeld. Onze geavanceerde beschaving en haar vaak moeizaam verworven wetten met rechten èn plichten.

We willen onaantastbaar respect voor elke Ronsese baby, van wie we ons niet willen afvragen vanwaar hij komt, maar voor wie we een Ronse willen waar het goed opgroeien is.

Om op deze ingeslagen weg door te gaan hebben we - op 8 oktober, dag van de ommekeer ten goede - De Nieuwe Ronsenaar herdoopt ‘De Benieuwde Ronsenaar.’

Daarmee willen we het verlangen vertolken van elke Ronsenaar die benieuwd uitkijkt naar de Renaixance voor alle jonge Ronsenaars.

Tuupe vuir Roonse.

24 oktober 2006

DE BENIEUWDE RONSENAAR (18)







LE

GILLES

DE

RENAIX






DE (T)ROTS VAN RONSE

Zuster Magdaleen zou hem, volgens niet al te bevestigde geruchten, ooit ‘de Glorieux van onze tijd’ hebben genoemd. Gilles Vanderkerken (67) is hoe dan ook een grote meneer die het Ronsese sportleven de afgelopen drie decennia zijn mooiste momenten heeft bezorgd. Dit als voorzitter van Samoerai en als voorzitter van de Stedelijke Sportraad. Denken we maar aan de bronzen Olympische medaille van Harry Van Barneveld in Atlanta voor de Ronsese Samoerai.

Wij kennen de sportman in Gilles al van toen we hem als beginner op de Steenbrugge vruchteloos probeerden te passeren, hij als basketter van de Sfinx, wij voor Basket Club Ronse. Maar Gilles passeerde je niet. No way. Doch altijd fair-play. Nooit vuile stoten. Sportief was zo al goed genoeg.

Met de verhuizing en inhuldiging van de Sporthal brengt Gilles Vanderkerken Judoclub Samoerai na glorieuze jaren nu helemaal ter bestemming. Zelf geeft hij nu het roer door aan de jongere generaties.

Burgemeester Dupont en Schepen Agnes Van Crombrugge vonden dat terecht een goede gelegenheid om Gilles eens te danken voor zoveel inzet.

Ne Schuune fautau

Een mooie herinnering bewaren we aan die keer toen hij als plechtstatige Juge Gilles (met pruik) op een Wieties-debat in de Brouwerij de audiëntie eventjes met de zware voorzittershamer stillegde… om doodeenvoudig Ronny De Coster, fotograaf van Het Laatste Nieuws, toe te laten ‘ne schuune fautau te paken’ .

Gilles tout craché: spontaan, naturel, vanzelfsprekend, omnipresent, onvermoeibaar.

Met tien zulke Gilles de Renaix gaan we met zijn allen Tuupe vuir Roonse recht naar de Renaixance.

Proficiat, Gilles. Je bent een moedig mens. Er is immers moed voor nodig om voor - le tout Renaix - anno 2006 een week voor de verkiezingen door je ene vriend de gewezen collegesuperior Coorevits je nagelnieuw judolokaal te laten inzegenen onder ogen van je andere vriend op de eerste rij: de ‘goddeloze baardige duivel’ hemzelve Herman De Croo.

Alleen Gilles kan dat, doet dat. Een rots van een Ronsenaar.

Blijf ons nog vele jaren opvrolijken met je knipoog, je glimlach, je bons mots en je kwinkslagen, Gilles. Deze blog (waneedaat?) brengt je namens zijn Ronsese lezers een sportief eresaluut.


DE BENIEUWDE RONSENAAR (17)

DE RAPPORTAGE VAN OMER PEVENAEGE

Markt segmenten

Als de weersomstandigheden en het reumatiek in mijn knieën het mij toestaan wandel ik op de woensdagmorgen graag noch eens tot op onze Markt. Niet dat ik daar zo nodig noch inkopen moet doen, want mijn gekooksel wordt gebracht, zoals Uw het weet. En voor het betrekken van mijn verdere vaste en vloeibare noden wend ik mij gaarne tot de verkoop per ambulantie als daar zijn de bakker, de melkboer en de brouwer, want op die manier heb ik tevens noch eens aanspraak zo dat ik op de hoogte blijf van wat er in het stad allemaal om gaat. En verder bezorg ik de vrijdagavond aan de geburin, de moeder van ons Kevinneke, Uw weet wel, een papierke voor wat betreft enige toespijs zoals de fijnere charcuterie of andere voor bij de boterham. Van Madame Van Overmeiren kreeg ik tevens een keer in de maand een potteke eigen gemaakte confituur maar van wege het grote misverstand van vorige week vrees ik dat dat nu zal afgelopen zijn. Want de weinige keren dat ik haar sindsdien in de gang tegenkwam keek zij met een glazige blik dwars door mij heen. En op mijn beleefde “Goedendag” volgde enkel zwaar gesnuif en gemompel dat ik gelukkig niet kon verstaan want de toon klonk niet bepaald boezemvriendelijk. En in het geval van Madame Van Overmeiren wil dat wat zeggen! Om de maand laat ik ook een verse fles Oude Klare van Filliers aanrukken en al zeker nu de wintermaanden zich aan kondigen, want het is een natuurlijke remedie tegen de valling wegens dat hij U borst warm houdt. Neen, als ik graag noch eens naar onze Markt trek is dat puur voor het sentiment. Als gewezen commercant komen mijn slapende instincten weer tot uiting terwijl ik mij met de menselijke stroom laat meevoeren en hier en daar een kleine halte houd om de sfeer tot in het diepste van mijn longinhoud op te snuiven. Die geur van vers gebakken ovenkoeken!… Als vanzelf blijf ik naturlijk gaarne wat langer hangen tussen de beenhouwerskramen. En het doet deugd om te zien en te horen hoe de jonge generatie de traditie van onze schone stiel in ere houdt. Zoals het schelleke saucisson toe voor onze kleinen en mag het wat meer zijn? Of het poepke van de salami vanzelfsprekend voor het kind van een trouwe klant! Hoewel ook hier de moderne tijd slaat en zalft. Zo heb ik het bemerkt dat meer en meer beenhouwers hun toevlucht nemen tot voorafgaandelijke bedeling van ticketjes aan hun klanten. Uw weet wel: op hun toog staat dan een machine waar Uw mits op de knop te duwen een papiertje verkrijgt waarop U nummer. U beenhouwer duwt na het afrekenen telkens op een teller. Middels een scherm kunt Uw dan als klant volgen tot U nummer verschijnt, ten bewijze waarvan Uw het papiertje even onder zijn neus houdt en vervolgens verfrommelt en weeggooit in een daartoe klaarstaand mandje. Of, wat meestal gebeurt, gewoon op de grond laat vallen. Leert mij de mensen kennen! Hierna kunt Uw U desgevallende bestellingen placeren. U beenhouwer wil hiermee natuurlijk vermijden dat zijn klanten onder één kwestie krijgen wegens dat er eens één wil voorsteken. Pas op, in mijn tijd gebeurde het ook wel eens dat de gemoederen van mijn klanten hierover verhit geraakten. Maar doorheen de jaren hadden mijn Germaine zaliger en ik een soort onderbewust zintuig ontwikkeld waardoor wij feilloos de volgorde van binnenkomst van onze klanten konden bijhouden, zodat wij in de nood ons gezag konden laten gelden. En ik zou niet aarzelen om deze natuurlijke selectie bij onze jonge commercanten aan te prijzen wegens dat deze toch de beste garantie biedt om misbruiken uit te sluiten. Immers, het systeem van de ticketjes is niet waterdicht! Zo weet ik dat Madame Van Overmeiren bij voorbeeld het vertikt om netjes haar beurt af te wachten. Dat heeft zij mij zelf verteld in betere tijden toen wij noch aanspraak hadden. Om mij een dienst te bewijzen, zei ze…En daar onmiddellijk een aantal truuken bij! Ik geef hier maar enkele voorbeelden, zodat Uw verdacht bent op deze mogelijke misbruiken! Uw neemt een ticket en zodra het volgende nummer verschijnt roept Uw het eerste. Als de klant die aan de beurt was even verstrooid is, of zich niet durft te uiten, hebt Uw prijs! Ik weet dat Madame Van Overmeiren het zo ver drijft, dat zij de klant die haar gestolen recht durft betwisten de huid volscheldt. Meestal is dat voldoende om hem te laten inbinden. Indien hij echter dreigt tot hand gemeen over te gaan, kunt U Uw noch gauw excuseren en doen of Uw zich gewoon had vergist. Voor de volgende truuk volstaat het te wachten tot de beenhouwer zich moet omdraaien (om een rosbief op maat te snijden of een koteletje te kappen). Dan grabbelt Uw uit het mandje een gebruikt papiertje of Uw raapt het gewoon van de grond. De truc is dan om ertussen te schuiven door te beweren dat Uw een ticketje was komen halen, maar zolang moest wachten dat Uw algauw noch tussen door een andere commissie was gaan doen. Of naar de koer moest gaan. En dat Uw nu pas terug komt en vast stelt, dat U beurt intussen voorbij is. Wedden dat het lukt? Ook kunt Uw altijd proberen vol te houden dat Uw U ticketje bent kwijtgespeeld. Pas evenwel goed op! Het is belangrijk dat Uw dikwijls van beenhouwer wisselt want Uw mag niet opvallen in de massa! Madame Van Overmeiren had op haar kalender in haar keuken een keurig lijstje en kwam maar bij dezelfde beenhouwer terug als zij alle andere had af gedaan. Enfin, ik hoop dat Uw als onwetende klant of kleinhandelaar lering moogt trekken uit mijn uiteen zetting. Nu, de komende weken zult Uw mij op de markt alvast niet zien, want met de kermis verhuist hij naar de aan palende zijstraten en dat is niet hetzelfde. Het voordeel van de Markt is immers, dat Uw een circulaire beweging kunt maken met het volk mee, zo dikwijls Uw het wilt, tot Uw op één van de caféterrassen een kennis ziet met wie Uw onder het genot van een goede Trappist van Westmalle over het wel en weer van onze goede Stad kunt rede twisten. Ik zie Uw wel na de Winterkermis!

Pevenaege Omer

23 oktober 2006

VADER DAG

91. De eerste rondjes op de winterkermis stellen hem maar niet gerust. Het stuur van de paarse glitterturbo klemt hij in de handjes. In zijn karbonkels zie ik angst om wat hem wacht. Tegelijk verlangen naar wat hij nog niet kent. De roes van voor hem zeer hoge snelheid. Minstens één tourtje per halve minuut.

Je achterkleinzoon speurend naar je kleinzoon. En ik wat verderop, spiedend aan de kant. Always op zoek naar jou. De fanfare loopt langs. Muziek kan angsten stillen.

Alle eendjes zwemmen in het water. Acht mag hij er vangen. Er zijn mooie prijsjes. Straks aan het Bruulpark, zal hij ze zien happen naar oud brood. Eentje zwemt alleen de verkeerde kant op.

‘Eendje zonder papa?’
‘Eentje zonder papa.’

Waarvoor ben je zo bang, mijn zoon?
Voor de Elfenkoning, met mantel en kroon;
Zie je dan papa, de Elfenkoning niet?
Mijn zoon, je ziet een nevelsliert.

92. De lieve Jeannine en haar man Albert nemen me mee naar de kermis. Grote rups. Echte cowboypaarden. Het vreselijke slangenmens. Visjes vangen, thuis zijn ze al dood. Met Albert op de autoboks. In het spiegelpaleis. Het spookkot. Oliebollen, in de gouden kooien van Le Vieux Bruxelles.

‘C’est des pets de nonne’, lacht Jeannine me toe. Ze is een Walin. Neemt me soms mee naar het land van Celles, Pottes en Helchin. Chez Pépère et Mémère.

‘Mon manège à moi, c’est toi’, zingt Albert. Van hem maak ik mijn geheime vervangpapa nu ook grootvader me in de steek laat, kamer 513.

Ik zeg Albert niks, bang dat ook hij het laat afweten. Jij hebt je kans verkeken, om mijn vader te zijn. Je was mijn eerstaanwezende papa. Je tijd is om nu.

Ach papa, heb je niet gehoord
Waarmee de Elfenkoning mij bekoort
Sei ruhig, blijf rustig mijn kind
In dorre bladeren ritselt de wind.

93. Albert toont me zijn Vlaamse reus. Laat me bitterkers plukken in het beekje achter zijn huis. Leert me manillen. Alle trucs waarmee grootvader hem erin luisde. Hij, Remietje Smaele wiens zoon priester gods is en Mongske Smedt die Vindevogel nog zijn zaligheid heeft gegeven op straat.

Albert rookt Louis Dwaze, leest Het Laatste Nieuws.

(Later zal hij Het Volk proberen. Een abonnee bij, om mij te plezieren. ‘Omdat gij er uw daguur mee verdient. Al moet ik zeggen copain, ik vind er mijn draai niet in. ’)

De man die je in mijn hart vervangt, kijkt dwars door me heen. Leert me wat schone schijn is en ‘klap van de mensen’. Lacht zich in een deuk om mijn nieuw grijs streepjespak. De Wetstraat zal hem worst wezen. Wat telt is Jeannine in hun huisje hier, Jacob Van Arteveldestraat. En de Koloniale Loterij.

‘Als ik win, koop ik ons een studio in de zon bij de boten. Ziet dat ge ons dan komt bezoeken. Wat weet uwen Jean Gol te vertellen dat ik al niet weet? Dat de weders gaan veranderen, dat zeg ik. Ik voel het aan mijn knieschijven. We krijgen donder. Dat zijn hier nogal radijzen, hé copain zijn dat radijzen ja.’

94. Samen monteren we teaterstukken op zolder. Familiale spektakels die we ten tonele brengen op kerstdag:

‘Jakoesingelatoebanana.’

We vormen een exotische compagnie, hij en ik. Los Machucambos. Starring & Singing Alberto & Son. Albert kan alles. Toveren, koorddansen, zingen, koken, kiekens pluimen, konijnen stropen, metselen, mij op de schouders tillen, mij naar bed brengen, mij troosten, mij uitlachen, mij blazen wijsmaken, om drie uur ’s ochtends opstaan om overuren te kloppen, hazepatee draaien, geutelingen bakken in Louise-Marie.

Ik mag bij hem op de duozit van zijn Flandria. Als hij lacht, klaart mijn hemel op. Lachen doet Albert de hele dag. Behalve wanneer Jeannine ziek is. Dan soigneert hij zijn kookprinses als een koningin.

‘Zonder Jeannine ben ik een vogel voor de kat zoudt ge dat willen geloven.’

Bij hem voel ik me zoals ik me altijd had willen voelen bij jou. Verborgen. Geborgen.

Wie rijdt er zo laat door nacht en wind?
Het is Albert mijn copain met jouw kind
Hij houdt me vast in zijn arm
Omklemt me stevig, houdt me warm

‘Copain, god schept den dag en wij vliegen erdoor. Kom ik toon je mijn rapen, stadsmuske dat ge zijt.’

Achterin zijn tuin, bij het huis van madame Raymonde en Oscar waar we vanavond samen Schipper naast Mathilde gaan bekijken, vertelt Albert me van jou. Dat ik me geen zorgen moet maken. Dat je alles ziet vanwaar je bent. Dat je over me waakt.

Hij kent me als de zoon die hij zelf nooit hebben zal. Hij nooit een zoon, ik nooit een vader. Hij voelt me aan. Weet wat er scheelt. Wanneer ik je het meeste mis. Na onze teaterstukjes. Omdat je er dan niet bent om te applaudisseren. Dat je nooit eens een geuteling met me eet. Dat je geen Flandriamotor hebt, zo dat ik je vanop de duozit in de armen klemmen kan. Eén keer. Dat je mama niet soigneert als een koningin wanneer ze niet meer vooruit kan, vanwege haar hielspoor. Dat je geen overuren klopt. Voor haar, voor ons. Dat je niet tovert. Koorddanst. Kiekens pluimt. Konijnen stroopt. Me je Vlaamse reus niet toont, je bitterkers. Dat jij mijn schipper niet bent. Eén avond. In de zon bij de boten, jij en ik.

Is ’t echt kijk je me van ginderboven aan
Zie je de elfenkoning zijn dochters staan
Mijn jongen ik zie ze helder en klaar
Het zijn Alberts ouwe grijze wilgen maar.

95. Ik word groot, mijn vervangpapa gaat dood. Schrijft hier nu met me mee. Tikt de toetsen voor me in. Dat het leven liefde is en anders niks wat zou het. Of ik Jeannine alstublieft niet wil verwaarlozen. Dat hij me weldra verwacht met mijn pot blommen bovenop de berg.

Doe de groeten aan mijn papa, lieve vriend. Leer hem je kaarttrucs. Dat hij zich daar een beetje kan bezighouden. Want met mij…Zet het hem betaald van die twee kasseien in je valies voor je trouwreis naar Rocamadour.

Lang hoeft het nu allemaal niet meer te duren. Dan spelen we samen weer ons teatertje. Los Machucambos in Paradiso. Applaudisseert papa misschien eindelijk ook eens mee. God wat miste ik hem, daar achterin op de planken van Tavi’s Paradijs. Eén knipoog was genoeg geweest.

De vader huivert, hij rijdt gezwind
Houdt in zijn armen zijn kermende kind
Bereikt de hemel ternauwernood
Je kind in mijn hart papa, gaat nooit dood.

‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.