22 juni 2007

VADER DAG















179. Je maximale hartslagritme lag op 182. Ik heb het berekend. Ik beschik daartoe over voldoende parameters. Je mikt me op de wereld op je zevendendertigste, sterft een jaar later.

Je maximaal hartslagritme 220-38 = 182. Had je een beetje getraind, dan lagen de grenzen van je Own Zone tussen minimaal 118 en maximaal 154. Respectievelijk 65 en 85 percent van je maximale hartslag.

Je Body Mass Index kan ik helaas niet berekenen. Daarvoor ontbreken me je lengte en je gewicht. Had ik je anders kunnen vertellen of je boven de 25 met obesitas kampte. Of je bloeddruk naar 16/20 neigde. Of je cholesterolgehalte vervaarlijk boven de 300 piekte. Of bij dit alles je aders fataal dichtslibden.

Was het je hart of je hoofd? In 1951 bestonden al die technische snufjes niet. Bons vivants van je slag hadden er geen weet van. Ze boterden hun wafels tot de rand, lieten zich verwennen met Dame Blanche, Cognac Martell, Monte Christo.

Nu letten we op alles en sterven we: kerngezond.

180. Denk vooral niet dat ik je wil overbluffen met de technische vooruitgang van deze tijd. Het is gewoon dat je drie kleinkinderen me voor Vader Dag zo’n Polar omgedaan hebben. Die meet voortaan àlles wanneer ik me loop af te peigeren.

Sindsdien knel je me letterlijk om het hart met een Wear Link die mijn harteklop naar mijn pols seint. Aan de rechtervoet telt een tikker al mijn stappen, naar jou. En hoeveel calorieën ik al wegsmelt, bij wijze van voorproef. Voor het finale totale opgaan in het niks.

Je greep naar je hart, naar je hoofd. Je zei tegen je kaartvrienden dat je je eventjes onwel voelde. Eventjes voor jou, een eeuwigheid voor mij. Er was eerder op de avond een bijeenkomst geweest van het Davidsfonds. Eindeloze discussies over de Taele en het hele Volk. Je was voluit gegaan als steeds in je overtuiging.

Er waren ook wat spanningen in de fabriek met één van je broers. Mij bereiken nu pas die verhalen omtrent toegangsverbod. Mama die werd lastig gevallen terwijl je er niet was. Volgens mij liep je in die dagen zwaar boven je Own Zone, ouwe. Tikte je hart in de Death Zone.

Niks leer ik eruit. Je genen zitten in mij. Lichaamseigen endorfinen en serotonine brengen slechts zeer voorlopig soelaas. Op een dag loop ik met al mijn parametertjes buiten mijn Own Zone recht naar jou.

Ik heb een vriend die er Midas Dekkers bijsleurt en me waarschuwt: al die sport, zeer ongezond. Let it be. Op een dag bedekt een net niet neergehaald damhert aan de goede kant van de Kluis me met varens en klaprozen.

Het mag ook op de planken met de vrienden Mandolienen. Eén fa kruis of wat daar moet voor doorgaan teveel door mijn Blues Harpje. Dan een laatste knipoog naar de accordonist. Stand by me. And forever solo.

181.Een virtuele lezer vraagt me waar ik met deze Vader Dag naartoe schrijf. Naar jou. Met of zonder bandje of metertje om. Every body tells a story.

‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.