14 juli 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (130)

















FRANSTALIGE BRIEVEN: VAN PARAPLU NAAR PARASOL

BINNENLANDSE ZAKEN SCHUIFT SCHULD DOOR NAAR RONSE

MARINO‘KAFKA’ KEULEN: STADSBESTUUR IN DE FOUT


Vlaams minister van binnenlands bestuur, stedenbeleid, wonen en inburgering Marino Keulen acht het Ronsese stadsbestuur verantwoordelijk voor het doorsturen van de Franstalige oproepingsbrieven om een nieuwe identiteitskaart te komen afhalen.

‘Het is nog niet omdat Binnenlandse Zaken die uitnodigingen voor bepaalde inwoners van de faciliteitengemeente Ronse opstelt in het Frans, dat het stadsbestuur die ook zo mag doortsturen naar die bewuste inwoners.’

Keulen vindt dat de stad Ronse de oproepingsbrieven vanuit Brussel …had moeten weigeren en had moeten eisen dat de Federale Overheidsdienst alle brieven in het Nederlands zou opstellen.

‘Pas nadat die brieven waren aangekomen, konden inwoners eventueel verzoeken om een brief in het Frans toegestuurd te krijgen,’ aldus Keulen in een op zijn minst Kafkaiaanse uitleg.

DE BRIEF VAN MINISTER KEULEN

Geachte College,

Ik heb uw klachtbrief in verband met de bemerkingen en bedenkingen betreffende het taalgebruik in de gemeentebesturen van het Nederlandse taalgebied in goede orde ontvangen. Daarin deelt U ons mede dat de dienst bevolking maandelijks vanuit Brussel oproepingskaarten voor de digitale identiteitskaart ontvangt, maar dat een inwoner die een Franstalige identiteitskaart heeft, automatisch een Franstalige oproepingskaart ontvangt.

Zoals U terecht in uw brief aanhaalt is dit in strijd met de wetgeving, en ik heb dan ook een schrijven gericht aan de federale minister van Binnenlandse zaken, met een vraag om uitleg. In bijlage vindt u een afschrift van dat schrijven.

Van zodra ik een antwoord ontvang, kom ik op uw brief terug.

Een en ander betekent echter niet dat ik mij toch vragen stel bij het feit dat u de Franstalige oproepingskaarten die u ontving van het federale ministerie van Binnenlandse Zaken zonder meer doorstuurde aan bepaalde inwoners van uw gemeente. U had immers perfect uw bezwaar tegen deze handelwijze kunnen uiten en de FOD Binnenlandse Zaken het standpunt van de Vlaamse overheid meedelen dat erin bestaat dat de particulier die zich wenst te beroepen op de faciliteitenregeling het verzoek om een Franstalig exemplaar van een bepaald document te bekomen bij elke handeling opnieuw moet herhalen. Dit standpunt is immers voldoende gekend en werd onder meer verwoord in een ministeriële omzendbrief (BA 97/22) van een van mijn rechtsvoorgangers, de heer Leo Peeters. Zoals u wellicht eveneens weet maakte deze omzendbrief het voorwerp uit van een aantal procedures voor de Raad van State. In een aantal arresten van 24 december 2004 verwierp de Raad van State de klachten, waardoor de vermelde omzendbrief definitief werd.

Marino Keulen.

Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur.


RONSESE ADMINISTRATIE KOP VAN JUT

Het is ons inziens nogal goedkoop om de Ronsese administratie eerst vanuit Binnenlandse Zaken met Franstalige oproepingsbrieven op het verkeerde spoor te zetten en dan achteraf diezelfde Ronsese administratie (lees het bestuur) aan te wrijven dat ze de foutuitlokking niet heeft gezien en zelf had moeten corrigeren.

De Ronsese administratie op het verkeerde spoor zetten, dan als kop van jut laten opdraaien voor de eigen stommiteiten van Brussel en de Ronsese ambtenarij bovendien overladen met een vermoeden van taalpartijdigheid of onzorgvuldige toepassing van de taalwetgeving, is te gek voor woorden.