16 mei 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

KLOEFPROJECT NEEMT TELEURSTELLENDE START

‘CENTRAL PARK’ MET EEN HOOP BOKXDOZEN ERROND















‘MISSCHIEN MOETEN ONZE RAMEN WAT GROTER…’


Is het een teken aan de wand dat het voltallige stadsbestuur - op schepen Yves Deworm na - gisteravond in de Cultuurfabriek schitterde door afwezigheid op de informatie-avond van het Kloefproject door vastgoedmakelaar Bokx en de twee betrokken architectenteams? Maar zondag wel met zijn allen als mietjes pronken in de Fiertelkoets…

Noch het afgelikte marketingtaaltje, noch de maquette, noch de vele schetsen, noch de beelden aan de muren van de Cultuurfabriek kunnen verhullen dat het hele Kloefproject voorlopig weinig meer belooft dan een park met een saai amalgaam van blokdozen errond. Burgemeester Luc Dupont wil met de Kloef geen kakofonie van stijlen en geen eenheidsworst. Zoals het er nu naar uitziet, wordt het helaas zowel het ene als het andere.

De kwaliteitsbeoordelingscommissie onder toezicht van Paul Robbrecht heeft nog hopen werk aan de winkel om van deze weinig begeesterende woonkazerne een echt wervend concept te maken dat betere tweeverdieners ertoe zal aanzetten al hun geld in de Kloef te steken.

En dan komt de betere koper er met zijn 300.000 euro nog het best van af. In de keuze die hij zal kunnen maken tussen een vrijstaande, ‘gekrulde ’of geschakelde woning zal hij natuurlijk gaan voor zuidzicht, parkzicht, zicht op amfitheater en dit alles vanop de hoogste beste plek. Met kijk op het grut beneden.

Beneden wordt het dan veel minder. Daar laat je je wagen ’s nachts buiten achter. Daar moet je met zware boodschappentas door een tunnel langs de achterkant, wil je naar de voorkant van je flat. Bonjour les graffitti..

In het Vlaams heet dat: om moeilijkheden vragen. Of de melk bij de kat zetten. Wie de Ronsese situatie een beetje kent, weet dat géén koper er hier ook nog maar aan denkt om nog al zijn spaargeld te steken in een huis zonder garage…

Elk zijn ding en tuupe voor Ronse.

Veel liever had ik hier een heel ander, dithyrambisch verhaal geschreven van hoe mooi en veelbelovend het er allemaal uit ziet. Doch elk zijn ding. En als deze ene mening helpen kan (hoe dan ook: ‘De gustibus non disputandum’) om de zoveelste nieuwe miskleun van een snel verloederende woonkazerne in Ronse nog af te wenden, dan wil ik best wel de boeman van Bokx zijn.

Overigens werken de mensen van Bokx zeer open. Ze doen er inderdaad alles aan om de bevolking optimaal te bevragen en te informeren. Maar het punt is: hun project oogt – toch voor wat het woongedeelte betreft - oersaai.

Het is weinig vernieuwend. Het begeestert niet. Er is totnogtoe geen enkel 'waw!'-effect genoteerd. Het draagt integendeel veeleer de mislukking in zich. Zeker met architectenteams die zo te horen nog altijd hun eerste onderlinge samenwerkingsvergadering moeten hebben en nog hun gang gaan zonder gezamelijke teamprojectleider. Mensen van het vak vinden dit onwaarschijnlijk.

Architecten die ons, aan de hand van hun wirwar van variabele schetsen, modellen en modules, komen vertellen dat ze hun huizen vooral à la carte en dus op plan gaan verkopen. Met andere woorden: we zien wel waar we op uitkomen. Zo werkt dat nièt.

De eerste koper zal in die omstandigheden op zijn minst de grootste durver moeten zijn.

Welk balkon wil u?

De Kloef is, zoal het er nu zit aan te komen, een grijze kat in een zak. En wie koopt er in Ronse, met al een aanbod van straks 200 nieuwe flats, nog een kat in een zak? Een huis in een wijk waar de prijsvork elk wat wils belooft. Van het betere tot het veel veel mindere. Een bouwwerf die er op zijn minst vijf, misschien tien zal over doen om dat woonerf van mooie brochures te worden waar het goed toeven moet zijn?. Waar sta je dan met die betere residentie voor de betere tweeverdieners?

De architecten willen hier in vijf fases gaandeweg 230 woningen neerpoten. De makelaar toont ons hiertoe referentiebeelden die er helaas helemaal geen blijken te geen zijn, referenties. De maquettes tonen ons het soort van platte wit-grijze kubusjes die je in films over het leven van Jezus ziet. Modern zei u? Quo Vadis Kloef.

Welluidende verhalen over hagen met Latijnse namen (kent u bijvoorbeeld de Fagus Sylvatica?), diverse verhardingen, klinkers, lampen (Albert De Cordier de zijne in de Papestraat waren origineler), banken, een trapsgewijs amfitheater, acht hectare groen op een totaal van dertien, wandelpaden, fietspaden, onsluiting, variabele typologieën van A tot H (godzijdank wordt ons het hele alfabet van blokmodules bespaard), tot ‘Urban villa’s’ gebombardeerde appartementen, platte daken met uitbreidingsmogelijkheden (alweer: we zien het wel), carports, een wirwar van volumes kunnen vooral de grote onzekerheid niet wegnemen waarin dit hele project wegzakt. Een onzekerheid die zich nog het best laat vertalen in de enquête die de schaarse aanwezigen na de presentatie in handen gestopt krijgen:

‘Welke afmeting moet een balkon volgens u hebben?'
'Mist u een garage?’

Tja. Het antwoord zit in de vragen zelf. En het heeft minder te maken met zorg voor openheid en betrokkenheid dan met dat compleet tasten in het duister. Dat dergelijke vragen op vandaag nog moeten worden gesteld, zegt ons vooral alles over het gladde ijs waarop de architecten vandaag nog schaatsen.

‘Misschien ware het wel een leuke optie om op de eerste verdieping te wonen?’

Je weet echt niet wat je hoort. Elk gezin met kinderen zal je vertellen wat bel-etage- wonen betekent aan gesleur op trappen.

Kloef erop of eronder

Veel van wat getoond wordt, doet ons denken aan wat we hier in Ronse helaas maar al te vaak hebben gezien. Wijken die we niet bij naam zullen noemen, maar waarvan elke Ronsenaar weet dat ze jammerlijk staan te verloederen terwijl je erop kijkt.

De Kloef is en blijft niettemin een prachtig idee. Hopelijk kan een en ander nog worden bijgestuurd. Daarom precies die enquête, zal allicht het zwakke tegenargument zijn. Maar dan moeten Luc Dupont en Yves Deworm wel heel dringend hun beoordelingscommisie wakker schudden. Anders wordt de Kloef regelrecht hun zwanezang, hun afscheid: in mineur. Met als afscheidscadeau een nieuwe vl(o)ek op Ronse

Eén verloren zinnetje van één van de architecten resumeert voorlopig alles over de ‘kakofonie’ waarin de Ronsenaars met dit project worden meegesleurd.

‘Misschien moeten de ramen wel wat groter’…

Inderdaad. Dan kan het licht gaan schijnen in de duisternis. Tot zolang is het: Kloef eronder.