16 juni 2008

GRAFFITI


Het is wennen aan Vlaanderen zonder Claus. Afscheid met het mooiste doodsprentje (bidprentje, dat ware erover) dat de schrijver van de Oostakkerse Gedichten en Het Verdriet zichzelf allicht had toegewenst. Eresaluut uit de beste pen van ondermeer Connie Palmen, Remco Campert, Dimitri Verhulst, (de inmiddels zelf zopas overleden) Kees Fens, Tom Lanoye, Piet Piryns, Hugo Camps, Jan Mulder, Cees Nooteboom, Kees van Kooten en Paul Claes. En met dit Sonnet XV van de man die Louis Seynaeve het eeuwige leven schonk:

Jaren geleden kon ik dromen
(o infantiele profetische ziel)
van de dingen die zouden komen,
fataal als de uitvinding van het wiel.

Nu is de wereld sterfelijk als ik,
en daarmee uit.
Alleen onzekerheid geeft mij een kick,
ik geloof geen fluit.

Dromen jaag ik naar de zolder
waar de domme kinderen wonen.
Ik lieg. Er is nog één dolle kolder

en dat is zij over wie ik bericht
in dit gelovig klinkgedicht,
de laatste van mijn demonen.

***




Ahmid Karzai, de president van Afghanistan zegt dat hij Pakistan gaat aanvallen als Taliban-leider Baitullah Mehsud er niet mee ophoudt aanslagen te plegen op zijn grondgebied vanuit het Pakistaanse stamgebied Zuid-Waziristan. Wie wil weten waarom Karzai de Taliban in zijn land niet moet, leze ‘Duizend schitterende zonnen’ van Khaled Hosseini. Voor zover dat al niet gebeurde. Want Hosseini (ook auteur van De vliegeraar) tekende met dit boek voor een onverbiddelijke wereldbestseller. Als geen ander vertelt hij de westerling alles over ondermeer de positie van de vrouw in die genadeloze mannenwereld.


***


In ‘De woorden en de dingen’ toont Michel Foucault (1926-1984) aan dat de geschiedenis van het denken geen gestage opeenvolging van inzichten is, maar een schakeling van zogenaamde ‘épistème-wisselingen’ die elke keer weer een nieuw begin aankondigen en afrekenen met al het oude. Een geniaal werk uit de Verlichting is dat bijvoorbeeld louter op basis van de toen heersende grenzen van het denken.
Een epistème is het geheel aan theoretische en praktische kennis waarmee een mens kan functioneren.

Foucault verkiest die bredere term boven de paradigmaverschuivingen van Thomas Samuel Kuhn (1922-1996). Volgens Kuhn verloopt de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis niet zozeer via een structuur van lineair onderzoek, maar door middel van paradigmaverschuivingen die binnen wetenschappelijke disciplines afrekenen met verouderde inzichten en plaats maken voor een nieuw begrip dat leidend is vanaf dat moment. Copernicus, Newton en Galilei zorgden bijvoorbeeld voor dergelijke verschuivingen tegenover het heersende denken. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Foucault voor zijn meesterwerk ‘De woorden en de dingen. Een archeologie van de menswetenschappen’ (verschenen in 1966) de mosterd haalde bij die schuivende paradigmata van Kuhns ‘Structuur van wetenschappelijke revoluties’ (verschenen in 1962).

Zelf haal ik de mosterd voor al wat hierboven staat uit ‘De canon van de filosofie’. De 100 beste filosofieboeken allertijden.

***

Mijn goede schrijfcompaan van altijd Guido Fonteyn, vrijdag op bezoek voor een lezing in Het Vrijzinnig Centrum, begrijpt maar niet dat Ronse niet meegaat in het verhaal Lille-Kortrijk. Zo horen we het eens van een ander. Guido weet waarover hij het heeft. Schrijft al jaren con brio over de ‘nationale betrekkingen’ tussen Vlaanderen en Wallonië.

***


Ik bezoek het lege kerkje van Monteregioni. Leeg? Niet helemaal. Vooraan op een kerkstoel zit Jan Cremer. Het mysterie van gods schepping bewonderend. Wel in het lekkere gezelschap van twee dames die zo uit zijn memoires lijken weggelopen. Alle aanwezigen hebben hun kleren nog helemaal aan. Dit ondanks de lege biechtstoel en de grote Toscaanse hitte. Cremer mèt broek aan, zelf gezien.

Dit verhaal is zo waar als alle avonturen die Cremer in '3' (het derde deel) van zijn memoires beschrijft. Inderdaad nog altijd even vlot en knap geschreven. Als een Henry Miller of een Céline. Met erin : alles wat je als opgroeiend jongetje van goedgelovigen huize altijd zelf had willen kunnen durven.

‘Graffiti’. Een Blogboek.
Copyright Stef Vancaeneghem.