27 augustus 2008

DE NALATENSCHAP

















Hoofdstuk 4.

Fox

‘Op de zolderkamer van mijn onderduikplek lees ik wat Immanuel Kant in 1784 schreef. In het Berlinische Monatschrift.

‘Sapere aude. Durf te denken. Heb de moed je van je eigen verstand te bedienen. Wat is Verlichting anders dan het uittreden uit de onmondigheid die de mens aan zichzelf te wijten heeft?

Onmondigheid is het onvermogen je van je verstand te bedienen zonder de leiding van een ander.

Je hebt deze onmondigheid aan jezelf te wijten, wanneer de oorzaak in een gebrek aan vastberadenheid en aan moed ligt om je van je verstand te bedienen. Zonder leiding door een ander.'

Aufklärung. Lumières. Enlightment. Ilustracion. Illuminismo. Anderhalve eeuw na de verheven en verfijnde Kant wil een gekke zelfverklaarde Führer in de plaats van de hele wereld denken en ons de horror van zijn waanzin opdringen.

Ons land is bezet. Zeer tijdelijk. We geven niet op.
We geloven in de vrijheid. Ooit komt ze.
Ondertussen plooien we niet. Niemals. Nooit. Jamais. Never.

Mijn hele netwerk hier in de stad steunt op moed en onderling vertrouwen. Van moed gesproken : de grootste bewondering heb ik voor de courage van al mijn koeriers. Zij doen dit alles in extreem moeilijke omstandigheden.

Zij zijn het die al onze informatie doorgeven van boven naar onder en omgekeerd. Zonder hun durf kunnen we het wel schudden. Zij zorgen voor de efficiënte verdeling van onze clandestiene kranten. Zij versassen onze documenten. Zij zorgen ervoor dat onze wekelijke rapporten bij onze hogere leiding terecht komen.

Heel wat vrouwen vinden zichzelf er niet te beroerd voor om koerier te worden. Ze nemen nochtans extreem hoge risico’s.

Onze koeriers werken met wat wij dan weer onze ‘brievenbussen’ noemen. Wij bezorgen de koeriers gevoelige informatie. Zij brengen die naar onze brievenbussen. Koeriers en brievenbussen kennen elkaar onderling niet. Toch zeker niet bij de eerste contacten. Gaandeweg kennen ze wel een paar gezichten. Maar altijd werken we met pseudoniemen.

Moed. Opoffering.
Durf. Betrouwbaarheid.
En een tikkeltje geluk.

Dat is het waar ons hele netwerk mee staat of valt. De meeste opdrachten van onze koeriers zijn levensgevaarlijk. Eén versperring van de Feldpolizei of de Gestapo op elke denkbare en vooral ondenkbare plek van een koeriertraject volstaat om ontmaskerd te worden. Betrapt zijn in het bezit van verzetsdocumenten staat gelijk aan marteling en gewisse dood.

Dat is het wat mijn mensen dan wacht. Ze weten het. We kennen de risico’s van datgene waar we mee bezig zijn. Het geeft ons helemaal geen kick. Het geeft ons vooral angst. Bijtende angst. Die we overwinnen met ons geloof in de vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Allemaal samen.

Neem Denise Bouchez (LF 75). Trekt regelmatig naar Péruwelz. Eerst met de trein naar Basècles. Vandaar vier lange kilometers te voet. Waarbij het lot elke nieuwe meter toeslaan kan. Maar ze gaat ervoor. Zij zorgt voor onze verbinding met inlichtingenagent Joseph Verlinde.

(Zogezegd bezoekt Denise de ouders van Joseph als goeie vriendin van zijn verloofde Rogette Leyman. In werkelijk is ze onze koerier).

Denise trekt ook regelmatig naar Brussel. Daar verzorgt ze onze contacten met Roger Cantraine. Codenaam Maxence (HZ1). Denise en ‘Maxence’ spreken er af in een Brussels café. Soms wacht ze hem op in het station van Leuze, op het perron. Denise zorgt ook voor onze verbindingen met Oudenaarde.

Jacqueline Roos (Rx 100) doet onze boekhouding. Ze verzorgt ook de koerierdienst naar Edingen. Daar, dichtbij het marktplein heeft ze haar brievenbus in een kleine slagerij. Bij haar laatste verplaatsing naar Enghien loopt het ei zo na fout. Eerst is er een naziversperring die ze probleemloos weet door te geraken zonder afgetast te worden. In de slagerij vindt ze die dag niemand meer. Alle aanwezigen zijn net opgepakt. Meegevoerd door de Gestapo. Gelukkig voor Jacqueline wordt het huis na de razzia niet langer bewaakt. Ze geraakt veilig terug bij ons. Mèt al haar documenten, instructies, berichten. Plus een altaarsteen voor een priester in de clandestiniteit. We zijn jong. We zijn leeuwen. Niks zal ons neerhalen.

*

Ook Michel Detandt (Rx 10) en Maurice Laurier (RX 261) verzorgen net als Jacqueline koerierdiensten naar Edingen. Paula Baert (LF 76) van haar kant klaart klussen voor mijn medechef Renaud in Brussel. Zij bezorgt ons ook regelmatig onze instructies uit de hoofdstad.

Roger Detandt (HCZ 1), codenaam ‘Jacques’ is afgevaardigde van onze provinciale leiding. Hij staat in rechtstreeks contact met mij. Regelmatig bezorg ik hem onderdak, boven het café van Jean Lefebvre op de Plaats.

En dan zijn er onze jonge meisjes. Marie-Céline Bruniaux. Codenaam Nicole (LF15). Regelmatig komt ze bij me langs thuis in de Wijnstraat, voor clandestien onderdak. Zij verzorgt de koerierdiensten naar Saint-Sauveur. Haar brieven brievenbussen liggen er in de de hoeve van Antoine Cantraine, het klooster en de boerderij van Fernand Foucart. Dit alles is echter afhankelijk van de onderduikadressen van onze zonechef Maxence.

Yvetje Cantraine is nauwelijks vijftien. Zij ledigt de brievenbus in de boetiek van Marthe Verdooth in Saint-Sauveur. Haar mama verstopt er onze karige en zeldzame archieven in metalen dozen, weggemoffeld in holle wilgen.

Marcel Lagache (Rx 133) fietst elke week naar Zottegem waar hij contacten onderhoudt met onze regiochef Karel Van Wambeke (RZ1). Hij brieft hem de instructies en haalt er wekelijks de rapporten op. Soms neemt Marcel Ronsse (Rx 181) zijn taak over.

Voor onze verbindingen tussen Ronse en Oudenaarde zorgen behalve Marcel Ronsse ook José Deregel (Rx 154) en Marie Louise Neufcourt (Od 200). Zij is verbindingsagente van onze regiochef Achille Van Hecke. Zij zorgt ervoor dat de wapens bij mij terecht komen.

Want meer wapens zullen we nog nodig hebben. Reken maar.

Germaine Bourlez (RX BL1) zorgt voor onze hoofdbrievenbus in de stad. Zij verkoopt bloemen op de Plaats.

Albert Verdonckt (Rx BL 2) verkoopt auto-onderdelen in de Stationstraat. Ook hij bewaart archieven van ons. Berichten. Instructies. Rapporten. Gevaarlijke opdracht maar belangrijk voor later.

Want ooit, als ons land bevrijd zal zijn van het monster genaamd totalitarisme, zullen we dit alles weer boven halen. Als getuigenis voor de generaties na ons. Opdat zij die na ons komen, zouden weten welke prijs we hier en nu, dag en nacht betalen. Voor hun vanzelfsprekende vrijheid.’

De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
Coverillustratie: 'Ronse by night.'

(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording bronnen cfr. 9.08.2008.)