13 november 2008

BLUE MOON













Hoofdstuk 42.

Moorhead. Los Angeles Times, Herald Tribune en USA Today zijn meer dan lovend. Onze tournee is een triomf. We worden bijgezet in het hol of fame. Rolling Stone roept ons uit tot grootste rariteit allertijden.

(Met mijn nieuwe tandbestendigende didgeridoo van rubber geef ik onze intieme nummers meer warmte. Onze groupies worden er gek van).

Mason City. Onze World Tour-bus laat het afweten vanwege zeiknatte bougies. Er staat een hevige sneeuwstorm. Ons management weet een privéjet te regelen. We hebben geen moment te verliezen. We staan alweer geboekt voor een optreden morgen in Fargo, Noord-Dakota. De piloot is een knaapje van naar schatting eenentwintig. Of hij overweg kan met het vliegen op instrumenten in nachtelijke sneeuwstormen is me niet duidelijk.

(John John, de kleine Kennedy van onder dat bureau in de Oval Room, denkt dat hij overweg kan met zijn girograaf. Met zijn vrouw en haar zus vliegt hij naar een trouwfeestje van de Kennedy-clan op het chique Martha’s Vineyard. Kletst wat uit zijn nek. Prutst wat aan de knopjes. Leest zijn boordinstrumenten omgekeerd. Denkt dat hij omhoog gaat. Duikt de oceaan in).

Ik stel de andere Snukkende Snaren gerust. Wie in god gelooft hoeft niks te vrezen. Iedereen is bijgevolg doodsbang. Niks geen sneeuwstorm, zegt onze chef. We zitten hier in Amerika. Al je dromen worden waar. En daarbij, we vliegen op een Beechcraft Bonanza. Dat zijn de veiligste Beechcrafts ter wereld, de Beechcrafts Bonanza. Elke kenner zal je dat vertellen.

Een beetje aan de krappe kant die Beechcrafts, dat wel. Maar we hebben vannacht geen enkele zin om Jack Kerouac per bus achterna te touren On Route ’66, met de cruise control op tergend traag. Bussen worden gekaapt. Bussen gaan van de weg. Bussen krijgen een klapband. Of de buschauffeur dommelt in. Of hij wil Aboe Simbel halen voor zonsopgang en de grote hitte van wel vijfenvijftig graden.

Met onze Beechcraft Bonanza winnen we zeeën van tijd. Onze internationale doorbraak maakt van ons de meest gevraagde groep ter wereld. Niet dat we daarom beginnende flutzangertjes het wit in de ogen niet meer zouden gunnen. Vannacht geven we bijvoorbeeld niet minder dan drie Absolute Beginners een lift naar Fargo. Valenzuela, heet de jongste. Een kereltje van zeventien. Denkt dat hij geschiedenis gaat schrijven met een tearjerker. Over Donna, een liefje dat hem heeft laten zitten vanwege niet goed genoeg. De tweede is een zekere Jiles Richardson. Artiestennaam: The Big Chopper. Met zijn achtentwintig is hij de oudste van de drie. De derde heet Buddy Holly. Tweeëntwintig. Nooit van gehoord. Voor Richie Valenzuela wordt het de luchtdoop. Hij beweert dat hij zienersgaven heeft, zegt dat het zijn luchtdood wordt. Ik geen hem een muntje, probeer wat te slapen. Op mijn Polar is het exact vijf na één.
*
Die Amerikaanse sneeuwstormen zijn echt de max. Turbulenties waarvan je alleen maar dromen kan als je Richard Branson of Steve Fosset heet. In de mijne, mijn droom zie ik de rode kersttruck van Coca-Cola met duizend lichtjes in de nacht en de Kerstman vrolijk zingend aan het stuur.

‘Always Coca-Cola, always Coca-Cola..’.

Foute droom. Onze tournee wordt gesponsord door Pepsi Max.
Drie minuten later hangen we boven Lake Madison (Wisconsin). Het gaat hard. Loeiend hard.

‘Bailar La Bamba. Oh, Donna.’

Naast mij zit Otis Redding. Met zijn Barkays geeft hij ter ere van de Snukkende Snaren een performance weg, tienduizend meter hoog:

‘Crashin’ in the dock of the Bay.’ Zijn wereldhit.

Boven de Mammot Lakes, California maakt de piloot een looping rond de complete Planet Earth. E-mee-zing! Na een helse achtervolging worden we tenslotte neergehaald door Horst Rippert, de broer van Iwan Rebroff. Met zijn Stuka achtervolgt Horst ons van Corsica tot boven het Rhônedal.

(Wat er inmiddels van onze jonge piloot is geworden, het is ook mij een raadsel. We zien zijn Beechcraft Bonanza diep onder ons als een kunstig wrak in de sneeuw geprikt).

Doch lichte pech kan ons niet tegenhouden. Pierce Brosnan trekt ons in volle vlucht één na één meteen in een ander toestel, wat ik onmiddellijk identificeer als een Lockheed Lightning P38. Aan de knuppel hangt nu mijn persoonlijke held Saint-Exupéry.

‘Ik bewonder je ’, hoor ik Horst schreeuwen door de koptelefoon van mijn Zen Creative MP-3.

‘Ik betreur het dat ik je moet neerschieten, Antoine. Echt waar. Maar het is mijn verdomde plicht, als je Duitse vijand. Zoals jij de hemel beschrijven kan! Zoals jij mijn gedachten en gevoelens als piloot verwoorden kan ! Jij hebt mij ertoe geïnspireerd zelf piloot te worden en je hier vandaag neer te schieten.’

‘Doe wat je niet laten kan’, zegt Saint-Ex . ‘Schiet me af als je ballen aan je lijf hebt.’

Ik word wakker naast Marie-Lou.

‘Wel, schiet je nu nog of wa?’ vraagt ze. ‘De anderen wachten al in het Volkswagenbusje.'

Je maakt wat mee als lid van een wereldgroep, ik zweer het je. Je leeft in de roes van de roem, tussen droom en werkelijkheid.

En als je wakker wordt, dan droom je nog.

'Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(De personages zijn fictief, vertelpersonage incluis.)