17 mei 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

EEN FIJNE FIERTEL
VOOR ALLE BEDEVAARDERS
VAN HIER EN ELDERS!


16 mei 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

KLOEFPROJECT NEEMT TELEURSTELLENDE START

‘CENTRAL PARK’ MET EEN HOOP BOKXDOZEN ERROND















‘MISSCHIEN MOETEN ONZE RAMEN WAT GROTER…’


Is het een teken aan de wand dat het voltallige stadsbestuur - op schepen Yves Deworm na - gisteravond in de Cultuurfabriek schitterde door afwezigheid op de informatie-avond van het Kloefproject door vastgoedmakelaar Bokx en de twee betrokken architectenteams? Maar zondag wel met zijn allen als mietjes pronken in de Fiertelkoets…

Noch het afgelikte marketingtaaltje, noch de maquette, noch de vele schetsen, noch de beelden aan de muren van de Cultuurfabriek kunnen verhullen dat het hele Kloefproject voorlopig weinig meer belooft dan een park met een saai amalgaam van blokdozen errond. Burgemeester Luc Dupont wil met de Kloef geen kakofonie van stijlen en geen eenheidsworst. Zoals het er nu naar uitziet, wordt het helaas zowel het ene als het andere.

De kwaliteitsbeoordelingscommissie onder toezicht van Paul Robbrecht heeft nog hopen werk aan de winkel om van deze weinig begeesterende woonkazerne een echt wervend concept te maken dat betere tweeverdieners ertoe zal aanzetten al hun geld in de Kloef te steken.

En dan komt de betere koper er met zijn 300.000 euro nog het best van af. In de keuze die hij zal kunnen maken tussen een vrijstaande, ‘gekrulde ’of geschakelde woning zal hij natuurlijk gaan voor zuidzicht, parkzicht, zicht op amfitheater en dit alles vanop de hoogste beste plek. Met kijk op het grut beneden.

Beneden wordt het dan veel minder. Daar laat je je wagen ’s nachts buiten achter. Daar moet je met zware boodschappentas door een tunnel langs de achterkant, wil je naar de voorkant van je flat. Bonjour les graffitti..

In het Vlaams heet dat: om moeilijkheden vragen. Of de melk bij de kat zetten. Wie de Ronsese situatie een beetje kent, weet dat géén koper er hier ook nog maar aan denkt om nog al zijn spaargeld te steken in een huis zonder garage…

Elk zijn ding en tuupe voor Ronse.

Veel liever had ik hier een heel ander, dithyrambisch verhaal geschreven van hoe mooi en veelbelovend het er allemaal uit ziet. Doch elk zijn ding. En als deze ene mening helpen kan (hoe dan ook: ‘De gustibus non disputandum’) om de zoveelste nieuwe miskleun van een snel verloederende woonkazerne in Ronse nog af te wenden, dan wil ik best wel de boeman van Bokx zijn.

Overigens werken de mensen van Bokx zeer open. Ze doen er inderdaad alles aan om de bevolking optimaal te bevragen en te informeren. Maar het punt is: hun project oogt – toch voor wat het woongedeelte betreft - oersaai.

Het is weinig vernieuwend. Het begeestert niet. Er is totnogtoe geen enkel 'waw!'-effect genoteerd. Het draagt integendeel veeleer de mislukking in zich. Zeker met architectenteams die zo te horen nog altijd hun eerste onderlinge samenwerkingsvergadering moeten hebben en nog hun gang gaan zonder gezamelijke teamprojectleider. Mensen van het vak vinden dit onwaarschijnlijk.

Architecten die ons, aan de hand van hun wirwar van variabele schetsen, modellen en modules, komen vertellen dat ze hun huizen vooral à la carte en dus op plan gaan verkopen. Met andere woorden: we zien wel waar we op uitkomen. Zo werkt dat nièt.

De eerste koper zal in die omstandigheden op zijn minst de grootste durver moeten zijn.

Welk balkon wil u?

De Kloef is, zoal het er nu zit aan te komen, een grijze kat in een zak. En wie koopt er in Ronse, met al een aanbod van straks 200 nieuwe flats, nog een kat in een zak? Een huis in een wijk waar de prijsvork elk wat wils belooft. Van het betere tot het veel veel mindere. Een bouwwerf die er op zijn minst vijf, misschien tien zal over doen om dat woonerf van mooie brochures te worden waar het goed toeven moet zijn?. Waar sta je dan met die betere residentie voor de betere tweeverdieners?

De architecten willen hier in vijf fases gaandeweg 230 woningen neerpoten. De makelaar toont ons hiertoe referentiebeelden die er helaas helemaal geen blijken te geen zijn, referenties. De maquettes tonen ons het soort van platte wit-grijze kubusjes die je in films over het leven van Jezus ziet. Modern zei u? Quo Vadis Kloef.

Welluidende verhalen over hagen met Latijnse namen (kent u bijvoorbeeld de Fagus Sylvatica?), diverse verhardingen, klinkers, lampen (Albert De Cordier de zijne in de Papestraat waren origineler), banken, een trapsgewijs amfitheater, acht hectare groen op een totaal van dertien, wandelpaden, fietspaden, onsluiting, variabele typologieën van A tot H (godzijdank wordt ons het hele alfabet van blokmodules bespaard), tot ‘Urban villa’s’ gebombardeerde appartementen, platte daken met uitbreidingsmogelijkheden (alweer: we zien het wel), carports, een wirwar van volumes kunnen vooral de grote onzekerheid niet wegnemen waarin dit hele project wegzakt. Een onzekerheid die zich nog het best laat vertalen in de enquête die de schaarse aanwezigen na de presentatie in handen gestopt krijgen:

‘Welke afmeting moet een balkon volgens u hebben?'
'Mist u een garage?’

Tja. Het antwoord zit in de vragen zelf. En het heeft minder te maken met zorg voor openheid en betrokkenheid dan met dat compleet tasten in het duister. Dat dergelijke vragen op vandaag nog moeten worden gesteld, zegt ons vooral alles over het gladde ijs waarop de architecten vandaag nog schaatsen.

‘Misschien ware het wel een leuke optie om op de eerste verdieping te wonen?’

Je weet echt niet wat je hoort. Elk gezin met kinderen zal je vertellen wat bel-etage- wonen betekent aan gesleur op trappen.

Kloef erop of eronder

Veel van wat getoond wordt, doet ons denken aan wat we hier in Ronse helaas maar al te vaak hebben gezien. Wijken die we niet bij naam zullen noemen, maar waarvan elke Ronsenaar weet dat ze jammerlijk staan te verloederen terwijl je erop kijkt.

De Kloef is en blijft niettemin een prachtig idee. Hopelijk kan een en ander nog worden bijgestuurd. Daarom precies die enquête, zal allicht het zwakke tegenargument zijn. Maar dan moeten Luc Dupont en Yves Deworm wel heel dringend hun beoordelingscommisie wakker schudden. Anders wordt de Kloef regelrecht hun zwanezang, hun afscheid: in mineur. Met als afscheidscadeau een nieuwe vl(o)ek op Ronse

Eén verloren zinnetje van één van de architecten resumeert voorlopig alles over de ‘kakofonie’ waarin de Ronsenaars met dit project worden meegesleurd.

‘Misschien moeten de ramen wel wat groter’…

Inderdaad. Dan kan het licht gaan schijnen in de duisternis. Tot zolang is het: Kloef eronder.

15 mei 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR



















EEN ABSOLUTE AANRADER
VOOR AL WIE MET ONS
VAN DE FIERTEL
EN VAN RONSE HOUDT!

WEG VAN RONSE











OVER WATER NAAR WAARHEID

ZEEDAGBOEK


Hier zit ik dan, op het bovendek van de Argonauta 5: een catamaran van 62 voet ( 20 meter). Mijn zicht: 360 graden oceaanblauw met golven van 1 meter en een oneindige horizon... Midden op den Atlantique. ‘t Is te zeggen: het midden zijn we al gepasseerd.

Op 6 april vertrok ik samen met Spaanse kapitein Sergio en drie andere Spaanse bemanningsleden, Javier, Roberto en Edu, mijn lieve vriend de Bask vanuit Sint-Maarten (Saint -Martin op zien Ronsies), een Oostelijk Caribisch Eiland. We zijn dus met zijn 5. Tja ik zit middenin in een mannenwereld. Soms grappig om ze bezig te zien. Maar ook heel leerrijk... Ontdek de 7 verschillen tussen man en vrouw...!

Vier dagen geleden, na dertien dagen zeilen, kwamen we aan in Ilha do Faial (Azoren). Als de winden goed zitten ( zo niet varen we op de motor) zien we binnen 48 uren land...Europees land, Portugees grondgebied, de Algarve...Om dan ongeveer een dag later in Cadiz (Zuid-Spanje) te landen.. En dan richting Ronse.

Hoe ziet mijn dag op zee eruit? We doen elk 2 uur 'de wacht'. Ik van 02u tot 04u of van 04u tot 06u (ik wissel elke dag af met mijn vriend Edu). Ik denk dat ik de laatste week geen enkele zonsopgang gemist heb. Ze zijn altijd anders en spectaculair. Vooral het licht dat je ziet eer de zon opkomt is heel mooi: de crepusculo in het Spaans. We hebben ook volle maan op zee gehad. ‘ s Nachts reflecterend in de grote witte zeilen, met een glinsterend spoor op het immense zee-oppervlak.

Tijdens de wacht moet je alert blijven voor verandering van windrichting of eventuele schepen in de buurt. Met een radar worden die op meer dan 10 mijl gedetecteerd). Veel groot vrachtverkeer hebben we niet gezien: 10 tankers en 1 zeilboot van 12 meter.


De zee en BHV

Een klein meditatief momentje komt dan ook altijd naar boven tijdens zo’n wacht. Of is deze oversteek gewoon één groot meditatiemoment? Op het water valt alle output-input van de maatschappij weg. Dan komt het brein automatisch tot rust. De basis is het contact met Moeder Zee en Natuur. Sterren en Melkweg vergezellen ons in de nachten voor en na Volle Maan... De kunst op de boot is dus 'in het Moment zijn' en het Grote Verstand laten zijn voor wat het is. Al degenen met wie ik me nauw verbonden voel en ergens een plaats in mijn hart hebben passeren op zo’n momenten dan wel ’s de revue: bedankt allemaal.

Potverdorie, hoe dichter we bij Europees land komen, hoe meer zin , behoefte en verlangen ik heb om thuis te zijn. Ja, mijn eerste thuis blijft België. Ik hoor mezelf steeds trots antwoorden dat ik van België ben als iemand vraagt waar ik vandaan kom. Ja, ik ben toch wel trots op mijn land. ( De politiek volledig buiten spel gelaten, dankuwel! Die fameuze splitsing BHV bereikte zelfs de grote Oceaan...). Nu dus nog trotser op mijn landje dan vroeger toen ik er woonde. Hoe raar kan een mens zijn? Mijn tweede thuis zo voel ik dat toch wel hard aan, is Lanzarote... Ik heb er toch ook wel een paar wortels (geen oranje) nagelaten. En ook een stukje van mijn Ziel.


Unieke ervaring in het Universum

Op 7 april vorig jaar vertrok ik vanuit Lanzarote. Drie maanden gewerkt in the America s Cup in Valencia, Spanje. Vervolgens een sabatische rondreis (die naam heb ik er achteraf opgeplakt) van zes maanden Brazilië, 1 maand Argentinië, 1 week Venezuela en 1 maand Caraiben, Sint-Maarten. En nu voel ik dat ik dus echt veel zin heb om mij in Lanzarote neer te planten. Als uitvalsbasis uiteraard….

Maar terug naar mijn dagplanning op de boot. Na de wacht ga ik lekker slapen. De boot wiegt mij in slaap. De ene dag wordt er al wat meer gewiegd dan de andere. Eén nacht sliep ik helemaal nie: golven van 5 meter hoog).

Rond een uur of elf val ik uit mn bed. Een douchke. De badkamer is juist goed om in recht te staan. Veel bewegen moet ik niet doen of ik kom in het toilet terecht...Als ik mijn haar was, zit ik met mn ellebogen tegen de wanden. Maar ‘t is best gezellig!

Ik kom op de afdeling middenkajuit (living, keuken en leefruimte ). Een paar compagnons zijn al in de weer: eten maken, ontbijten, aperitiefje drinken.
We hebben zelfs een ijsblokjesmaker en TV met dvd...

De boot wordt normaal gebruikt voor luxury charters. ‘ s Zomers in de Middellandse Zee, ‘s winters in de Caraiben. Ik ben dus met mijn gat in de boter gevallen op deze boot voor mijn eerste oversteek!

Ik eet wat fruit, toastje op het buitendek, groet de Zee met al haar Leven erin en het Universum en geniet gewoon van deze toch wel unieke ervaring.

’s Middags rond een uur of 14 is er 1 gezamelijke hoofdactiviteit: eten ! Afwisselend maken we wat klaar en genietenwe samen van de maaltijd. Soms eten we op het achterdek, soms binnen. De temperaturen zijn al fel gedaald. De wacht ‘s nachts deed ik aanvankelijk in short, nu in waterdichte zeekledij mèt muts !


Sara ze zijn er!

Tussendoor doet iedereen zijn eigen ding overdag. Kleren wassen, lezen, dagboek schrijven, vissen (we hebben 2 dorades gevangen van ongeveer 5 kg;dat was dan het spektakel van de dag), muziek luisteren, genieten van de oneindige oceaan, zonsondergangen bekijken, Spaanse siesta, foto s nemen, babbelen met compagnons, lachen, huilen, stil Zijn, staren en dromen. Ik droom hier elke nacht en herinner mij alles heel helder (invloed van water ?)...Geen moment van verveling dus !

De zee geeft ons ook spektakel ! Tussen Sint-Maarten en de Azoren, bijna dagelijks walvissen.. En vanaf de Azoren hebben we de dolfijnen die ons vergezellen...1 keer ben ik in mijn kajuit over dolfijnen aan het dromen en Edu roept:

‘ Sara, kom kijken, Ze zijn er!’.

Een paar keer moeten we bij hoge golven ingrijpen met de zeilen omdat de wind de boot volledig uit zijn koers drijft. En wie komt er dan tevoorschijn?? Juist, de dolfijnen... Al vijf dagen voor ik ga slapen na de wacht verschijnen ze. Ze springen voor de boot en geven een waar schouwspel. Ik voel me veilig begeleid door hen. Ik beschouw ze alst gidsenj. Op belangrijke momenten zijn ze er. Is het niet in de werkelijkheikheid, dan is het in een of andere droom.

Waw! Als ik hier zo terugblik op dat voorbije jaar dan ben ik heel blij. Omdat ik voel dat ik leef en mijn eigen Weg baan. De weg van mijn Waarheid... een weg met het Hart. Tot binnenkort, vanop andere wateren. Een hele grote Oceaangroet van

Sara Verhoken.

(Ik schrijf deze naam onderaan mijn verslag en wie komt eraan gezwommen? Juist! Met zijn vieren zijn ze deze keer. Zie foto.)

NEN GOEIEN FIERTEL IEDEREEN ZONDAG !!

14 mei 2008

BLUE MOON


25.

Geduldig oliet Solangeke, dochter van onze marraine Kitty, haar blootgestelde zalmroze delen met Aloe Vera. Zoals in deze eerste hitte al te vrezen viel, duiken haar gretige grijpers ver voorbij de grenzen van onze verbeelding. Dat Alladin ons nu eens tot vingertop in dat topje toveren wou. De tijd van een stille streling.

‘Warme dagen. Ik voel het aan mijn kiwi’s', grijnst onze drummer.
Met de punt van zijn tong (een Anaconda, Cobra, Boa Constrictor) vist hij het muntblaadje uit zijn Havanna Club. We overschouwen de lichtheid van het bestaan op het nieuw aangelegd terras van The Silicon Valley aan het station. Het leven staat stil. Kitty schilt patatjes. Ze wil frieten bakken.

‘Met mijn eigen pickels beter dan Cross & Blackwell'.

Veel beloven en weinig geven doet het Belgisch Koningshuis van dotaties leven. We bekomen van onze Tour de Chant. Iedereen is er.
Onze roadies: in T-shirt van Passe-Partout.
Onze hoofdsponsor:‘Lees Het Nieuwsblad. Nu met De Laatste Editie van Het Volk’.
Onze groupies: steeds gebruiksklaar tegen onze radeloosheid.

(Later zullen ze voor de poen ons vertrouwen beschamen. Onthullen dat onze bassist er, net als Rod Stewart, een collectie Dinky Toys op nahoudt. Dat ikzelf hele dagen met mijn Marklintreintje speel en, net als mijn idool Holden Caulfield, nooit uit de korte broek ben gegroeid).

***

We hebben zopas een mega-concert afgewerkt voor de voetbalkampioenen. Een optreden van in totaal negen uur. Martino’s met Saumur tijdens de pauzes inbegrepen. Een filmploeg van baron Stijn Coninx heeft alles op band voor het Festival van Cannes. (Categorie Docudrama). We gaan de Gouden Palm pakken tegen Martin Scorscese met zijn filmpje over The Stones. Juryvoorzitter Sean Penn is een fan van onze Snukkende Snaren. Hij hààt The Stones. Vooral Jagger met zijn strandjeannetpasjes in ‘Satisfaction’. Wie kan het wat schelen dat Mick niet aan zijn trekken komt? Marianne Faithfull al zeker niet.

It is the evening
of the day
I sit and watch
the children play

In de stationsfontein laten kinderen hun papieren bootjes los richting nar. Als je onder het wateroppervlak kijkt, lijkt het erop of hij nog altijd de farandole danst om die titel in de derde voetbalklasse. We zijn nu drie dagen later en nog veroorzaakt, vanuit het donkere hol van de Silicon Valley, de zurige walm van Oudenaards streekbier een tsunami ter hoogte van onze diafragma’s .

(Dezelfde zurigheid nochtans waaruit Albrecht Rodenbach in de ouderlijke brouwerij van Roeselare tot emblematische auteur van de Blauwvoeterie gistte. Voorlopig woedt de storm in mijn rechter blauwe voet. De didgeridoo is er bij het inladen op gedonderd).

Over ons memorabel marathonoptreden heeft onze chef nog geen woord gezegd. Als hij zo zwijgt, spreekt hij boekdelen. We hebben nog nooit zo slecht gespeeld. We hebben ernaast gezongen, verkeerd geblazen, strofen vermengd met refreinen. Zelf heb ik mijn didgeridoo gaandeweg vol Martino-restantjes getoeterd. Een lawaai dat vergelijkbaar moet geweest zijn met de instorting van de Campanile op San Marco. We hebben onze accordeonist, die nochtans alles overeind probeerde te houden met een geïmproviseerde potpourri van Caravelli, tot pure wanhoop gedreven.

Gelukkig is het niemand in het publiek opgevallen. De kampioenstitel was binnen. Wat kon de supporters het nieuwe repertoire van onze Snikkende Snaren schelen? Nu nochtans mét tamboerijn, reutelaars en schuiverkes. Het kampioenenlied wilden ze horen. Ze kregen het. Vele malen. We hadden het nooit gerepeteerd. Zowel onze retours als onze klanken gingen finaal verloren in het gejoel van het uitbundige voetbalstadion.

Inmiddels is de storm gaan liggen. Zelfs de zot van het station, het standbeeld dat onze schepen van Carnaval bij de Unesco aanprijst als nieuw Werelderfgoed (ter vervanging van de Boeddabeelden die de Taliban in Afghanistan hebben opgeblazen), wuift ons nu flauw toe met een half verwerkte kater.

Marie-Lou smeert haar billen in met factor 30. Jeannien zit met de blues. Na een topoptreden heeft ze het altijd wat moeilijk. Brice smeert haar rug in met ‘Ecran Total’ van Ingrid Millet. Met de vingertoppen gaat hij tot diep in de dalen van hun herinnering.

‘Nonne keer’, zucht Jeannien.

Brice wil eerst een frisse Fristi. Hij laat beide handen los van haar glimmend lijfje. Fatale blunder. Toch voor al wie vertrouwd is met het bereiden van vers inlands vlees.

***

Onze blues wordt tenslotte weggeblazen door het opstekend Fiertelgevoel. De Fiertel is een ommegang rond onze stad. Al duizend jaar. Ware het niet dat de Zot aan het station daartoe al aangeprezen wordt, we zouden onze Fiertel bij de Unesco opgeven als Werelderfgoed.

De Fiertel is eigenlijk een bedevaart. Met errond tegenwoordig een orgie van uitgebreide ontbijtbufetten, barbecuetenten, profaan feestgedruis, drankfestijnen. Volgens diegenen die hem kennen, krijgt de duivel aldus onze Fiertel gaandeweg totaal in de greep van zijn bokkesprongen.

Zijn agenten hebben ons gevraagd om op Drievuldigheidszondag, uitgerekend op Fierteldag, met onze Snukkende Snaren een megaconcert weg te geven op het dorpspleintje van Rozenaken. Onze drummer die ‘Ni Dieu Ni Maître’ en ‘G.O.’ (Grootoosten) op zijn grote trom heeft geschilderd, ziet dat dik zitten. Kitty die via haar lekkere pickels meer invloed heeft dan iedereen wil toegeven, dreigt ermee ons dan ‘tante pede’de deur te wijzen.

‘Ge blijft met uw lawijt af van mijn Fiertel. ’

Kitty hoeft zich geen zorgen te maken. Op de Fiertel hangt onze chef de hele dag met zijn bellen achter het schrijn. Zodus.

‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

De personages in deze roman zijn fictief, verteller incluis.









BLOG NOTE


13 mei 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR













RONSE IS VOETBALKAMPIOEN: HA BON!

Wat betekent zo’n kampioenentitel voor Ronse? Alles. Voor voetballiefhebbers is het de vertaling van pure voetballiefde. Het is voetbalpassie, ver van de politiek.
Het is teamspirit, pure kameraadschap, lotsverbondenheid
(En het is ook jouw postuum cadeau voor moederdag, Jurgen.)

Als ik mijn copain (de verdienstelijke aquarellist) Jean De Baets daar zo zie zitten in de kantien van KSK met zijn kleinzoontje om hem heen, dan denk ik aan zijn passie, aan zijn grote maar immer charmante muil, aan zijn groot hart, aan zijn voetbalkennis en aan zijn zoon John tegen wie ik ooit glansloos dat tennistornooimatchke op Park Lagache verloor.

(Jean met de pijp in de mond langs de kant van het plein: ‘Steef ge moet er zuifst nie an begienen an diene match, mienen John goet hem hier tooch wienen goe moer noer hoas'.)

En hij won hem John. En Jean glunderde. En die titel van Jean is voor John. Zeker weten. Want zo mooi kan voetbal zijn. Voetbal is een goed gevoel. Voetbal is het leven zelf. Het ergste en het beste.

Wat ik zo mooi vind aan de heropstanding van KSK? Dat zo’n mens als Jean-Marie Vandendriessche heel dat nagelaten zooitje van na de gokchinees vastberaden onder handen neemt. Met Jean en enkele andere Die Hards van het bestuur.

Dat ze samen met hun medewerkers en vrijwilligers héél Ronse het nakijken geven met die come back in één jaar. Klik naar de officiële site van KSK en zie het bestuur: allemaal mensen die er gewoon voor gaan met de ploeg en de medewerkers.
Mensen die KSK overeind houden, als niemand er nog wat voor geeft.

Dat komt dan als een terloops agendapuntje op de gemeenteraad. Ronse leent geld van de Ronsenaars aan KSK. En die mensen maken het dan gewoon waar. Tweeduizend vijfhonderd toeschouwers tegen Mechelen. Plus de titel. Ronse weer in tweede nationale. Ronse weer bij de subtop en wie weet straks op naar de top.

Dat zijn geen woorden maar daden. Het geheel wordt bovendien verwezenlijkt in die schitterende omgeving van het nieuwe Rosco. Stad plus KSK is top. Mét straks die Finse piste er rond wordt het mooi, héél mooi.

Ver van alle intriges, politieke spelletjes, persoonlijke profilering, gewriemel, zever, negativisme en kritiek. Samen simpelweg houden van Ronse elk op zijn manier met zijn passie. Mensen die Ronse vooruit helpen. Steeds vaker hoor ik tegenwoordig (zoals vorige week nog in Oudenaarde of all places:
‘Er is daar iets bezig in Ronse. De Ronsenaars zijn goed aan het terugvechten.’

‘Ha bon!’ zoals mijn maat Crépin verzuchten zou.

Ondanks alle shit blijven terugvechten.
Dàt is het wat we samen doen en gaan doen.
Dat is het wat ons redden zal.
Tuupe vuir Ronse.

Copyright foto: www.ksk-ronse.be

11 mei 2008

KSK IS KAMPIOEN!

WEER NAAR TWEEDE NATIONALE

ZEGE TEGEN RACING MECHELEN (1-0)

BEKROONT SCHITTERENDE HEROPSTANDING

EEN MOOIE DAG VOOR DE RENAIXANCE

EN VOOR AL WIE VAN RONSE BLIJFT HOUDEN!

PROFICIAT EN TUUPE VUIR ROONSE!