31 oktober 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

EXCLUSIEF: MAIL VAN DUPONT AAN LETERME

NA DE(E)MOTIE OMTRENT DE FACILITEITEN:
ONZE VIJF VRAGEN AAN BURGEMEESTER DUPONT














Welke betekenis geeft u voor Ronse en de Ronsenaars aan de gestemde motie die de afschaffing van de faciliteiten bepleit bij de hogere overheid?

Luc Dupont: ‘Het is een signaal dat we de problematiek van de faciliteitengemeenten op de onderhandelingstafel willen krijgen bij de besprekingen van Gemeenschap tot Gemeenschap. Als we het probleem nu niet aankaarten is de kans, vrees ik, voorgoed voorbij. Een grote staatshervorming staat niet dagelijks op het programma.’

U heeft uw bestuurspartner Spa.-Groen! niet betrokken bij het schrijven van uw 11 juli brief naar Leterme. Waarom?

Luc Dupont: ‘Ik schreef de brief aan Yves Leterme in persoonlijke naam, net zoals mijn vorige mails waarvan ik er u één in bijlage bezorg ten bewijze van het feit dat dit een constante bekommernis is en dat ik geen "platte leugenaar" ben zoals sommigen beweren. De faciliteiten maken geen deel uit van het bestuursakkoord. Ik denk niet dat men mij kan verwijten een partijgenoot aan te schrijven over een punt dat als een zwakte omschreven wordt in het Strategisch Plan.'

Is met de wisselmeerderheid het cordon sanitaire rond Het Vlaams Belang volgens u nu doorbroken?

Luc Dupont: ‘Voor mij is er geen sprake van het doorbreken van het cordon sanitaire. Het Vlaams Belang en de Open VLD hebben een motie gesteund, ingediend door CD&V. De SPa heeft niet tegengestemd maar zich onthouden. Gezien de faciliteiten geen deel uitmaken van het bestuursakkoord is iedere partner vrij een eigen standpunt in te nemen.'

Bent u bereid om, ingaande op de hint van oppositieleider Tack, in de toekomst ook op andere vlakken dan de taalkwestie samen te werken, al dan niet rond eventuele wisselmeerderheden, met het Vlaams Belang?

Luc Dupont: ‘Er wordt in de eerste plaats met de coalitiepartner verder gewerkt, wat niet uitsluit dat zinvolle voorstellen van de oppositie kunnen bekeken worden.’

De faciliteitenmotie toont een duidelijke breuklijn binnen uw meerderheid over een essentieel punt van het Strategisch Plan. Hoe gaat u de komende vier jaren deze kloof met uw partner in goed bestuur voor Ronse kunnen overbruggen?

Luc Dupont: ‘Er is geen breuk in de coalitie en dus ook geen kloof met de Spa.’

DOCUMENT HIERONDER BEWIJST BEKOMMERNIS:
LUC DUPONT MAILDE LETERME VIER JAAR GELEDEN
AL OVER FACILITEITEN!(KLIK OP DOCUMENT VOOR DETAIL)












Copyright:
'De Benieuwde Ronsenaar'.

DE NALATENSCHAP













Hoofdstuk 14.


Henri Lagache

‘Les boches m’ont interrogé à Gand. J’avais reçu une carte d’invitation de Vogel. Je me trouvais numéro un sur sa liste noire. Un officier Allemand m’a dit que Vogel dressait les listes. Vogel, je le connais depuis longtemps . Un jour, il est venu chez moi. Il m’a dit qu’il pouvait faire une bonne affaire. J’ai cru que c’était un bon. Il avait été volontaire de guerre. Si vous saviez quelle canaille il est. Je puis vous dire plus, je ne l’ai jamais dit avant. Il est malpropre ce type. Il a vidé les caisses que j’avais fondées. C’est une canaille, ce type-là. C’est la plus belle canaille que vous avez jamais vue’.

Vogel

‘Ze aanvaarden me niet. Voor hen blijf ik voor altijd dat schoolmeesterke uit Petegem. Ronse is een lastig, moeilijk te doorgronden stadje. Wie van de heuvels nederdaalt in de stadskom, blijft voor altijd een indringer. Je moet zelf van elders zijn om dit aan alles te voelen. Dat wantrouwen, dat neerkijken. Ze vertrouwen je nooit helemaal.

Ze zeggen: wie denkt dat boerke wel dat hij is? Dat hij het ons hier eens gaat komen vertellen? Als je je naar hun zin al te ondernemend opstelt is het van : wat denkt die wel? Dat gaat nooit lukken. Anders was het ons zelf toch allang gelukt zeker? Of niet soms? Als het je, ondanks hun tegenkanting dan toch lukt om de kop op te steken zeggen ze: jaja nu werkt het misschien wel. Nieuwe mesjes snijden altijd goed. Maar blijven duren, dat is nog wat anders. Je zal wel zien hoe hij vroeg of laat op zijn bek gaat. Als je door dit alles uiteindelijk dan inderdaad och op je bek gaat: zie je wel? Wat hadden we gezegd?

Mijn schoolmeesterstudies in het verre Sint-Niklaas-Waas waren minder vervreemdend dan mijn ervaringen met het leven hier in dit dal.

Acht frontstrepen. Acht frontstrepen hou ik over aan de Grote Oorlog van ’14-18. Bij de doorbraak van de Duitsers was ik forteresse-soldaat in Antwerpen. Toen we ons met het Belgisch leger moesten terugtrekken, zijn we met mijn compagnie eerst te voet naar Zelzate getrokken. We waren zonder wapens gevallen. Op zeker ogenblik zijn alle forteressecompagnieën dan omgevormd tot Compagnies de Travailleurs. Niet alleen ik, maar alle fortressesoldaten hebben in Wulpen met de schup gewerkt.

Omdat ik de taaltoestanden in het Belgisch leger beu was, heb ik ooit een keer een brief geschreven naar Floris Prims die in Londen uitgever was. En ook een brief aan Van Cauwelaert, die in Holland zat en Vrij België uigaf. Mijn legeroversten hebben die brief onderschept. Ze hebben mij daarover ondervraagd. Uit hun vragen bleek dat ze meer achter Van Cauwelaert zelf aan zaten dan dat het allemaal om mij draaide. Later ben ik nog eens ondervraagd door mijn legermajoor.

‘Vogel, weet ge wel dat ik u voor dergelijke brieven kan doen fusilleren.’
‘Doe het dan maar direct’, zeg ik hem.

*

Na de Grote Oorlog ben ik in de politiek gegaan. Schepen van deze stad en lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers voor de Vlaamse Katholieke Volkspartij. De lokale francofonie haat me. Ze verwijt me dat ik met mijn scherpe Vlaamse standpunten hun unitaire Katholieke Partij heb doen splijten. Dat ik de Franstalige katholieke industriëlen heb weggejaagd naar hun eigen stek in de Patria aan de Zuidstraat. Ze verwijten me dat ik tegelijk een socialistenvreter ben en een bourgeois-hater.

Ik heb bijna niks dan vijanden in deze stad nu. De socialisten. De communisten. De hele francofonie. De bourgeoisie. De koppige Volksbonders die me niet volgen en boos op me zijn. De Witte Brigade. Alleen de zogeheten Zwarten en hun Zwarte Brigade steunen me. En voor de Duitsers is het ook nooit goed genoeg….

Zovelen willen mijn vel. Twee aanslagen heb ik al overleefd. De verplichte Burgerwacht wordt me in de stad bijzonder ten kwade geduid. De mensen zien er een potentiële hitlijst in voor de Duitsers. Een executie-klare lijst van gijzelaars, bij een eerstvolgende aanslag van het verzet.

Alle geruchten in deze stad over mij zijn mij bekend. Dat ik alle zwarten van de lijst voor de Burgerwacht schrap. Dat ik mijn vriendjes spaar. Dat ik namens de Kreiscommandantur, de Gestapo en de Feldgendarmerie kaartjes stuur vanop het stadhuis. Dat ik van iemand 25.000 Belgisch frank gekregen heb.

(Dat klopt, ik heb er versieringen mee uitgevoerd op het stadhuis).

En ja nu en dan krijg ik ook wat boter. Heb ik daarom boter op het hoofd? Wie eet er tegenwoordig geen boter buiten het rantsoen? Ik heb een familie van elf. Nooit sla ik een voorraad op. De dag nadat ze bommen op mijn huis hebben gesmeten, is de hele buurt in mijn huis geweest. Heel de stad weet ondertussen dat ik toen maar twee broden in mijn kelder liggen had. Was het anders geweest, dan was het wel de stad rond gegaan. Soms laat ik mijn kinderen komen op het stadhuis, om mij te helpen bij mijn werk als burgemeester. Echter alleen als ik veel overwerk heb. En hoogstens voor enkele dagen. Zoveel wordt me aangewreven in deze stad. Als ik mijn kinderen aan het werk zet, zeggen ze: Vogel misbruikt zijn macht om zijn kinderen werk te geven. Hij moet nogal eentje veel geld krijgen van de Duitsers. Dat hij er zo zijn huisgezin voor laat leeglopen.

Na de bomaanslag op mijn huis zijn de Belgische procureur en het parket nog dezelfde dag bij mij afgestapt. Dat gebeurde zonder enige vraag van mijnentwege. Na de aanslag op mijn persoon is hetzelfde gebeurd. Ik lag in het hospitaal. Ze zijn me daar op mijn ziekbed komen melden dat ze een onderzoek gingen instellen.

Ik ben niet bang….Naarmate de oorlog vordert en de geallieerden terugvechten worden zoveel verzinsels verteld over mij. Het is waar dat ik op mijn uitnodigingen voor het stadhuis niet altijd opschrijf dat het voor de Feldgendarmerie is. In het begin van de oorlog deed ik dat wel. Maar dan komen ze niet af. Op 1 maart op 20 augustus en op 23 augustus ’44 heb ik het er niet bijgezet. Twaalf mensen. Twaalf weggevoerden naar Duitsland. Misschien had ik het er bij moeten zetten, dat het voor de Feldgendarmen was. Misschien ben ik onvoorzichtig geworden…

Alles wordt me nu aangewreven. Dat ik plakbrieven laat uithangen om stoffen, kledingstukken en wol te verzamelen voor de Duitsers die aan het oostfront tegen de bolsjewieken vechten. Dat ik de plakbrieven bestel en betaal. Dat ik voor mijn benoemingen op het stadhuis de voorkeur geef aan Duitsgezinden, de zwarten rondom mij. Dat ik het verwaarloos die benoemingen uit te plakken en bekend te maken. Dat ik de Duitsers help bij het opsporen van de bemanning van een gevallen Engelse Spitfire. Dat ik tegen de Belgische grondwet in aanvaard om burgemeester te zijn van Amengijs.

Dat ik de vijand help met mijn tweehonderd hoofdartikels in Het Volk van Ronse. Dat ik economische en politieke samenwerking bepleit met Duitsland. Dat mijn verantwoordelijkheid des te groter is om de grote invloed die ik heb op de bevolking. Dat ik als volksvertegenwoordiger spreek tot mijn politieke volgelingen. Dat ik nu zaai op een terrein dat ik jarenlang heb voorbereid. Dat ik mijn stadsgenoten verklik bij de Duitsers.

Dat de arrestatie van Mariette De Moor een gevolg is van mijn verslag over de communistische betoging voor brood. Dat schooldirecteur Adolphe Hullebroeck door mijn verslag over het applaus bij de proclamatie van de Engelse lessen in de gevangenis zit. Dat Emiel Aelgoet door mijn rapport drie maand geschorst is als ambtenaar. Dat ik Gilbert Kerckove naar de Feldgendarmerie heb gelokt. Dat ik dat verslag heb gemaakt over het zingen van ‘Naar Wijd en Zijd’ door Clement Van De Vorst. Dat ik de Duitsers de namen van vooraantsaande communisten doorspeel. Dat ik hen een verslag heb bezorgd over het stukslaan van de ramen van SS’er Neyt.

(…Van die twaalf personen zitten er nu nog zes in de kampen in Duitsland….Misschien was dat onvoorzichtig…)

Dat de stad Ronse een boete opgelegd krijgt van 300 miljoen voor de aanslag op mijn persoon. Dat ik daarvan na betaling 400.000 frank commissie heb ontvangen als schadevergoeding. Dat ik alleen voor het geld handel. Dat ik een totalitair Duitsgezinde ben. Dat er door heel mijn leven maar één lijn loopt, die van het verraad. Dat ik van het stadhuis een rattenval maak.

Acht strepen. Plus het Oorlogskruis…. Ben ik een landverrrader? Soms spoken al die dingen door mijn hoofd, hier op mijn bureau. Maar bang ben ik niet.

'De Nalatenschap’. Roman.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
(Hoewel 'De Nalatenschap’ gebaseerd is op historische feiten en authentiek bronnenmateriaal, gaat het hier om een literaire interpretatie. Verantwoording van de bronnen cfr.9.08.2008)

30 oktober 2008

BLUE MOON













Hoofdstuk 41.

Ik hou een dagboek bij van alle hotels waar we met de Snukkende Snaren neerstrijken.

‘Washington. The New Willard. De airco verspreidt een geur van kouwe tabak. De marmeren trap wordt ontsierd door Griekse godinnen met muggentetjes van albast. De echo van Amerikaanse neusklanken door de lounge is ondraaglijk. Hier nooit terugkomen. Tenzij Bweurk Obama ons straks vraagt om op te treden in het Witte Huis.

But if you’re a negro
they’ll slap you in face
Ring I’ve got to sing
Oh don’t cry my babe…


De meesten van ons zijn democraat. Onze backing vocals daarentegen voelen zichzelf veeleer republikeins van obediëntie. Marie-Lou houdt van de maffe Palin met al haar pruiken. (Ze hield ook al van Imelda Marcos haar schoenenkast). Marie-Lou heeft zevenduizend paar schoenen en achtduizend sacochen.

Onze chef is meer een anarchist. Het geeft interessante discussies in onze hotelsuites bij de Brut Impérial met zalm in botersaus. Volgens ongecontroleerde geruchten was zalm in botersaus de lievelingsschotel van de hond van Hitler. Het enige wezen om wie de Führer gaf en doodschoot van pure compassie omdat hij de hond van Hitler was. Een hondenleven.

‘Alles gaat naar de haaien. En de haaien zelf stikken in de smurrie,’ begint onze chef die ook steunend lid is van het WWF en opkomt voor witte haaien en zwarte schapen.

‘De opwarming van de aarde heeft ook haar goede kanten,’ begint één van onze twintig geluidsmensen. (Daar gaan we).

‘De druiven dragen meer suiker.’
‘Het verhoogde suikergehalte verhoogt de alcoholisering.’
‘Een goeie Shiraz stevent tegenwoordig af op 15 graden.’
‘Dat scheelt in de afdronk.’

Als ik ze hier zo bezig hoor in deze gewatteerde oorden van het ‘Commodore’ (waardeloze service) ‘The Traymont’ (prachtige zilveren lepeltjes voor in mijn koffer) of het ‘O’Henry Hotel’ (zachte badjas, mooi meegenomen), ben ik blij dat ik me bijwijlen terugtrekken kan in mijn geschriften.

Le temps dure longtemps
Et la vie sûrement
Plus d’un million d’années
Et toujours en été.


Soms schrijf ik dingen in mijn dagboek die zomaar in mijn hoofd zingen. Al weet ik dan niet zeker of ze echt wel van mij komen. Onze drummer, die bijwijlen in ‘Het Grand Orient Hotel’ verblijven mag, beweert dat ze zoiets ‘intertekstualiteit’ noemen. Het woord alleen al.

(Ik vraag me af of ze hun schortje aanhouden voor hun bbq’s en het vlees met hun passertje prikken, de logé’s van het Grand Orient. Pas op, die mensen hebben veel geleden in de geschiedenis der persecuties. Dit vanwege hun vrijheid van denken. Ze hebben een ander zozeer zijn gedacht laten zeggen, dat hen op de duur zelf het zwijgen werd opgelegd).

Rome.‘Grand Hotel’. Achter de palmbomen zie ik veteranen van de Britse Royal Air Force krabben waar het jeukt. Het hotel zit vol legionella. Dokter Beaucourt, die alles onderzocht heeft in opdracht van Thomas Cook deelt krabberkes uit van de Humo.

Londen. ‘The Claridge’. Bij de Veuve Clicquot serveren ze ons aardbeien op een gouden schoteltje (mooi meegenomen). Kamers zonder ramen. Somberheid troef en buiten ook. Een raam had ons niks verder geholpen. Ik zie de pointillistische Tower Bridge van de vroege Ensor.

New York. ‘Het Grand Plaza’ steekt vol gravures met Madame de la Galerie de la Fayette erop. Dan nog liever die muggentetjes van het ‘New Willard’. De maître d’hotel rijdt ons een Bentley voor met erop in goud:

‘The Squeezing Strings’

zoals we internationaal als groep door het leven gaan. Doch wat moeten we met ons dom gat in zo’n Bentley? We zijn dat flutgroepje uit Liverpool niet. Dus nemen we de belbus.

*

Nice-Côte d’Azur. We ruilen het ‘Hôtel Ruhl’ vol duistere rouletteprinsen voor het ‘Negresco’ dat er van buiten uit ziet als een Dame Blanche met teveel slagroom en van binnen als een mislukte Salade Niçoise. We eindigen in het ‘Hotel Suisse’ om de haven, met adembenemende uitkijk op de promenade. Wel veel Engelsen.

Hyères. De kaasfondue van het ‘Hôtel des Palmiers’ smaakt naar geitebok. Rond het hotel brede lanen vol even brede straatmadeliefjes.

Well I left home just a week before
And I'd never ever kissed a woman before
But Lola smiled and took me by the hand
And said dear boy Im gonna make you a man


*

We varen naar de eilanden. Onze manager diepzeeduikt er zijn nieuwe ‘Rolex Oyster Perpetual’ tot -330 feet. Hij komt boven met alweer onwaarschijnlijke verhalen over mutante monsters die je normaal alleen in films van Commandant Cousteau ziet voor de kust van Alexandrië ter hoogte van de nieuwe bibliotheek vol onsterfelijke meesterwerken van Paul Coelho en Jacky Collins.

Avignon. De binnentuin van het ‘Hôtel Pape Clément’ wordt overrompeld door Vlaamse toeristen die de keuken van het Pausenpaleis willen zien, dan gaan eten bij Wout Bru in de pure Provence. De klokken kletsen het Angelus tegen de vestingen van de stad. Vandaar terug tegen mijn kop. Ik verkies het klokkenspel van de Heilige Hermes, tegen de houten wanden van de Oude Sint-Martinus.

Sorrento. ‘Hotel Tiberio’ kijkt uit op de daken van Capri.
Donkere steegjes. Bakkerijen en slagers. Kappers. Kappertjes.

Et dire que c’était la ville
de mon premier amour.
Je ne crois pas que
j’y retournerai un jour.


*

Zaterdagavond treden we op in Parochiezaal Sint-Pieter. Bono doet ons voorprogramma. Bono is een beginnend columnist van ‘The New York Times’ die onze wereldberoemdheid aangrijpt om zijn kansje te wagen in ons select internationaal circuit van wereldsterren. Eén kans krijgt hij van ons. Als hij het verknalt, kan hij duiven gaan melken op San Marco.

San Marco. ‘Hotel Metropole’. De mistige lagune stinkt naar rottende lijken van vermiste gondeliers. In 'Harry’s Bar' gunnen we ons zelf een Bellini. Mix van vers perziksap en prosecco. Bono vindt er niks aan. Met die columnisten is het ook altijd wat.

Antibes. ‘Hôtel Du Cap’. Ik koester me in de schaduw van Scott Fitzgerald. Herlees zijn ouwe verhalen. Hoe hij een dagboek bijhoudt met alle hotels erin.

Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(De personages zijn fictief, vertelpersonage incluis.)


29 oktober 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR


EERHERSTEL EN SCHADEVERGOEDING VOOR DE VERSMACHTING VAN RONSE

BELGEN GELIJK VOOR DE WET BEHALVE RONSENAARS


Wij Ronsenaars, met grote meerderheid in onze gemeenteraad, vragen de afschaffing van de faciliteiten. Wij Ronsenaars, spreken vanuit jarenlange ervaring met opgelegde faciliteiten die in de praktijk voor ons volkomen ongrondwettelijk zijn gebleken. Het mag een wonder heten dat wij Ronsenaars dit de voorbije halve eeuw nog nooit hebben aangekaart bij een of ander Grondwettelijk Hof. Wij Ronsenaars, zijn immers de afgelopen jaren door de wet op de faciliteiten en de nationale ‘voogdij’ veel minder gelijk geweest dan alle Belgen die gelijk heten voor de wet. Anders dan de bewoners van alle andere gemeenten zonder faciliteiten op het grondgebied mochten wij als Ronsenaars niet fusioneren met andere gemeenten.

Met lede ogen moeten wij, Ronsenaars er vandaag op toezien hoe anderen vanuit omringende fusiegemeenten zoals Frasnes-les-Anvaing, ons schaamteloos de les willen komen spellen. Dit terwijl wij Ronsenaars, nog niet eens mochten fusioneren met onze uitstekende Vlaamse buren uit Nukerke of Kwaremont. Met onze motie slaan wij Ronsenaars deze week eindelijk terug naar diegenen die ons al die jaren aldus hebben verknecht, bevoogd en vernederd.

Het is ons antwoord op de smalende statistieken waarmee bijvoorbeeld de Université Catholique de Louvain ons als Ronsenaars met enquêtes in het verdomhoekje heeft geduwd. Het is ons antwoord op al diegenen die Ronse in de media met nauwelijks verhuld leedvermaak als de meest te mijden plek van Vlaanderen hebben gebanvloekt.

Wij Ronsenaars zeggen nu duidelijk aan zowel de federale overheid als de Vlaamse dat het genoeg is geweest. België heeft ons als Ronsenaars in ’63 onze bestuurlijke mondigheid en identiteit afgepakt. Wij Ronsenaars vragen die vandaag terug aan België én Vlaanderen. Wij, Ronsenaars vragen er schadevergoeding bovenop. Géén compensatie, geen zoethouders. Maar schadevergoeding voor het aangedane leed.

Nooit zullen we als Ronsenaars onze gastvrijheid, onze openheid, onze solidariteit en onze taalvaardigheid opgeven. Wie dit denkt, kent ons als Ronsenaars niet echt. Wie dit denkt, verwart onze schitterende geografische ligging van Ronse op de taalgrens met onze ware identiteit als gastvrije en taalhoffelijke Ronsenaars.

Eerherstel en schadevergoeding voor Ronse.
Mét vijfenveertig jaar intrest er bovenop.





28 oktober 2008

BLOG NOTE

LA VIE EN PROSE


OCTOBRE

Le vent fera craquer les branches
La brume viendra dans sa robe blanche
Y aura des feuilles partout
Couchées sur les cailloux
Octobre tiendra sa revanche
Le soleil sortira à peine
Nos corps se cacheront sous des bouts de laine

Perdue dans tes foulards
Tu croiseras le soir
Octobre endormi aux fontaines
Il y aura certainement,
Sur les tables en fer blanc
Quelques vases vides et qui traînent
Et des nuages pris aux antennes

Je t'offrirai des fleurs
Et des nappes en couleurs
Pour ne pas qu'Octobre nous prenne
On ira tout en haut des collines
Regarder tout ce qu'Octobre illumine
Mes mains sur tes cheveux
Des écharpes pour deux

Devant le monde qui s'incline
Certainement appuyés sur des bancs
Il y aura quelques hommes qui se souviennent
Et des nuages pris aux antennes
Je t'offrirai des fleurs
Et des nappes en couleurs
Pour ne pas qu'Octobre nous prenne

Et sans doute on verra apparaître
Quelques dessins sur la buée des fenêtres
Vous, vous jouerez dehors
Comme les enfants du nord
Octobre restera peut-être.
Vous, vous jouerez dehors
Comme les enfants du nord
Octobre restera peut-être.


Francis Cabrel.

27 oktober 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

(Bijgewerkte versie)

HISTORISCHE STEMMING IN GEMEENTERAAD:

KRACHTIGE WISSELMEERDERHEID VAN
CD &V (8) VLAAMS BELANG (7) EN OPEN VLD (2)
VRAAGT AFSCHAFFING FACILITEITEN.














TUUPE VUIR ROONSE ZU SIMPOO DA’T EES…

Na veertig jaar heeft Ronse zijn trots terug. De Ronsese kopstukken van zowel Vlaams Belang als CD&V hebben zich in de gemeenteraad bijzonder meegaand opgesteld in het zoeken én vinden van een krachtig gemeenschappelijk standpunt over de faciliteiten. Als klap op de vuurpijl kon ook Open VLD zich tenslotte aansluiten bij de vraag om afschaffing, gekoppeld aan een concreet stappenplan.

‘Ba jok goa! Oos dat niet Tuupe vuir Roonse ees,’ lanceert een glunderende Erik Tack me tijdens een van de onderbrekingen, op mijn vraag of hij er bij de stemming zal voor gaan.

Eerder heeft hij al te kennen gegeven dat hij geen probleem heeft om zijn eigen motie terug te nemen. Hij wil best die van de CD&V steunen om aldus vanuit Ronse een duidelijk, eensgezind en krachtig signaal te geven aan de federale en Vlaamse overheid dat Ronse afwil van de faciliteiten.

Ook oppositiepartij Open VLD toont zich van zijn beste Ronsese kant en gaat – zij het na enige aarzeling - tenslotte toch mee in het enige ware Ronsese verhaal van de toekomst.

Pijnlijk geïsoleerd

Alleen bestuurspartner SP.a- Groen, in veelzeggend gezelschap van de tweetalige oppositiepartij Gemeentebelangen-Intérêts Communaux, probeert de motie nog vruchteloos weg te praten door het te houden op compensatiegelden voor de overlast veroorzaakt door de faciliteiten. Een tegelijk minimalistisch én flagrant contradictorisch standpunt dat door alle andere fracties volkomen ontoereikend wordt bevonden.

Vooral voor bestuurspartner Sp.a-Groen is de situatie biezonder pijnlijk en zielig om zien.. Zowel schepen Nedia Gmati Trabelsi, fractieleider Leander De Cauder als raadslid Christophe Stockman sturen hier gewoon hun kat. De kopstukken doen breedlachend en zichtbaar geforceerd alsof er geen vuiltje aan de lucht is en laten de nare klus klaren door de bloednerveuze jonge Björn Bordon die er zowaar zijn stemvolume bij inschiet.

Noch Dirk Deschaumes noch Erik Tack kunnen de Ronsese sfinx Gunther Deriemaker verleiden tot een woord uitleg omtrent het onbegrijpelijke forfait van de socialisten in deze nochtans fundamentele aanpak van de werkloosheid en de armoe in Ronse.

Zo pijnlijk wordt het, dat burgemeester Dupont sportief zijn geïsoleerde bestuurspartners na de stemming van zijn motie ter hulp snelt met de melding dat de wisselmeerderheid helemaal geen breuk van de coalitie betekent en dat hij met zijn bestuurspartner de stad naar best vermogen zal verder besturen. Niemand is dupe. Er is een diepe bres geslagen in deze coalitie.

(Luc Dupont heeft bij ons weten tenminste drie redenen om zijn totaal geïsoleerde bestuurspartner bij te springen.

Eén. Hoe en met wie moet hij Ronse anders voort besturen? Gesteld dat de meanders van de gemeentewet hem dat al zouden toelaten?
Twee. De kwestie stond niet in het bestuursakkoord met de socialisten. Dupont heeft zijn partners ook nooit betrokken bij enig overleg vooraf omtrent zijn 11 juli-brief. De socialisten hebben dan ook nu het volste recht het met hem in deze niet eens te zijn. De vraag is of ze daar, na de initiële bijtreding door Eerste Schepen Deriemaker voor de Franstalige camera's, wel goed aan deden.
Drie. Er staan de komende jaren grootse dingen voor Ronse te gebeuren. Dit bestuur staat voor heel grote uitdagingen. Denken we maar aan De Nieuwe Leie, De Kloef, de verdere renovatie van de binnenstad en de slechte cijfers van Ronse in ongeveer alle relevante leefbaarheidsstatistieken).


Twee Leeuwen op de banken

De socialisten onthouden zich braafjes bij de stemming. Alleen de twee GBIC-raadsleden stemmen tegen. Fideel aan hun openlijke tweetaligheid. En met de 'Courrier de L’Escaut' in aanslag waarin de burgemeester van Frasnes zich andermaal met Ronse meent te moeten bemoeien door deze keer te schermen met een antwoord van Leterme op zijn venijnig gestook rond de brief van Dupont.

Erik Tack: ‘Zegt aan uwen Jean-Luc Crucke dat, als hij de faciliteiten toch zo’n goede zaak vindt, hij ze dan uitbreidt tot in Frasnes.’

Waarop de 'Courrier' haastig weer wordt opgeborgen. Niet nadat Dupont fijntjes gewezen heeft op het feit dat Yves Leterme hem in die krant op geen enkel punt tegenspreekt.

De stemming vindt plaats onder massale belangstelling én zowel zichtbaar als onzichtbaar politietoezicht. We noteren op de publieksbanken twee notoire Ronsese Vlaamse voorvechters van het eerste uur: gewezen OCMW-voorzitter en raadslid Frans De Ruyck die zijn claim van jaren in vervulling ziet gaan en gewezen schepen Bernard Van Den Daele, de man die ooit als eerste in Brussel de afschaffing van de faciliteiten in Ronse bepleitte.

Luc Dupont, Erik Tack en Tom Deputter bewijzen dat ze overheen de meerderheid en de oppositie Het Belang Van Ronse boven de eigen profilering kunnen plaatsen, waar nodig.

Het begin van het echte werk

Erik Tack doet overigens een niet onopgemerkte oproep tot Luc Dupont om ook in de toekomst samen voort te werken aan Ronse. Moet kunnen. Zeker als hij er mee ophoudt Luc Dupont in zijn blaadjes een leugenaar te noemen. Er is met andere woorden nog wel een weg te gaan. Maar het pad naar echte samenwerking is vanavond geëffend.

Het zal bijzonder interessant zijn om de komende maanden te zien of de twee fracties die elkaar nu vinden in de taalkwestie ook de problemen rond het maatschappelijke en sociale weefsel van deze stad samen willen aanpakken.


Wat voorts de taalkwestie betreft, geven we het hier maar al te graag toe: het siert Open VLD-fractieleider Tom Deputter en raadslid Patrick De Dobbeleer dat ze met hun liberale partij van Ronse uiteindelijk de weg van de redelijkheid inslaan in het algemeen belang van Ronse. Ze bewijzen aldus dat ze hun eigen weg kunnen gaan. Los van de druk van de krokodillen om hen heen uit Frasnes en Brakel hebben ze hun punt kunnen maken tussen de twee grote fracties in die de motie hebben gestemd. Mooi. Ook voor de liberale partij is dit een stemming van historische betekenis. Zeker in het licht van de lange bilinguïstische voorgeschiedenis in Ronse.

Rudi Boudringhien zal zich als verdienstelijke Ronsese politicus eens goed moeten beraden over het doodlopend spoor waarop hij zichzelf met zijn Belgicistische compaan nu heeft gemikt.

De bal ligt nu helemaal in het kamp van de federale en Vlaamse overheid. Ronse geeft een klaar signaal, waar niemand in Brussel nog aan voorbij kan. Ronse wil erbij horen. Helemaal. Er is bij dit alles maar één grote winnaar: Ronse. Schuune. Wried schuune. Het is nog maar een begin.

Tuupe vuir Roonse.

26 oktober 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

RONSE KLAAR VOOR AFSCHAFFING FACILITEITEN

VLAAMS BELANG EN CD&V HEBBEN SAMEN
AFSPRAAK MET DE GESCHIEDENIS VAN RONSE
















STRATEGISCHE STEMMING VOOR RONSESE RENAIXANCE


De lokale socialistische bonzen fluiten hun eigen Eerste Schepen Gunther Deriemaker dus definitief terug in diens loyauteit met burgemeester Luc Dupont. Als bestuurs’partners’ laten ze de burgemeester van Ronse zelf flagrant in de kou staan met zijn brief naar Yves Leterme, waarin hij de afschaffing van de faciliteiten bepleit.

Dat heeft voor direct gevolg dat CD&V geen andere keuze rest dan samen met Vlaams Belang aan Federale én Vlaamse overheid de afschaffing van de faciliteiten voor Ronse te vragen. CD&V (8 zetels) en Vlaams Belang (7 zetels) beschikken daartoe met 15 stemmen op de 27 samen over de vereiste meerderheid.

Naar hun Vlaamse kiezers toe rest beide partijen geen enkele andere optie dan consequent samen te gaan voor een gedeelde motie waarin de fracties van Luc Dupont en Erik Tack zich geheel kunnen vinden. Heel Vlaams Ronse, hierin deze week opgeroepen door toonaangevende Vlaamse organisaties, verwacht van de twee Vlaamse voormannen en hun gekozenen niks minder. Al de rest garandeert finaal gezichtsverlies.

‘Hier sta ik, ik kan niet anders.’

We zetten het waarom van deze historische stemming voor de heropstanding van Ronse nog een keer op een rij.

° De faciliteiten zorgen voor systematische inwijking van Nederlandsonkundige werklozen uit allochtonië en Wallonië. Deze gelukszoekers worden bedrogen door de volgehouden foute perceptie dat ze hier terechtkomen in een tweetalige stad. De Vlaamse motie moet deze foute perceptie omtrent Ronse één keer en voor goed doorbreken.

° Op het Strategisch Plan kan niks worden afgedongen. En al zeker niet op dat essentiële armoedebevorderend punt. Toch niet voor wie het echt meent met amoebestrijding en solidariteit. De faciliteiten zijn in het Strategisch Plan formeel door beide bestuurspartners onderkend als zwaktepunt van Ronse.

° De faciliteiten maken van Ronse in enquêtes en tal van statistieken de minst leefbare stad. Er is geen echte Renaixance mogelijk zonder het losgooien van de administratieve en economische wielklemmen van Ronse. De verplichte vertaling van het Milieu Effecten Rapport over de N60 is het ultieme Kafkaiaanse bewijs van het administratieve juk dat Ronse torsen moet in tal van dossiers.

° De faciliteiten beletten een intergemeentelijke politiezone voor Ronse die de veiligheid van de Ronsenaars ten gronde zou kunnen bevorderen. De Ronsenaars zijn er dagelijks de dupe van. De faciliteiten duwen Ronse met 11 percent in de hoogste armoe van Vlaanderen. Ze belemmerden de fusie van Ronse met omliggende gemeenten. Ze lokken via de nieuwe wooncode alweer nieuwe Nederlandsonkundige werklozen naar Ronse die op hun beurt de koopkracht helemaal onderuit halen.

Ronse: taalhoffelijke, open en gastvrije stad

De afschaffing van de faciliteiten heeft niks met intolerantie vandoen. Noch met taalracisme. De afschaffing zal op geen enkele manier de taalhoffelijke opvang van onze francofone en Waalse broeders in kliniek, handelszaken enzovoort in de weg staan. Wie daaraan twijfelt, twijfelt aan de openheid, de taalvaardigheid en de hartelijkheid van de Ronsenaars.

De inschakeling van Ronse in de Eurometropool Lille-Tournai-Kortrijk zal voor de verontruste francofonie van Ronse zelf en de Waalse klanten-bezoekers uit omliggende Collines het bijkomend bewijs zijn dat Ronsenaars gastvrije taalvaardige mensen zijn die zich integendeel, in dit Europa der volkeren , willen inschakelen in een grenzenoverschrijdend district.

Klare taal.

Het komt er voor Vlaams Belang en CD&V op aan zich te vinden in een gemeenschappelijke motie voor de herwonnen Vlaamse identiteit van Ronse.

Onze inside-informatie laat ons toe hier vandaag al te melden dat de Vlamingen van Ronse er alles zullen aan doen om dat gemeenschappelijk standpunt klaar te bewerkstelligen en te formuleren. Zo dat elke fractie en elke gekozene heel duidelijk voor zijn verantwoordelijkheid zal worden geplaatst. Er zal daarbij geen ruimte worden gelaten voor enig goedpraten van Vlaams defaitisme achteraf.

De ‘Vlaamse’ liberalen van Open VLD proberen het Vlaamse standpunt af te zwakken door via amendering de vraag naar afschaffing te verzachten tot ‘uitdoving’ en die uitdoving door te verwijzen naar de Griekse kalenden…van 2020.

Ze bereiken er alleen mee dat ze als talmende Vlamingen door de mand vallen. Tegenover een eensgezinde houding van Vlaams Belang en CD&V zullen hun twee stemmen het verschil hoe dan ook niet meer kunnen maken.

Ronse heeft rendez-vous met zijn geschiedenis.