30 januari 2009

DE BENIEUWDE RONSENAAR

RONSE OPGEVEN NOOIT.














Met de eerste gemeenteraad van 2009 maandagavond begint ook in Ronse een jaar van regionale en Europese verkiezingen… op Fiertelzondag. Alles wat onze lokale politieke sterren en kometen tot dan in en buiten de raad vertellen, moet worden bekeken in functie van het gehengel naar de kiezer op zondag 7 juni.

Dat het hier gaat om bovenlokale verkiezingen, is een lachertje. Voor zover dat nog hoefde, heeft de faciliteitenbrief van Luc Dupont en de nationale mediatisering die erop volgde overduidelijk bewezen hoezeer het bestuur van een faciliteitenstad als Ronse volkomen vastgeklit zit aan regionale decreten, federale wetten en Europese regelgeving.


Het politieke landschap in Vlaanderen ligt inmiddels compleet versplinterd in een pakket partijen die verwoed vechten om percentjes. Zeer de vraag hoe de CD&V-kiezer de verbanning van Leterme zal verteren , hoe de socialisten het geknoei rond de komst van ‘gouden Bertje’ electoraal zullen verwerken. En dan is er de come-back van wonderboy Verhofstadt en de aangekondigde ‘combat des chefs’ met Dehaene. Voor de Nieuwe Vlaamse Alliantie van slimme jongen Bart Dewever gaat het, na het afspringen van het kartel met CD&V, om de overleving. Idem voor Spirit na het vertrek en de duizelingwekkende neergang van Bert Anciaux. Om nog te zwijgen van de kannibalisering van het Vlaams Belang door De Decker, extremisme versus populisme.

Deze verkiezingen moeten ons ook eindelijk verlossen van de houdgreep waarin het duo Di Rupo- Reynders Vlaanderen gijzelt in het verbeten steekspel van de twee om de macht in Wallonië.

Het politieke landschap in Vlaanderen ligt aldus compleet versnipperd in een patchwork van christen-democratische, rechts-liberale, sociaal-liberale, socialistische, progressieve, groene, extremistische, Vlaams-nationalistische en populistische formaties. De waaier is zo breed geworden dat een kiezer al een héél grote aversie van politiek moet hebben om er zijn eigen ding niet meer in te vinden.

Oh Roonse ‘k zie oa gieren

Dat is de brede achtergrond van waaruit de Ronsese verkozenen aan politiek doen en vanuit hun diverse partijprogramma’s invulling geven aan hun mandaat. Die invulling wordt bovendien doorkruist door al dan niet bovenlokale persoonlijke ambities, carrièreplanning, lange-termijndenken, clans, machtige politieke families, achterban, oude vetes, broedertwisten, geheime broederschappen, netwerken, oude zuilrestanten.

In die omstandigheden ‘Tuupe vuir Ronse’ vorm geven aan de Renaixance veronderstelt het overstijgen van al deze eigen belangen. Dat lukt welteverstaan vaker niet dan wel. Maar elke keer dat het wél lukt, wint de stad Ronse het van de kleine dorpspolitiek. En Ronse opgeven: nooit.

De Ronsese garde-fou

De Ronsese waarheid heeft haar rechten. De enige echte all-Ronsese politieke formatie is vandaag de GBIC-Gemeentebelangen van Rudi Boudringhien en Eric Van der Eedt. De twee raadsleden hebben vanuit de oppositie de afgelopen jaren systematisch blijk gegeven van een zeer constructieve houding ten aanzien van al wat Ronse step by step vooruit helpt. Ze hebben positieve ideeën aangebracht en waar nodig hard en moedig verzet aangetekend tegen de ontsporingen van het extreme denken.

Het Ronsese politieke kopstuk Rudi Boudringhien zet zich hierbij systematisch af tegen elke vorm van sektarisme en extremisme in al zijn uitingen.

Je kan als democraat over de ingewikkelde faciliteitenkwestie van mening verschillen, en dat is hier zeker het geval, maar al bij al is het geruststellend voor de beoogde Vlaamse maar taalhoffelijke bestemming van Ronse dat de francofone minderheid van Ronse bij monde van Boudringhiens GB-IC haar eigen sterke spreekbuis heeft en behoudt. Wars van plat opportunisme of al te doorzichtige electorale klantenbinding vermomd als ‘solidarisme’.

Al was het alleen als noodzakelijke garde-fou tegen een opstekend extremistisch eenheidsdenken dat al snel de kop opsteekt wanneer je als open en tolerante Ronsenaar gewoon naar de beste bestuursvorm voor de Renaixance van Ronse streeft. Boudringhien doet heel rechtlijnig en consequent zijn ding. De gewezen eerste schepen geeft daarmee mooi al diegenen het nakijken die hem hebben onderschat op zijn voormalige blauwe stek.

Het beste bijeen voor Ronse

In de Ronsese raad zitten behalve Boudringhien, los van de hogervermelde partijpolitieke en persoonlijke belangen, natuurlijk nog een hoop andere mensen die gewoon oprecht van hun stad houden en die elk vanuit hun eigen overtuiging samen de toekomst van Ronse vorm willen geven. Van hun vaak scherpe onderlinge concurrentie kan Ronse alleen maar beter worden.

Het uitgangspunt is dat daarbij geen enkele Ronsenaar wordt uitgesloten van het recht om in Ronse gelukkig te zijn.