05 juni 2009

FEESTBOEK













Op kruissnelheid door het diepe Ronse met de Gevuigoode Mandolienen. De ene avond in de Marijve, de andere dag grenzenverleggend voor de theatervrienden in de groenige beemden van Hellebecq. Dan weer de Lions van Ronse en een brokje Frasnes op de flanken van Leupegem.

Wijkclub of serviceclub: het maakt niet uit. Overal slaan de vonken over, komt de liefde voor deze stad in het dal opborrelen uit het hart van de Ronsenaars. Samen in vijfentwintig liedjes terug naar onze gemeenschappelijke roots en kindertijd.

Omgekeerde stoelen in ’t gangske. Duizend lichtjes in de nacht. Bompa op zijn bank. Piezamats uit gruute duzen op de moert, oos ’t kloert ien Roonse. Vreugde en kameraadschap tuupe vuir Ronse.

Dansende noten en gekrulde lettertjes voor een Ronse-gevoel dat ons op Drievuldigheidszondag op de weg zet van niets naar nergens. Nog even en het Ronsies is voor goed gone with the wind that blows over the Muilebeike.

‘De vijand is iedereen met wie je van nabij te maken krijgt, de oorlog is overal waar twee of meer mensen samenkomen.’ Ik lees het hier in een bespreking van Hellers oorlogsklassieker Catch-22. Even samen enkele liedjes beuroön, dan weer over naar de orde van de dag.

Op naar het gewriemel, het geneuzel in de marge, de status, de Schone Schijn, de kleine verschillen, de grote geschillen, bal op zaterdag, boel op zondag, status en succes, mislukking en marginalisering.

Wat is de zin van dit eindeloos doorgaan, zo vragen we ons soms af? Het eindeloos doorgaan zelf, zo troosten we ons.

David Carradine wou doodgaan in plaats van nog langer door te gaan. Hij ging aan een touw hangen in de kast van zijn hotel in Bangkok. Zelfmoord, althans: dat schrijft de Thaise pers. Doch zekerheden zijn er niet. Bij het schrijven zeker al niet. Eén tikfout, een haastigheid en het kot is al te klein. Gelukkig heb ik heel alerte lezers. Langer dan een korte nacht gunnen ze me geen misser.

En die anonieme mails, wat moet je ermee. De ene scheldt de ander uit. Doch altijd veilig weggestopt achter de gordijntjes van anonymous. Stoer als hun Fiertelschoenen die klaar staan onder het stoofke. Maar ondertussen wel bang als een (k)wezel om zelf uit te komen voor het eigen zwarte gif.

‘Il fait laisser mourir les choses basses dans leur propre poison.’

'Feestboek'.
(Over Leven in Ronse).