21 oktober 2009

OPEN BRIEF VAN EEN FIERTELDRAGER

Beste Hermes,

Vandaag hebben we van jou afscheid genomen. Het was een bijzonder moment. Niet alleen verliezen we in de Maatschappij der dragers en belders van het reliek van Sint-Hermes een vriend en minzaam man. Je was ook echt de ouderdomsdeken onder ons. Het leven gunde je net niet jouw honderdste verjaardag.

We hebben jouw kist binnen gedragen in de crypte. Niet dat jij er bij leven zelf zou hebben om gevraagd om de dienst in de crypte te laten doorgaan. Je vroeg nooit iets. Je diende vooral. Maar, in de Sint-Hermes kerk zijn geen diensten mogelijk op dit ogenblik omwille van de aan de gang zijnde restauratie.

De crypte is een unieke en sacrale ruimte. Het ademt iets bijzonders uit. Ik ben er zeker van dat je het waardeert dat velen daar afscheid kwamen nemen van jou.
Het maakte wel dat deze dienst iets bijzonders had. Jouw kist werd door de dragers en de belders en onder begeleiding van de bellen, binnen gedragen in de crypte.

Het is telkens weer voor ons een emotioneel moment. Een drager of belder ten grave dragen voelt aan alsof we noodgedwongen een goeie vriend moeten laten gaan. De traditie wil dat de laatste tocht wordt begeleid door de bellenklanken. De traditie gaat telkens weer door merg en been. Ik merkte dat het ook voor jouw kinderen , jouw kleinkinderen, voor de andere familieleden en vrienden al evenzeer een emotioneel moment was. Ronsenaars en “de beele”. Het blijft een bijzonder mooi en intens verhaal.

De tekst die door jouw kleinzoon, Lode, werd voorgelezen weerspiegelde wie je echt was. Het geloof in de kracht en de schoonheid van de natuur, het leven op het ritme van de seizoenen, je oprechte bekommernis om al diegenen die je lief zijn, je optimisme, en de steun die je vond in je geloof; werden bijzonder mooi verwoord. Sober en oprecht.

Dat je tot op het laatste jouw gruwel over de oorlogen die je diende te overleven tot uiting bracht, geeft perfect weer dat je steeds streefde naar een samenleving waarin gruwel, machtswellust en egoïsme hun plaats niet hebben.

Zonder dat je het waarschijnlijk zelf hebt gewild of gedacht, is jouw begrafenis een vingerwijzing naar zij die vinden dat deze ruimte, waarin een levende gemeenschap nog celebreert, kan aangewend worden voor andere activiteiten. Activiteiten die er niet voor terugdeinzen om respectloos met ons religieuze en historische erfgoed om te gaan.

Tijdens dergelijke begrafenissen gaan onze gedachten ook uit naar alle andere dragers en belders die niet meer onder ons vertoeven. Doe ze daar boven de groeten, beste Hermes. En zeg hen dat de Fiertel nog altijd leeft in Ronse. Zeg hen maar dat we zorg dragen voor dit unieke erfgoed. Een werelderfgoed.

Het ga je goed, beste Hermes. We gaan je missen.

Wim Vandevelde
Fierteldrager