01 oktober 2009

OVER LEVEN IN RONSE














Dit weekend verzamelen zo’n 80 Ronsenaars hartje Brussel. Niks bijzonders, gewoon een zoveelste feestje in de privésfeer. Ware het niet dat wat hen drijft, behalve jarenlange wederzijdse sympathie en vriendschap, hun onwrikbare Ronse-gevoel is. Het blijvend idee dat Ronse voor altijd de stad van hun wonderjaren blijft. Ze zijn in Ronse gebleven, of ze zijn er al jàren weg. Maar hoe dan ook blijven in hun hart alle beelden omtrent ons geliefd Ronse voor altijd overeind. Sommigen onder hen zie ik al eens terug voor een babbel achter het schrijn. Anderen - helaas - op begrafenissen. Nog anderen, veel leuker, op prettige Ronse-reunies van Scouts of vieringen allerhande. Het Ronse-gevoel blijkt daarbij altijd weer sterker dan tijd en afstand. Vraag me niet wat het is, het Ronse-gevoel. Nog het best valt het te resumeren in de Never Ending Tour van De Gevuigoode Mandolienen, zie de link hiernaast: Ien Ronse ees dat iet. Het brengt ‘oudere’ Ronsenaars er dus toe veertig jaar later bijeen te komen in de schaduw van het Terkamerenbos. Het brengt maats ertoe van Ronse tot Hong-Kong veertig jaar later herinneringen op te roepen aan dat optreden van de legendarische JJ Band, in de kelder onder de Harmonie.

Van Bart & Bert
Van Jonathan & Yann


Het brengt Ronsenaars ertoe via Facebook de brede ‘Tuupe vuir Ronse’-alliantie bij te treden: vanuit Zuid-Afrika, The States en waar al niet?
Het brengt voormalig Gentenaar Bert en voormalige Zottegemnaar Bart ertoe om als nieuwe Ronsenaars bovenop de Wittentak een buurtfeest te bouwen rond de spelende kids die mekaar al lang hadden gevonden in de meersen, aan de mooiste flank van Ronse.
Het brengt mijn zeer gedreven jonge schrijfbroeders Jonathan Jouret & Yann Verhellen ertoe vandaag con brio de mediatieke fakkel over te nemen met een schitterend blad als De Belleman. Nu on-line.

Wie de stille vastberaden wilskracht van de Tuupe vuir Ronse-stroming, al die ambassadeurs van Ronse hier en elders onderschat, die zal zich vroeg of laat vergapen aan de kracht van het diepe Ronse gevoel dat ons samen als Ronsenaars overheen de eigen persoonlijkheid, de identiteit en de politieke overtuiging van deze stad houden doet, meer dan van welke andere ook.

Er zijn er die Ronse hebben willen opsluiten in hun contra-productief discours van chagrijn, verbittering en do(e)mdenken. Er zijn er die Ronse hebben willen vermaledijden, als de zogezegd ‘minst leefbare stad van Vlaanderen’. (Als deze prachtige stad in het groen de minst leefbare is, laat me dan gerust hier leven).

Er zijn er die van een eenzijdige berichtgeving over alles wat altijd zal blijven misgaan in elke leefgemeenschap in hun media een ‘specialisme’ (lees lekkere bijverdienste) maken.

Er zijn er die Ronse een fusie met omliggende gemeenten hebben ontzegd. Er zijn er die Ronse veertig jaar lang geen degelijke ontsluiting hebben gegund. Er zijn er die, als fluitspelers met hun miljoenensubsidies de Ronsese industrie hebben weggezogen naar wat verderop. Er zijn er die Ronse gretig hebben opgezadeld met de gelukszoekers die ze zelf liever kwijt dan rijk willen in hun eigen regio, hun eigen gemeente. Bij dit alles hebben ze echter één kapitale blunder gemaakt. Ze hebben de onverwoestbare Ronse-reflex van elke echte Ronsenaar onderschat.

Van Luc & Linda

Ronse komt nu op vele vlakken terug in wat ik hier graag de Renaixance noem. In de eerste plaats is die de verdienste van een succesduo aan de top van Ronse. Luc Dupont & Linda Vandekerkhove slagen er samen in om ten stadhuize zeer waardevolle leidinggevende functionarissen naar hier te halen en te begeesteren voor Ronse . Dàt is een complete stijlbreuk met de jaren van de vriendjespolitiek en de ons-kent-ons bij zware benoemingen van partijgenoten.

Die totale stijlbreuk werpt nu haar vruchten af met competente leidinggevende functionarissen op alle sleutelposities van het stadhuis: Stedelijke Ontwikkeling, Cultuur, Openbare Werken.

En dat geeft nu ook al zeer zichtbare resultaten. Een ervan is het Ondernemerscentrum, dat morgen opengaat. Er volgt nog veel meer. Uit de distels en doornen aan de Wolvestraat zal er ooit een nieuwe parel van een Cultureel Centrum ontstaan en wat verderop een Stadstuin ontwikkeld door de beste architecten en tuinontwerpers.

Een Sportcentrum dat vele steden ons benijden, hebben we al. We beleven aldus de heropstanding van een stad met Uitzicht. Wie dat niet zien wil, die is blind of ter kwade trouw.

Het gaat dus om veel meer dan een kreet of een slogan. Het is diep doorleefd en vele nieuwe Ronsenaars spreken me erover aan. Dat komt van heel diep, vanuit uit het mooiste dal van Vlaanderen. Dàt is het antwoord van alle Ronsenaars Tuupe, op de mislukte poging tot vermaledijding van onze stad. Ien Ronse ees dat iet.