29 oktober 2009

OVER LEVEN VOOR GEVORDERDEN

ALLEEN ROCCO HEEFT HET EEUWIG LEVEN

Er verdwijnen stiekem steeds meer doden op 't oud kerkhof. Niemand die hen zoekt. Ik zie toch geen inderhaast gedrukte affiches aan de Lukoil om de hoek.
‘Pappie is Missing!’.
‘Pépé Focus!’
Niks van dit alles. De massale verdwijning veroorzaakt blijkbaar meer leegte op de oude begraafplaats van onze stad, dan in het hart van de nabestaanden die de concessie voor hun dierbare overledene niet langer wensen te verlengen.
(Want de erfenis is lang verdeeld. En de factuur voor verlenging verzandt in twist om de onrechtvaardigheid van de nalatenschap).

Enkele beroemde doden houden voorlopig stand, zie ik. Ephrem was altijd al een taaie en nonkel D. welwelwel. Ondertussen wordt de stille verdwijning van hun overleden buren door de stadsdiensten toegedekt met kiezel en vers geplante boompjes waarvan het Indian Summer-gebladerte alvast invreet op voorlopig nog niet verpulverde concessies. Naast het graf van mijn altijd al dode papa ligt de buurman zijn voorgevel op de grond. Er staat een paaltje bij met een waarschuwing van het stadsbestuur. Onder plastic, tegen de aangekondigde hevige stortregens. De definitieve vermaling door de tand des tijds dreigt. Met stempel van de bevoegde dienst. Volgend jaar wacht me dus een bijkomende leegte op het kerkhof. Hopelijk is de planeet tegen dan nog ietsepietsje meer verhit en staan er al wat palmen, olijfbomen, mimosa en roze lauwerier.

De nakende definitieve verdwijning van de pater familias zal de dierbaren een zorg wezen. Zij hebben het al moeilijk genoeg met de aangekondigde indexverlaging van hun loon in januari. Zullen zij dan ook een beetje wakker gaan liggen over het laatste buitenverblijf van bompa, die onder de bescheten bronzen kruiskegod als een David Copperfield zichzelf doet verdwijnen onder onleesbaar geworden tekenen van familiale affectie plus twee korrelige huldeborden van het zogezegd dankbare personeel en de theatervereniging.

*

1955. Hand in hand lopen we in rijen van twee achter zuster Zenobie aan, op naar ditzelfde kerkhof. Ze legt ons uit dat ons leventje, dat nog maar pas in gang schiet, eindig is. Dat we altijd aan onze uitersten moeten denken. Sommige vriendjes vatten dit letterlijk op, doen het via hun uitersten in de broek.

‘Niet bang zijn kinderen, de doden hebben het veel te goed bij Onze Lieven Heer in de Hemel, ze komen nooit terug.’

Ik had liever gehad dat mijn pa in de hel zat, het daar te heet onder de voeten kreeg en wegvluchtte op het paard van Hermes: recht naar mij toe. Nu ik met steeds minder overtuiging zijn graf schuur - de grote waterton staat er niet dit jaar, naast het lege grafdelvershuisje - vraag ik me af hoe lang een mens eigenlijk echt voortleeft in de herinnering. De tijd van een concessie dus.

Overal zie ik nu die paaltjes met brieven voor doden die weldra een tweede keer horen te verdwijnen. Hier en daar ook opwaaiende grafstenen. Als een dodelijk protest tegen de hemel.

‘Die willen er weer uit’, zei mijn grootvader altijd.

Ik weet niet of ik hier ooit nog terug wil, eens mijn tijd erop zit. Verpoeierd op de mooiste hoogte van Ronse, zonder grondlasten en veilig ver weg van de politieke notabelen in hun ereperkje: het lijkt me een vrij geruststellende gedachte.

Overleven door een of ander geschrift?
Laissez-moi rire doucement.
‘Wie schrijft die blijft?’
Klinkklare onzin. We gaan in ijltempo naar de digitale maatschappij waar niks nog wordt opgeslagen. Tenzij in een of ander snel vergeten stickje in je la. Volgens de Amerikaanse auteur Philip Roth zullen er over 25 jaar nog ongeveer evenveel mensen boeken lezen als er nu Latijnse poëzie lezen...

‘Steeds meer mensen slaan hun data enkel in the clouds op’, lees ik ook in mijn krant. ‘Dus alle bestanden (mails, spreadsheets, teksten, foto’s, filmpjes) bestaan enkel nog virtueel op het internet.’

En die boeken dan? Die verdwijnen tegenwoordig al in de papierversnipperaar van ‘De Laatste Show’ nog voor ze de weg naar de lezer hebben gevonden. Nee, geloof me vrij. Er zal maar één mens zijn eigen biografie overleven: Rocco Granata. In het hart van Marina.

‘Over Leven Voor Gevorderden’.
‘Verzonnen Journaal’.
Copyright Stef Vancaeneghem.