13 februari 2009

DE BENIEUWDE RONSENAAR

BEVRIJDT MEESTER VERMASSEN RONSE VAN SCANDALITIS?

BURGEMEESTER, STADSSECRETARIS EN SCHEPEN
NODELOOS AAN DE SCHANDPAAL… WEGENS GOED BESTUUR!

VERMOEDEN VAN ONSCHULD ONDERMIJND DOOR VERDACHTMAKINGEN



De Gentse Kamer van Inbeschuldigingsstelling verwijst burgemeester Luc Dupont, stadssecretaris Linda Vandekerkhove, schepen Pol Kerckhove en Jean-François Dopchie van de firma Reseco naar de correctionele rechtbank.

Volgens een arrest van 29 januari zouden er voldoende elementen zijn om de burgemeester en de stadssecretaris alsook de gewezen eigenaar van het textielpand Reseco door te verwijzen wegens valsheid in geschrifte en schepen Pol Kerckhove wegens belangenneming. Hoogst verrassend arrest nadat alle betrokkenen eerder door de raadkamer van Oudenaarde nochtans waren vrijgepleit van alle schuld.

Het schandaal in deze zaak is echter allang niet meer dat wat je denkt. Het ware schandaal is het sluipend gif van kleine politiek en goedkope verdachtmakingen versus integriteit en de poging tot goed bestuur van Ronse.


Het gaat hier namelijk noch min noch meer om de zoveelste triestige totaal nodeloze nasleep van het inmiddels volkomen verrot en gepolitiseerd dossier van de politiekazerne. Een jarenlange bedenkelijke mediatisering, lichtzinnige verdachtmakingen, foute of ongecontroleerde informatie, hoogst betwistbare interpretaties van brieven en data steken als een monster van Loch Ness de kop op. Als sluipend gift ondermijnen ze telkens weer opnieuw het wettelijk beschermd vermoeden van onschuld van alle betrokkenen.

Operatie beschadiging Pol Kerckhove

Het Ronsese bestuur ondernam destijds solidair de volkomen logische poging om de bestaande politiekazerne uit te breiden met het aanpalende Resecopand in de Kasteelstraat tot aan de achterliggende Sint-Cornelisstraat. Dat dit persoonlijke belangen van derden met een eigen pand in de buurt doorkruiste weet inmiddels elke Ronsenaar. Dat dit dossier daarbij gretig werd aangegrepen om het bestuur puur politiek te treffen met oppositionele stemmingmakerij van laag allooi evenzeer. Geen Ronsenaar die er nog de dupe van is.

In februari 2002 besliste de gemeenteraad van Ronse om het bedrijfsgebouw Reseco in de Kasteelstraat 45, vlak naast de rijkswachtkazerne, aan te kopen voor de huisvesting van de eengemaakte politie. Schepen Pol Kerkhove nam deel aan de voorbereidende gesprekken, die leidden tot de aankoop van het textielpand Reseco.

Volgens informatie die tot op vandaag in de media haar weg zoekt en vindt zou de schepen van Financiën dat moment nog gezeteld hebben in de raad van bestuur van de nv Reseco en pas na de verkoop opgestapt zijn bij Reseco.

In een gesprek dat we vanochtend met hem hadden spreekt Pol Kerckhove echter zelf deze totaal misleidende en bijgevolg ronduit lasterlijke aantijgingen tegenover zijn persoon formeel tegen. Alles wijst er op dat Pol Kerckhove hier veeleer het slachtoffer dreigt te worden van een operatie beschadiging. Wel: zonder ons. Fidele lezers weten dat we de OCMW-voorzitter niet sparen met onze open kritiek meer bepaald in de stemming rond de faciliteitenbrief. Maar laat dit eenieder die deze blog aanklikt duidelijk zijn: in dit land bestaat zoiets als het vermoeden van onschuld en dat geldt ook voor Pol Kerckhove.

Mag Luc Dupont Ronse nog een beetje besturen ja?

Burgemeester Dupont van zijn kant wordt nu heel verrassend schriftvervalsing ten laste gelegd. Het arrest van de KI zou zich hiervoor baseren op een blijkbaar nieuwe ‘interpretatie’ van twee brieven die de burgemeester over deze zaak zou hebben gestuurd naar de gouverneur.

Alles lijkt er veeleer op te wijzen dat hier een opportuniteit voor de stad Ronse om een logische goede aankoop te doen zomaar wordt aangegrepen om Luc Dupont als burgemeester en als persoon te treffen.

We maken even deze vergelijking. Raadslid Rudi Boudringhien kaartte onlangs in de gemeenteraad de opportuniteit aan om door de aankoop van de lege Datragebouwen aan de Portoisparking voor de Ronsenaars een bijkomende parking én alternatieve marktruimte te verwerven. Iedereen in de raad vindt dat een goed idee en een mooi voorstel. Het bestuur start onderhandelingen voor de aankoop. Goed oppossitiewerk. Goed bestuur. Goede samenwerking: Tuupe vuir Ronse. Maar wat als dan morgen de briefwisseling daaromtrent zich tegen de burgemeester keert in zijn onderhandelingen met de eigenaars omdat een andere derde met een eigendom in de buurt zich verongelijkt voelen zou?

Eerder al buiten vervolging

Te gek voor woorden allemaal. Zeker als men weet dat de betrokkenen in juni 2008 al buiten vervolging zijn gesteld door de raadkamer in Oudenaarde. De doorverwijzing biedt de betrokkenen alvast de kans om de rechter ten gronde te laten oordelen over het almaar aanslepende en steeds verder verrottende dossier van de politiekazerne. De betrokkenen trekken hiervoor een superpleiter van buiten het gerechtelijk arrondissement aan: mediafiguur Jef Vermassen.

Hoe dan ook, let it be. Laat het gerecht zijn werk doen, in het volste vertrouwen op uiteindelijk volkomen eerherstel na de aldus geleden schade. We kunnen ons niet voorstellen dat de Raadkamer van Oudenaarde vorig jaar over ijs van één nacht zou zijn gegaan om al die steriele zever naar de prullemand te verwijzen. .

12 februari 2009

DE BENIEUWDE RONSENAAR

IEN ROONSE EES DAT IET DA VINDE NIEVERST NIET

‘Ronse is naar de kloten van de paus ik mag dat zeggen want ik ben zoveel ouder een rrra-di-ka-le rrretourrr met echte leiders hebben we nodig vroeger hadden de mensen schone manieren en kende iedereen zijn plek er was hier een grote schone bourgeoisie en werkmensen fanfaren cortègen processies en een criterium met de zegepalmen voor de zuster zonder arm van de kliniek vijf cinema’s en een college met duizend internen de werkmens deed zijn klak af voor de baas en voor de paster als hij passeerde met het Heilig Oliesel vroeger werd de meiboom geplant op Wittentak waren er paardekens bij Tieste tokkelde Mootie airkes op zijnen beiaard en speelden er accordeons op 1 mei schijt porei werden er klakbuizen met carbure geschoten de paters hadden een cinema en er was een Suisse in de grote kerk tegen de zatlappen d’ Arme Klaren reden met hun poussette naar de markt vroeger er stonden gardevils op de Place met een witte casque gelijk in Quick & Flupke de gendarmen reden rond in een Landrover met een lange antenne gelijk d’ Amerikaanders bij de bevrijding er waren wel vijf kremkarren par exempel van Woof en La Renommée een Charcuterie Ardennaise vol patee de dochter van de Malander trouwde met de Prins van Liechtenstein maar nu crapuul, canaille en ras ’s avonds zie ik ze vanop mijn balkon als rrratten uit de rrrriolen komen ze gekrrropen overal agressie zie ik en als ik ze niet zie dan voel ik ze op straat in het verkeer aan de kassa schrijf dat nekeer op plekke van overal liedjes te blazen naïeve kloten dat ge zijt gij en uw maats van de Gevuigoode Mandolienen drumen vaan Roonse mijn kloten bon ge luistert toch niet meer ik ga naar huis als mijn auto hier nog staat en ze mijn ruiten niet ingeklopt hebben gelijk van die bussen als ze geen krrrappen gekrrrapt hebben in mijn carrrrosserrrrie en als ik geen klop krijg onderweg t’hopen dat ze mijn appartement niet leeg gepiekt hebben een goedenavond waar kan ik uwen blok vinden op tinternet ik hoor dat ge soms nog een vuile muil hebt met uw pen.'

11 februari 2009

BEAU MONDE


Oh Mr James Dean, he don't belong to anything
Oh he left before they could get him
With their ways, their wicked ways

Oh Marilyn Monroe, where did you go?
I didn't hear all your stories
I didn't see all your glory

But the footballer's wife tells her troubles and strife
I just don't care in the end
Who is she to pretend
That she's one of them?
I don't think so
And the girl from that show
Yes the one we all know
She thinks she's some kinda star
Yes you know who you are
I don't think so, I don't think so

Oh Ginger Rogers, Fred Astaire
Won't you dance for me cos I just don't care
What's going on today

I think there's something more, something more
And I'm gone with the wind like they were before
But I'm believing myself I think there's something more
There must be something more
I think there's something more, something more

But still the footballer's wife tells her troubles and strife
I just don't care in the end
Who is she to pretend
That she's one of them?
I don't think so
And the girl from that show
Yes the one we all know
She thinks she's some kinda star
Yes you know who you are
I don't think so, I don't think so

Oh I don't believe in the telling of your stories
Throughout your life, there's just something unappealing
It don't catch my eye
It don't catch my eye

Oh I don't believe in the selling of your glories
Before you leave this life, there's so much more to see
I don't believe this is how the world should be

But still the footballer's wife tells her troubles and strife
I just don't care in the end
Who is she to pretend
That she's one of them?
I don't think so
And the girl from that show
Yes the one we all know
She thinks she's some kinda star
Yes you know who you are
I don't think so, I don't think so

The footballer's wife tells her troubles and strife
I just don't care in the end
Who is she to pretend
That she's one of them?

‘The footballer’s wife’.
Amy Macdonald.
(‘This is the life.')

OVER LEVEN VOOR GEVORDERDEN


‘Het beroep van romanschrijver draait niet – althans niet voor mij – om winst of verlies. Misschien gelden het aantal verkochte exemplaren, literaire prijzen of goede, dan wel slechte kritieken als criteria voor succes, maar essentiële kwesties kan ik dat niet noemen. Het allerbelangrijkste is de vraag of wat je geschreven hebt het niveau haalt dat je je had voorgenomen, en dat kun je niet zomaar wegredeneren. Tegenover anderen kun je altijd wel deze of gene handige uitleg verzinnen, maar jezelf kun je niets op de mouw spelden. In die zin lijkt een roman schrijven op een marathon lopen. Waar het in feite om gaat is dat een auteur een rustige, stabiele motivatie vindt in zichzelf, en er niet naar dient te zoeken in uiterlijk vertoon of externe maatstaven.

Hardlopen is voor mij altijd nuttige lichaamsbeweging en tegelijkertijd ook een doeltreffende metafoor geweest. Door dagelijks te trainen en steeds meer wedstrijden te lopen, legde ik de lat die mijn succes bepaalde steeds een klein beetje hoger en door er telkens overheen te springen tilde ik mezelf op een hoger plan. Dat was in ieder geval de opzet waarvoor ik me dag in dag uit heb ingespannen: mezelf op een hoger plan tillen.

Ik stel als hardloper natuurlijk niet veel voor. Ik ben van een heel gewoon niveau – zeg maar middelmatig. Maar dat is helemaal geen punt. Het is veel belangrijker dat ik uitstijg boven wie ik gisteren was, al is het maar een klein beetje. Want als er al een opponent is die je moet verslaan in het afstandslopen, dan is het wel je vroegere zelf.’

Haruki Murakami (1949), een van de meest toonaangevende auteurs van Japan en internationaal bekend als cultschrijver beleefde zijn doorbraak met ‘Norwegian Wood’, ‘Kafka op het strand’ en ‘Dans dans dans’. In 1982 verkocht hij zijn jazzclub om zich geheel aan het schrijven te wijden. Hij begon toen ook met hardlopen om zijn conditie op peil te houden. Al een jaar later rende hij in zijn eentje helemaal van Athene naar Marathon (het omgekeerde parcours dus, en dan nog in de bakkende hitte van de volle zomer…)

In ‘Waarover ik praat als ik over hardlopen praat' onderzoekt hij na tientallen wedlopen, triatlons en bejubelde boeken de invloed die sport heeft gehad op zijn leven en op zijn werk.

Murakami: ‘Het verlangen om alleen te zijn blijft constant in mij aanwezig. Daarom is het dagelijks uurtje hardlopen van cruciaal belang voor mijn geestelijke gezondheid. Het garandeert me een poosje stilte voor mezelf.’

Wie loopt wéét wat hij bedoelt. Wie schrijft ook. Wie loopt én schrijft wordt onweerstaanbaar een fan van deze eenzame lopende schrijvende man.

‘Over Leven Voor Gevorderden’.
‘Tetietatutes’. Virtueel Dagboek.
Copyright: Stef Vancaeneghem.

10 februari 2009

BLOG NOTE












(Klik door voor details)

09 februari 2009

JOURS DE FRANCE














4.

Paris. Pas jaren later, bij het zien van het cinematografisch curiosum ‘Les Galets de Pontaven’ zal ik Georges van Parijs met de nodige afstand ertussen wat beter kunnen plaatsen als personage. Kruising tussen de rijzige Jean-Pierre Marielle zij het dan mét broek aan en een onverzettelijke verzetsheld uit ‘Le Silence de la Mer’ van Vercors die weer tot leven komen zou in een reïncarnatie van pakweg Pierre Arditi.

Voorlopig is Georges vooral mijn persoonlijke held. Symbool voor trotse voldragen mannelijkheid. Zo sterk, zo gespierd, zo groot, zo behaard op borst en voorarmen wil ik ooit zijn. Met die zware, doorrookte overtuigende basstem van hem wil ik, na de baard in de keel, best zelf wel door het leven. Heerlijk ondeugend ruikend naar zwoele restanten ‘Yves Saint Laurent. Eau de Toilette Pour Hommes’. Muskus. Wilde avonturen. Het zwarte haar achteruit gekamd, in glimmend gladde slierten brillantine. De gele Gitane losjes tussen wijs- en middenvinger. Telkens weer opnieuw naar omhoog en omlaag meedraaiend met het stuurwiel. De asse nu en dan vanop de broeksplooi haastig weggemept richting middenconsole vagelijk in de buurt van het asbakje. Rookslierten in snel weg deinende cumulo nimbusjes blazend door het open dak van zijn Peugeot 203. De machtige klauwende leeuw als constant toerende claxon. Breed gesticulerend naar véél mindere chauffeurs. Foeterend omtrent hun systematisch negeren van de priorité de droite.

Georges is een man van de Majorité Présidentielle. Hij hoort erbij. Hij zat in het verzet. Hij heeft ervoor gevochten. Zo dat hij vandaag in het verkeer luid en ongeremd tegenover eenieder verkondigen kan wat hij denkt van al die chauffards. Wat zouden wij , petits cousins Belges van de wereld weten? Frankrijk is het centrum van de planeet. Parijs is het centrum van Frankrijk. Van hieruit is de beschaving begonnen met de inname van de Bastille en de Franse revolutie. Later geëxporteerd door de pioniers zeg maar avonturiers van Amerika. Of leren we dat allemaal niet in onze geschiedenis? Charles de Gaulle? De Force de Frappe? De missiles op de Georges Clemenceau? Schietensklaar in de haven van Toulon.

Georges is mijn gids omtrent alles wat ik van de wereldpolitiek, de Code de la Route, zijn changement de vitesse, de voordelen van de point mort, L’Algérie Française altijd al wou weten en als totaal ignorante Belg uit een van god verlaten provinciestadje nooit durfde vragen. De Place Pigalle voor me duidend als de ultieme kenner die alles van het leven heeft gehad, gezien, geproefd. Op elke brug heeft gekuierd en gekust. Elke brasserie heeft uitgeprobeerd. Chez Lipp. Les Deux Magots. Le Flore. Le Tabou. Saint-Germain. De Sorbonne. Ik duizel van zoveel levenskennis tegelijk. Georges heeft geleefd, en ik?

‘Pour moi la vie va commencer’.

Hij draait de autoradio dicht, vindt die Johnny Hallyday maar een brulaap van een verlopen Belg. Geef hem maar Bécaud. A la limite Jacques Brel. Als gegoten zit hij , in zijn koningsblauwe pak van Voyageur de Commerce. Van alle Franse provincienesten thuis in zijn Parijs van altijd. Wat hij precies verkoopt is me niet helemaal duidelijk. Iets met Michelinbanden misschien. Het kan ook motorolie zijn. Het is veranderlijk. We zitten wat opeengepakt achterin zijn ‘outil de travail’, zoals hij zijn muisgrijze rijdende sigaar noemt. Naast mij zit ‘Le Grand Bonheur de son Existence’. Zijn zoon Pierrot, bijgenaamd ‘Nono’. We zijn van hetzelfde jaar, Nono en ik. Als het in Parijs regent, druppelt het bij ons.

Vooraan naast Georges zit Claire, de vrouw die hem dat grote geluk van zijn leven geschonken heeft. Alle elegantie, vrolijkheid, schoonheid van de lichtstad verenigd in één imponerende stijlvolle verschijning. Georges is meneer twee voor Claire. Verder hoeven we daar geen vragen over te stellen. Claire heeft nog een ander leven gehad voor dat met Georges begonnen is. Wie zijn wij om ons daarmee te moeien. Ik kan goed zien dat ik er niet over piep. En al zeker niet tegenover Nono. Want die heeft nog een halfbroer. En het is helemaal niet duidelijk of Nono dat zelf al weet. Ge ziet van hier wat het geven zou als ik Nono dan vraag hoe het nog zit met zijn halve broer enzo. Ik moet het niet proberen of...Georges en Claire zijn nu gelukkig. Dat is het voornaamste. Ze bezitten een heel flatgebouw aan de Rue de la Légion d’honneur. Beneden is er een Bar Tabac. Alleen jammer dat de buurt er nu snel op achteruit gaat vanwege de inwijking. Op de muren staan overal graffiti.

A MORT FLN!
Organisation Armée Secrète.
OAS vaincra!

In zijn smalle Peugeot 203 Coupé snokt hij ons onwaarschijnlijk behendig en snel door de glanzende straten van zijn stad.

‘Alors, pour ce soir? Mogador ou Femmes Nues?’

Mama kiest voor een operette met Pierre Doris in de Mogador.
Morgen de Eiffeltoren. Als er nog tijd rest maandag het Louvre. Indien niet gesloten op maandag. Dinsdag België.

‘Dommage’ zegt Nono die tegenover mij doet alsof hij al die blote vrouwen van de Folies-Bergères persoonlijk kent. Wat weet ik van het leven? Niks weet ik. Niet eens wat een ‘Capote Anglaise’ is en hoe ik die over mijn ‘sifflet’ schuiven moet. Nono wil me dat bij gelegenheid wel eens voordoen.

In het Parc des Princes wint le grand champion Belge ‘Rique-Vent-L’Oie’ die zondag een keizerlijke spurt in de slotrit van de Tour de France. Krijgt zijn helaas vlijmscherp afgetraind lichaamsgewicht in chocolade, geschonken door 'Chocolats Poulain.' Van koersen weten wij, Belgen alles. Dat wil Georges wel toegeven. Al kan niemand aan Maître Jacques. Zelfs 'Poupou' niet.

'Nous sommes bien d'accord?'

‘Jours de France’. Roman.
Illustratie: ‘On dirait le sud.’
Copyright: Stef Vancaeneghem.