02 augustus 2010

RONSIES RAITEITENBOEK (9)

AN DE KLIENE KIERKE



De Kinderen van Hiram nestelen zich als bevriende broeders van het vrije denken bijeen onder de toren van Saint-Martin. Tegen een wand van hun mooie nieuwverworven flat misschien een werkje van één van hun voorgangers, Jean Oosterlynck. Zijn Brug der Zuchten waarom niet.

Een zucht van opluchting dan want eindelijk is de cirkel rond en de strijd gestreden. Eindelijk is ze er. De door hen zo lang gedroomde Copernicaanse omwenteling van oude machten. Onomkeerbaar. Finaal en definitief. Ze ontwaken in het ethisch meest avant-gardistische land van de planeet. Het Beloofde Land voor ongewenste ongeborenen. Land op mensenmaat voor terminaal zieken. In een tijd dat de maanden die je nog resten exact voor jou berekend worden en, als je Bekend bent, journaalnieuws zijn. Je zal het toegeven, deze kinderen van Hiram komt de verdienste toe dit land ethisch aan de top te hebben getild.

Hun premier.
Hun wetenschappers.
Hun hooggeschoolden.
Hun vakbekwame stervensbegeleiders.
Hun gynecologen met wereldfaam.
Hun wijsgeren.
Hun magistratuur.
Hun politietop.
Hun vele broeders
in de zoektocht
naar het licht.

Samen hebben ze het voor mekaar gekregen. De sektarische klokkenluiders van weleer kunnen hen niet langer deren. Hebben inmiddels zelf de oude zwarte gewaden van zich afgeschud. Stoppen zich weg in abdijen of in anonieme profane levens. Soms zelfs met onvoorstelbaar veel lef, als alweer nieuwe onbesproken mandarijnen van het betere burgerdom.

Het oppermachtige netwerk van grootinquisiteur Tittelmans, die hier ooit de Molenbeek in de kleuren van Alva kleurde, Le Rouge et Le Noir, heeft zichzelf nu finaal in de voet geschoten. Wat eenieder altijd al vermoedde, dacht, raadde, wie weet zelf aan de lijve ondervond, blijkt in een stortvloed van officieel gemelde gevallen dus wààr.

Al die tijd zochten de kinderen van Hiram samen naar de waarheid van de mensen. In de duisternis van hun ateliers keken ze uit naar de nieuwe Dageraad. Maar de macht van de duisternis nam de waarheid niet aan. De kinderen van Hiram werden integendeel zèlf opgeladen met de zonden van hun schrikwekkende duivel op bokkenpoten. Jaarlijks te zien in de Ommegang. Aan de ketting. Doch de duivel zat nièt in de tempel die je dacht. Hij oogt nu frisser dan ooit, in de gerestaureerde hoofdkerk. Vandaag geeft de lange strijd tussen licht en duisternis een nooit gezien clash. Ziedend Heilige Officie. Congregatie voor Geloofsleer op zijn kop.
Protest, Urbi et Orbi. Onderzoek van het onderzoek. Kardinaal in nesten. Hoe moet het nu verder? Met de slachtoffers welteverstaan.

Je wordt onwel bij de gedachte alleen al aan je laatste biecht. Hoe je achter gaatjes werd uitgevraagd door iemand die je steeds luider hoorde kreunen bij elke nieuwe vraag onder je gordel.

Die zich weg stopte achter het schuifdeurtje van het biechtgeheim om je ontluikende puberteit eerst te ontrafelen dan te ontheiligen. Ad majorem dei gloriam. Tot meerdere eer en genot van zichzelf. Die de sacrale schoonheid van je eerste prille liefde door de passe-vite van zijn zwarte gaten perste, tot gestolen geilheid voor eigen gebruik. Zijn gevraag verschafte hem alle nuttige informatie. Over wie zijn zogeheten zonde van het vlees al kende. Over wie gedwee was, wie niet. Zijn biechtgeheim garandeerde hem straffeloosheid. Nee ze hebben je niet aangeraakt. Je bent er iets te assertief voor gebleken. Je drie broers waren je hier dan ook voorgegaan. Ze hadden met hun stormram al zware bressen in de burcht geramd. Je was derhalve al persona non grata, nog voor je kwam. Ze hadden beslist ‘je te kraken’. Ze zegden het je. Op de eerste schooldag. Voor de hele klas. Maar je wist waar je terechtkomen zou. Hoe je het aanpakken moest. Elke middag zou je er niettemin toch van kotsen. Elke namiddag herpakte je. Aangemoedigd door het thuisfront. Ook zij waren gekraakt. Naar huis gestuurd. Door superieuren voor wie enkel de taal van de macht van tel was. Macht over het kind in hun macht. Postume woede, voor elke argeloze jongen die door hun grijpgrage handen ging.

De Kinderen van Hiram komen goed weg. Althans diegenen onder hen voor wie de weg naar het vrij onderzoek al getraceerd was voor hun geboorte. Van kindsbeen af zijn ze door liefhebbende ouders en ruimdenkdende pedagogen gesterkt in de eindeloos te herbeginnen oefening van kritisch denken, tolerantie en steeds falsifieerbare opinie. Ze hadden geen Mechelse catechismus als goede raad van tante Kaat nodig om zich te gedragen als mens onder de mensen.

De mens,
niks dan de mens.
Zo helpe ik mezelf.

Zelf had jij minder geluk in je zogeheten gouden kooi. Je werd in kunstmatige slaap gehouden met halve waarheden en hele leugens omtrent een hypothetisch hiernamaals.

Dag jongen
In de kerk
op de stoel
Met je naam
In letters
Van goud




Je kon gerust je zelfstandig denken helemaal opzij schuiven. Je hoefde alleen maar 'de symboliek' van hun parabels te begrijpen en 'de mystiek' van hun mirakelen te geloven, hun evangelie te onthouden, hun gebeden te prevelen. Waarheid in duizendjarige kreten van profeten. Je landing zou des te harder zijn. Verdwalen zou je, in de galerij van hun verzuilde verstarring. Lost in paradise.

In ruil voor de afgegooide nepwaarheden kwam er diepe onrust in je hart. Dan pas, na lang zoeken en tasten in de duisternis, volgde je wedergeboorte. Nee niet zozeer dat licht in de grot van Plato en achterliggende Ideeën omtrent het Goede, het Ware, het Schone als opstapje naar het Ene van Plotinus. Dat was weer van hetzelfde maar anders.

Al die jaren had je als een aap geslingerd aan de lianen van nostalgie naar wat al niet meer was en de liaan van de verwarring om wat nu onverbiddelijk komen zou. In afwachting kon je overal de boom in met je vers verworven 'wetend niet-weten.'

Dag rusteloze jongen,
naked on the floor
tussen twee stoelen
naast hun stenen tafel.



Recht tegenover Saint-Martin vergaapte je je aan vulpennen van 'Maison Ulysse Vandenbossche.' Om de hoek loerde je bij Gaston Van Der Merckt naar kleurenpaletten van Talens. De klokken in je kop ruilde je voor 'His Masters Voice', op zwart vinyl van de 'Comptoir Musical Joris.'

Tijd om een keer en voor goed afscheid te nemen van je wonderjaren. In je eigen spiegelbeeld, voor de vitrine van 'Maison Bouton'. Zoals elk jaar tijdelijk vol gestapeld met speelgoed voor Sinterklaas. Voor jou kwam hij niet langer: je had opgehouden erin te geloven. Al zag je die Micheline van Mârklin best nog wel zitten.

‘RONSIES RARITEITENBOEK’
HANDLEIDING VOOR RONSE
Illustratie: Jean Oosterlynck
Copyright Sef Vancaeneghem.