12 september 2011

TUUPE VUIR RONSE

WAT HEET PROPER BESTUREN
OP DE DRAAIKOLK VAN
BELANGEN EN PARALLELLE GELDSTROMEN?








Een antieke wijsheid beweert dat macht corrumpeert. ‘Mais si tous les dégoutés de la politique s’en vont, il n’y a que les dégoutants qui restent’.
Zo pareert een Franse wijsheid dan weer dreigend defaitisme. Is elke politicus - vanaf een zeker machtsniveau - echt een zakkenvuller? We kunnen hier evengoed een debat opzetten omtrent het geslacht der engelen. Vast staat dat maar heel weinigen erin slagen in alle omstandigheden te weerstaan aan de vele vetpotten van politiek.


En dan gaat het hier nu niet om besturen op ambtenarenniveau en nog minder om gaten in de kassa van de sociale woningmaatschappij. Waarover dan wel? Over sluipende normenvervaging in de politiek zelf. Over electoraal cliëntelisme, partijfinanciering, politiek affairisme. Over : ons kent ons. Over: voor wat hoort wat. Over vette politieke pensioenen. Over de kronkels die men daarvoor wil klaren. Over riante politieke (afscheids)vergoedingen. Over bevriende intstanties . Over mandarijnen die zich in en om alle partijen bewegen in de schaduw van het publieke forum. Die pleziertjes vragen. Gunsten. Die benoemingen willen. Postjes.

De schemerzone

Het momentum van de kiezer beperkt zich bij dit alles tot een stem in het hokje om de zoveel jaar. Daarna begint voor de gekozenen het echte spel: achter de schermen. De verdeling van de vele vetbezoldigde mandaten. Lokaal situeert zich dat dan vanuit de partij-cenakels en aanverwante politieke machtsclubs in en om het schepencollege, in het OCMW, de communales en intercommunales, de diverse nutsmaatschappijen. Van TMVW tot Electrabel, van Gaselwest tot Eandis .

Deze fel betwiste match om de mandaten resulteert (voor de winnaars ervan) in alweer nieuwe benijdenswaardige machtsposities. De aanbestedingen zijn wat ze zijn, de returns ook. Wie de loodgieterij doet en de kassijnen steekt. Wie afbraakwerken en grondwerken mag uitvoeren. Wie rioleringen mag aanleggen en onderhouden. Wie de bouw zetten mag, wie hem verkopen mag. Wie als enkeling op het grondgebied welles een bouwvergunning krijgt. Wie wel een afwijkingske op de regeltjes wordt gegund, wie niet. De schemerzone tussen goed bestuur en de alledaagse praktijk . De vriendendienst hier, de hittentit daar. Het lijstje van rechtstreekse en zijdelingse returns is eindeloos.

Wie zich als integer politicus geroepen voelt deze stad te besturen en boven water wil blijven in die draaikolk van belangen en parallelle geldstromen moet wel een heel sterk...zwemmer zijn. Want er is vanzelfsprekend de wet. Maar er is voor proper bestuur ook nog zoiets vandoen dat verder gaat dan de lettertjes van de wet: de ethiek van politiek.

Iets kan volgens de letter van de wet perfect legaal zijn en toch politiek totally not done. Wie zich als politicus bijvoorbeeld via één van zijn vele mandaten inwerkt in de immomarkt, doet er dan goed aan zich zelf zeer ver van elke activiteit op die markt te houden. Zeker als hij behalve politicus beroepshalve ambtenaar is of geweest is. Een ambtenaar is geen zakenman en vice versa.

Als verkozen verantwoordelijke hoort zo'n politicus al helemaal geen zaken op te zetten met een ondergeschikte ambtenaar op zijn bestuursveld. Ook al blijkt dat door een of ander gaatje in de wet wel eventjes tijdelijk te kunnen, het is vanuit een goed bestuur not done. Al was het alleen al maar om elk mogelijk conflict tussen het eigen belang en het algemeen belang te vermijden. Correct bestuur gaat dus veel verder dan alleen maar de toepassing van de lettertjes van de wet.

Iets kan op het bestuursveld en het niveau van de ambtenarij zelf fout gaan door wanbeheer en slordigheden. Iets kan daar scheef groeien door normenvervaging. Iets kan daar mis zitten door ontspoorde oude mores (exuberante lunchcultuur, visakaarten, kostenbonnetjes, e.d.)

Maar iets kan achter de schermen van een beleid ook scheef groeien vanwege de hoge mandatenconcentratie waarin een machtspoliticus zich gaandeweg tot incontournable werkt. Waarbij hij dan van zichzelf gaat denken dat hij zowel onmisbaar als onaantastbaar is en liever de boodschapper van de misstap verkettert dan daar zelf de juiste consequenties van te dragen en de voor de hand liggende conclusie uit te trekken.

Doet hij datlaatste niet, dan lijkt het erop dat er twee maten en twee gewichten worden gehanteerd. Want als de lat van het bestuurlijke fatsoen(terecht) hoog wordt gelegd, dan wel voor iedereen.

Zoniet zet je de geloofwaardigheid van dat nobel streven naar correct bestuur door de burgemeester op het spel.

Goed dat bij dit alles de kiezer dan maar zelf op tijd en stond voor aflossing van de wacht zorgen kan. Tuupe vuir Ronse. Als het moet: met andere en betere.