17 september 2011

WK WIELERSTAD RONSE VERWELKOMT RONDE VAN VLAANDEREN

EN NU HET GOEDE NIEUWS:
DE RONDE GRATIS AAN HUIS
EN GELD VOOR FIETSPADEN



1. Geen jaarlijkse 100.000 euro uit de zakken van de Ronsenaars in die van Flanders Classics.

2. Hopen Ronsies geld dat vrijkomt voor fietspaden in Kruisstraat, Ninovestraat, Zonnestraat, Ellezelestraat enz. Ronse Wielerstad? Meer dan ooit.

3. Gratis de Ronde van Vlaanderen aan huis in de nieuwe finale langs Kruissens en Hootond.

Tuupe vuir Ronse:
WK- Wielerstad van meer dan alleen maar Vlaanderen.

16 september 2011

WAAROM DE RONDE VAN VLAANDEREN NIET IN RONSE EINDIGT MAAR IN OUDENAARDE

FLANDERS CLASSICS, FLANDERS POLITICS:
TROP RENAIX TE WEINIG VLAANDEREN




Wat ik hier eerder al in primeur mijn bloglezers meegaf, is dus nu helaas formeel bevestigd.

De aankomst van
De Ronde van Vlaanderen
gaat volgend jaar naar
Oudenaarde.


Ik had Luc Vandenabeele van Ronse Koerst eerder deze week beloofd te wachten op de bekendmaking met het aankaarten van de vier echte achterliggende redenen waarom - bij mijn weten - Oudenaarde de voorkeur krijgt op Ronse:

1. Zowel Erik Watté als Wouter Vandenhaute , de eigenaars van Flanders Classics, hebben hun roots in het Oudenaardse.

2. Het 'Centrum van de Ronde van Vlaanderen' staat in het hart van Oudenaarde.

3. In het confederale Vlaanderen is Ronse als aankomststek van Vlaanderens koersmonument not done en non grata. De achterdeur van Vlaanderen, de voordeur van Wallonië. Het vermaledijde verguisde Ronse toch niet zeker. Of zoals die twee poretmadamkes het een tijd geleden op AVS uitkotsten, als een slecht verteerde baba-au-rum: eikes Ronse!

Dat was al zo in de tijd van Nieuwsblad-eigenaar vader André Leysen. Die mikte ten tijde van WK-organisator Orphale Crucke een briefomslag van Ronse met erop 'Cabinet du bourgemestre' over zijn bestuurstafel en legde zijn toenmalige Ronde-man Piet Antierens hiermee finaal het zwijgen op over de kandidatuur van Ronse (toen al) voor de Ronde van Vlaanderen. En dat is dus blijkbaar meer dan ooit zo in de hoge vlucht die Vlaanderen vandaag neemt in het unisono Vlaamse streven naar homogeniteit van het grondgebied. Flanders Classics. Flanders Politics.

4. Ronse-parcourspromotor Johan Museeuw mag zich dan misschien 'De Vlaamse Leeuw' laten noemen, bij de bazen van 'Flanders Classics' ligt hij niet goed. Al zal dat laatste wel niet echt hèt doorslaggevend argument zijn geweest.

Luc Vandenabeele en Ronse Koerst hebben er in elk geval alles maar dan ook alles aan gedaan om Ronse een kans te geven. Hij en zijn ploeg verdienen daarom ons grootste respect en dank.

Dat Vandenhaute Ronse en de Ronsenaars platweg gebezigd heeft om het financieel plaatje van de biedingen op te krikken, is een voor de hand liggende business-truc. Elke eerstejaars economie-student zal je kunnen uitleggen hoe dat werkt.

Vandenhaute moet vandaag alleen een ding goed beseffen: niemand neemt deze stad haar historische wereldreputatie af. Over naar plan B. van Ronse Wielerstad. Over naar Ronsenaar Tom Van Damme...

15 september 2011

DANSEND OP DE PUNT VAN MIJN PEN

DE ZOONE DE MOENE EN ALE STEEREN OP MIN BOENE

Met mijn maat uit de Cité Bara trekken we naar de Verboden Wereld van d’Oerme Kloeren. Geplooid als Moeder Theresa op de drempel van haar heiligheid sluipen we naar de bestemming van onze expeditie. Ver voorbij het middengebergte van de fabrieksdaken. Diep in het plan dat we hebben neergekrast op een stuk karton waarin de transistor voor de Heilige Communie van mijn maat heeft gezeten. Het is nu wachten op de metten. Of de vespers. Of het lof. Of de completen. We zijn het niet zeker. De liturgische timing van de kloosterrituelen geven daarover geen uitsluitsel. Ook niet in de missalen die we hiertoe hebben geraadpleegd. Want zoals Bob Morane, Rik Ringers en Kuifje wensen we niets aan het toeval over te laten. We willen de nonnen treffen in het hart van hun heiligdom. Ons basiskamp in de dakgoot kijkt nu al uit op hun binnentuin van Eden. We zijn scherpschutters. We houden onze mieken op volle spankracht. Duivels zijn we, op bokkenpoten van bottines. Uren wachten we aldus in de zinderende zon op beweging tussen de perkjes beneden. Tussendoor wat moalentreekers en nuizekies van boa Scheile Foons oat de Woanstroete snoepend. Meer dan wat koolwitjes en een verloren gevlogen straatmus krijgen we niet te zien. Zelfs geen novieske. Zelfs geen Onze Lieve Vrouw vaan Wietentaak of niks. Dan worden we het beu en gaan we katsjoetie ballen knallen tegen de poort van de weverij.

Jaren later mag ik er helemaal in. Mij wordt daartoe een admitatur verleend. Ad Majorem Dei Gloriam. Het mag van de vertegenwoordigers van God op aarde. ‘De Ronsenaar’ respecteert de encycliek en bestrijdt de bolsjeviek. Rendons grâce à Dieu. Ma Mère ontvangt me gezeten achter haar tralies, het gezicht bedekt achter een bijna bourka. Hoe ze als Coletinen naar Renaix zijn gevlucht voor de goddeloze sansculotten. Engelen, duivelen, mirakelen. Het hele sprookje. Ze krijgen van iedereen eieren, bidden voor schone weders. Wil ik vooral noteren dat ze een keer iets anders willen. Parce qu' à la fin. Twee nonnen doen de markt met een ouwe poussette. Een selderken hier, een slaatje daar. Met slekkengaten erin. De slang is nooit ver weg in deze leefwereld. Vooral in de lente komt ze in de cellules des soeurs geslopen.

Weer jaren later keer ik terug. Dan zijn ze nog met twee. Het verhaal gaat dat de ene op haar trotinette tegen de ander is gebotst op haar vélo. De dokter heeft ze ter plekke dienen te naaien. Zo zijn dokters. Als ze ergens kunnen helpen, zullen ze het niet laten. Soeur Marie Louis wordt mijn vriendin voor de eeuwigheid. Het liefste wezen dat je als duivel ontmoeten kan. Achteraf krijg ik van haar een kaartje dat ze voor mijn zaligheid bidt. Ze zit nu in haar hemel ondertussen. Na een ommetje bij Saint Léonard. Ik hoop dat ze haar woord houdt en de pannen van de hemelfabriek bidt.

Aan dit alles denk ik terwijl ik naar de verhalen van broeder Flor luister in hetzelfde klooster van toen, waar ik nu zowaar voor het eerst zelf heiligheid opsnuif. De heiligheid van mensen die het opnemen voor andere mensen. Hier en nu. Hic et nunc. In dit oord waar de tijd van geen tel is en alleen het moment van broederlijkheid telt. Waar mensen met HIV soelaas, ware vriendschap en diepe menselijkheid vinden in een wereld waar dit alles vaak zo zoek is. Waar drie burgemeesters en BHV zoveel belangrijker zijn dan pechvogels met HIV.

Het is verbazend stil wanneer Flor zijn echt doorleefde verhalen doet. Hij die er met zijn medebroeders van Effeta altijd is voor de bewoners. Als het moet tot de laatste dag. Tot in de diepste nacht. Zo nodig zeven dagen en lange nachten lang. De jongste bewoner is een prille twintiger, de oudste een dame uit Blankenberge van tegen de zeventig.

Nooit is de sacrale betekenis van dit oude klooster voor mij zo zichtbaar geweest als nu. In alle hoop die er geschonken wordt. In de zee van menselijkheid begrip en betrokkenheid die er gegeven wordt. De humaniteit van Effeta is er een die geloof en ongeloof overstijgt en elke echte humanist beroeren zal. Die van mensen als Flor en zijn medebroeders geen heiligen maakt maar iets veel mooier dan dat. Mensen tuupe onder mensen. Geen zweverig gezever, daden. Geen vage beloften over een beter hiernamaals. Direct soelaas en steun. In het hiervoormaals.

Als Ronsenaars kunnen we fier zijn op ons mooi menselijk heiligdom aan de Olifantstraat. Natuurlijk is het meegenomen dat prinses Mathilde en haar paleiselijke laagvlieger Effeta ook al een keer zijn komen bezoeken. Het geeft een hoop aandacht van één dag en schone fotoots in de gazet na. But the real thing gebeurt binnen dag na dag. Gesprek na gesprek. Pil na pil. Flor toont er de indrukwekkende cassette vol antivirale middelen die de bewoners nu al aan een normale levensverwachting helpen. Doch niet altijd zonder collaterale schade aan vitale organen. En in elk geval ten koste van een maandelijks fortuin bij de apotheker.

Dit alles gebeurt geruisloos. Dit alles is Ronse op zijn mooist. En om dit alles sluiten wij Effeta als Ronsenaars (meer dan drieduizend kwamen er al eens kijken op de Open Deur Dag) in ons hart. Daarom beste Flor & Friends:

‘k en kan't
hier nie loeten
vuir oa en vuir
oa kameroeten
kuupe’k
de zoone,
‘k geive oa
de moene
en ale steerekies
op min boene
en uuk mien
scheunste
lied omdaade
aale meinschen
zu gieren ziet.

12 september 2011

TUUPE VUIR RONSE

WAT HEET PROPER BESTUREN
OP DE DRAAIKOLK VAN
BELANGEN EN PARALLELLE GELDSTROMEN?








Een antieke wijsheid beweert dat macht corrumpeert. ‘Mais si tous les dégoutés de la politique s’en vont, il n’y a que les dégoutants qui restent’.
Zo pareert een Franse wijsheid dan weer dreigend defaitisme. Is elke politicus - vanaf een zeker machtsniveau - echt een zakkenvuller? We kunnen hier evengoed een debat opzetten omtrent het geslacht der engelen. Vast staat dat maar heel weinigen erin slagen in alle omstandigheden te weerstaan aan de vele vetpotten van politiek.


En dan gaat het hier nu niet om besturen op ambtenarenniveau en nog minder om gaten in de kassa van de sociale woningmaatschappij. Waarover dan wel? Over sluipende normenvervaging in de politiek zelf. Over electoraal cliëntelisme, partijfinanciering, politiek affairisme. Over : ons kent ons. Over: voor wat hoort wat. Over vette politieke pensioenen. Over de kronkels die men daarvoor wil klaren. Over riante politieke (afscheids)vergoedingen. Over bevriende intstanties . Over mandarijnen die zich in en om alle partijen bewegen in de schaduw van het publieke forum. Die pleziertjes vragen. Gunsten. Die benoemingen willen. Postjes.

De schemerzone

Het momentum van de kiezer beperkt zich bij dit alles tot een stem in het hokje om de zoveel jaar. Daarna begint voor de gekozenen het echte spel: achter de schermen. De verdeling van de vele vetbezoldigde mandaten. Lokaal situeert zich dat dan vanuit de partij-cenakels en aanverwante politieke machtsclubs in en om het schepencollege, in het OCMW, de communales en intercommunales, de diverse nutsmaatschappijen. Van TMVW tot Electrabel, van Gaselwest tot Eandis .

Deze fel betwiste match om de mandaten resulteert (voor de winnaars ervan) in alweer nieuwe benijdenswaardige machtsposities. De aanbestedingen zijn wat ze zijn, de returns ook. Wie de loodgieterij doet en de kassijnen steekt. Wie afbraakwerken en grondwerken mag uitvoeren. Wie rioleringen mag aanleggen en onderhouden. Wie de bouw zetten mag, wie hem verkopen mag. Wie als enkeling op het grondgebied welles een bouwvergunning krijgt. Wie wel een afwijkingske op de regeltjes wordt gegund, wie niet. De schemerzone tussen goed bestuur en de alledaagse praktijk . De vriendendienst hier, de hittentit daar. Het lijstje van rechtstreekse en zijdelingse returns is eindeloos.

Wie zich als integer politicus geroepen voelt deze stad te besturen en boven water wil blijven in die draaikolk van belangen en parallelle geldstromen moet wel een heel sterk...zwemmer zijn. Want er is vanzelfsprekend de wet. Maar er is voor proper bestuur ook nog zoiets vandoen dat verder gaat dan de lettertjes van de wet: de ethiek van politiek.

Iets kan volgens de letter van de wet perfect legaal zijn en toch politiek totally not done. Wie zich als politicus bijvoorbeeld via één van zijn vele mandaten inwerkt in de immomarkt, doet er dan goed aan zich zelf zeer ver van elke activiteit op die markt te houden. Zeker als hij behalve politicus beroepshalve ambtenaar is of geweest is. Een ambtenaar is geen zakenman en vice versa.

Als verkozen verantwoordelijke hoort zo'n politicus al helemaal geen zaken op te zetten met een ondergeschikte ambtenaar op zijn bestuursveld. Ook al blijkt dat door een of ander gaatje in de wet wel eventjes tijdelijk te kunnen, het is vanuit een goed bestuur not done. Al was het alleen al maar om elk mogelijk conflict tussen het eigen belang en het algemeen belang te vermijden. Correct bestuur gaat dus veel verder dan alleen maar de toepassing van de lettertjes van de wet.

Iets kan op het bestuursveld en het niveau van de ambtenarij zelf fout gaan door wanbeheer en slordigheden. Iets kan daar scheef groeien door normenvervaging. Iets kan daar mis zitten door ontspoorde oude mores (exuberante lunchcultuur, visakaarten, kostenbonnetjes, e.d.)

Maar iets kan achter de schermen van een beleid ook scheef groeien vanwege de hoge mandatenconcentratie waarin een machtspoliticus zich gaandeweg tot incontournable werkt. Waarbij hij dan van zichzelf gaat denken dat hij zowel onmisbaar als onaantastbaar is en liever de boodschapper van de misstap verkettert dan daar zelf de juiste consequenties van te dragen en de voor de hand liggende conclusie uit te trekken.

Doet hij datlaatste niet, dan lijkt het erop dat er twee maten en twee gewichten worden gehanteerd. Want als de lat van het bestuurlijke fatsoen(terecht) hoog wordt gelegd, dan wel voor iedereen.

Zoniet zet je de geloofwaardigheid van dat nobel streven naar correct bestuur door de burgemeester op het spel.

Goed dat bij dit alles de kiezer dan maar zelf op tijd en stond voor aflossing van de wacht zorgen kan. Tuupe vuir Ronse. Als het moet: met andere en betere.