16 december 2011

BLOGBOEK

LUC DUPONT IS STEKEZOT VAN RONSE
EN GAAT VOOR EEN NIEUW MANDAAT
ALS BURGEMEESTER


Ze zullen het - nog - niet toegeven. Ze zullen er nog mee wachten. Wie weet, zullen ze de boodschapper een beetje vermaledijden. Zullen ze het nieuws dat ik u hier in volle onafhankelijkheid meegeef, ontkennen in alle toonaarden. (Wat schrijft hij nu? Hoe kan hij dat weten? Er is nog niet eens vergaderd over de lijstvorming. Enzovoort.) Maar neemt u van me aan dat u deze twee Ronsenaars volgend jaar op twee sleutelplaatsen van de CD&V -lijst vindt. Luc Dupont als kopman én kandidaat voor de verlenging van zijn burgemeesterschap. Yves Deworm, huidig schepen van Openbare Werken: als lijstduwer. Samen ziet u ze hier uitkijkend op wat één van hun grootste verwezenlijkingen worden zal. De Stadstuin.

Dat Luc Dupont nog wacht met de bekendmaking van zijn kandidatuur heeft alles te maken met timing. De eindeloze aansleep van de rechtszaak over de politiekazerne speelt daar ongetwijfeld in mee. Dupont wacht allicht op de hopelijk definitieve afhandeling van die - helaas tegen het algemeen belang in van alle Ronsenaars - zwaar politiek uitvergrote Reseco-affaire. Dat hij hierna zijn Strategisch Plan helemaal wil uitvoeren, de stapstenen ervan zelf voort wil sturen is de logica zelf. Het weze hem helemaal gegund. Dit plan is dan ook mooi aan het slagen.

Het Stadstuin-project blijft alle kansen in zich dragen om het prachtige groene hart van Ronse te worden. Het best is dat al zichtbaar vanop de bovenste verdieping van het nieuwe TIO3. Ik schreef hier eerder al hoe het faillissement van ‘de Hollanders’ dan wel voor vertraging zorgt, maar aan de andere kant welgekomen kansen biedt om het project bij te sturen en te updaten aan de noden van deze (crisis)tijd.

Het werkt wel.

Niemand kan er nog naast kijken. Luc Dupont is er samen met zijn compaan Yves Deworm met brille in geslaagd Ronse weer helemaal op de kaart te zetten als mooie gerenoveerde stad. Nooit tevoren was de kersttijd in Ronse zo mooi. Wie dat niet zien wil, kan de kleine boom aan de Plaats in.

Het Plan om Ronse de lang verhoopte Renaixance te geven is dus aan het lukken. De ronduit schitterende Sportzone wordt almaar voort uitgebouwd met oefenvelden en looppiste. Het Starters Bedrijvencentrum mag gezien worden. Daar zit bergen werk achter. Het vorige week geopend TIO3 Textiel Innovatiecentrum is een parel. Pol Kerckhove mag hier zeker als OCMW-voorzitter mee tekenen voor het welslagen van deze realisatie. Zuust ees zuust. De nieuwe Academie kant Beekstraat kent wat vertraging. Maar dat het grote klasse wordt, is daar nu al zichtbaar.

Ondanks de interne ‘diversiteit’ binnen zijn bestuur voornamelijk omtrent de taalproblematiek (men herinnere zich de brief van Dupont aan Leterme en de stemming met wisselmeerderheid) is Dupont erin geslaagd zijn ploeg overeind te houden. Tegen alle betweterig chagrijn en doemdenken in.

Hij heeft zich hierbij ontpopt tot kapitein van het schip, met Yves Deworm als een ervaren eerste stuurman. Diens mindere bladzijde met de inmiddels doorverkochte BVBA Residas (legaal dan wel ok maar bestuursmatig en qua politieke transparantie allesbehalve opportuun) weze hier en bij deze alvast wat mij betreft omgedraaid. Yves Deworm heeft zich immers als ingenieur en schepen jarenlang biezonder hard ingezet om Ronse mooi te maken. En hij blijft dat doen. Dag na dag. Niemand kan er vandaag naast kijken. Ook die waarheid heeft haar rechten en wie ben ik om hem die te ontzeggen.

Inside-informatie leert me dat het duo Dupont-Deworm op vrijdagse middagen sturing geeft aan de investeringsstroom in Ronse. Het onzichtbare werk waarvan de resultaten voor de Ronsenaar pas zichtbaar worden wanneer hij weer eens een nieuw bedrijf of zaak geopend ziet. Denk aan ‘Match’ en ‘Ava’.

Maar de grote uitdaging, dat wat Luc Dupont allicht het meest drijft om door te zetten als burgemeester, blijft echter de redding van het winkelcentrum en de renovatie van de Oude Vrijheid. En hij heeft marge. Als Louis Tobback als 74-jarige nog een nieuw mandaat beoogt als burgemeester van Leuven, dan heeft Luc Dupont nog zeeën van tijd om Ronse helemaal tot een stad te maken waarvan je meer nog dan vroeger…stekezot wordt.

Maar tussen dromen en werkelijkheid staat de kiezer. De strijd om het burgemeesterschap wordt er een van kantje boordje. Dupont versus Deriemaker. Met bij beide coalitiepartners een paar jokers. Dat de vrouwen op de lijst een verplichte tweede stek toegewezen krijgen, kan voor aardige verrassingen zorgen om niet te schrijven: voor onderlinge rivaliteiten . Bij de CD&V komt die stek vanuit haar kiezersbestand Agnes Van Crombrugge toe. Al zal haar challenger Brigitte Van Houtte (en entourage) zich niet zo gauw gewonnen geven. Al was het maar om het populaire stemmenkanon Agnes weg te krijgen.

Bij de SP.a is men er gaarne bij om Suzy Arijs die tweede stek te gunnen, liever dan Nedia Gmati-trabelsi. Het is er een traditionele truc om populaire bedreigingen ver van de eigen machtsposities te rollen en te pollen. Het gerucht dat Nedia er om die reden mee dreigt met een eigen lijst op te komen is niet meer dan… een gerucht. De juriste die sinds kort als stagiair-pleiter aan de slag is in het advocatenkantoor van voormalig burgemeester Orphale Crucke kiest alvast voluit voor Ronse. Tot spijt van wie het benijdt. Het wordt een meer dan boeiend verkiezingsjaar.

Tuupe vuir Ronse.

15 december 2011

BRIEFGEHEIMEN

Vous permettez
monsieur le maire?


Behalve stekezot van Ronse ben ik mijn leven lang al smoor op de ‘Mont de L’enclus’, zoals uw gemeente kant Walen heet. Al van in de tijd dat mijn vrolijke Tante Yvonne er zalige zomers doorbracht in een sprookjeshuisje aan de boskant en ze ons, haar neefjes en nichtjes uit Ronse en Kwaremont, meenam voor onvergetelijke nachtelijke verkenningen rond de toren.

‘Allez hop
en file Indienne
les enfants!
Grands derrière,
petits devant!’

Tante vertelde ons onderweg verhalen van 'Le Petit Chaperon Rouge' en 'Les Trois Petits Cochons'. Ze maakte deel uit van la branche francophone van de familie. Maar in sprookjesland spreekt eenieder de taal van Mowgli. Wij hingen aan haar lippen, hielden ons dicht bij elkaar, stapten dapper door het bos, bootsten de kreten na die ons uit de donkere diepte bereikten. Het kwam er op aan de 'Grand Méchant Loup' op afstand te houden. Er was altijd wel een grote broer die beweerde dat hij Izegrim en Reinaert had zien dansen achter de grote eik.

Veel later ging ik er zelf wandelen met mijn eigen hummeltjes. Ontmoette ik er op mijn tochtjes wel eens uw collega burgemeester Philippe Willequet van Kluisbergen: zoals de Kluis kant Vlaanderen heet. Philippe en zijn neef Piet, met wie ik als spelende sloeber de bossen rond ‘Willequets Hof’ indook. In verdoken vijvers kikkers van de kant afduwen. Aan de takelketting tot boven in de hooizolder. Om maar te zeggen dat u mij niet hoeft te komen vertellen hoe mooi de zomers er wel zijn.

Al die tijd bleef ik me afvragen waar dat toverhuisje van Tante Yvonne zou gestaan hebben. Tot ik het onlangs wist te situeren aan L’Horlitin. Op dezelfde plek waar ik in wonder years met mijn maats van het Collège Saint-Antoine de Padoue ( ik wil taalhoffelijk blijven, ik) op expeditie trok naar het vlinders-in-de-buik-gevoel. Zwoele zomerslows door danste, op onwaarschijnlijk melige Teppaz-krakers van Percy Sledge en Hervé Vilard.

Nu nog trek ik wekelijks op zondag naar het Kluisbos. Weer of geen weer. Om er de overtollige Toblerone-laagjes af te zweten.Om al de hierboven beschreven redenen is de Kluis voor mij heilige grond.

Met welk recht reduceert u Ronsenaars tot afvaltoeristen? Omdat het tegenwoordig ‘de bon ton’ is neer te kijken op Ronse ?

Maar vandaag beschaamt u dus die liefde en bederft u mijn lang gekoesterd groot genoegen met regelrechte electorale trash aan het adres van al mijn stadsgenoten en mezelf. In de ochtendkrant beschuldigt u ons ervan dat we als Ronsenaars stiekem ons huisvuil komen dumpen op uw grondgebied:

'Onbekenden geven aan familie of vrienden hun afval mee of laten clandestien restafval op het trottoir achter. We zijn met dat afvaltoerisme niet gediend.’

Meneer de burgemeester mij moet u een keer iets uitleggen. U heeft het over ‘onbekenden’. Over ‘geruchten’. Met welk recht beschuldigt u dan zomaar alle Ronsenaars? Met welk recht neemt u ons zomaar met zijn allen in het vizier met uw eerrovende veralgemening? Met welk recht reduceert u Ronsenaars tot afvaltoeristen? Omdat het tegenwoordig ‘de bon ton’ en electoraal opportunistisch is neer te kijken op Ronse ? De Ronsenaars te associëren met afval? 'Des quart mondiens... avec papiers'?

Vraagje. Bedoelt u dan ook al onze Waalse stadsgenoten? Al onze Nouveaux Renaisiens qui sont arrivés uit uw eigen Collines en die wij hier als gastvrije Ronsenaars met ons OCMW opvangen? Ha ja: als u a zegt, dan moet u b erbij denken. Zal ik u vertellen waartoe uw aanval op de Ronsenaars - als hele bevolkingsgroep - leidt? Tot het aanzwengelen van haat en erger. En het is hier zo al niet simpel om die haatgevoelens te bestrijden. Gelooft u me vrij: ik weet waarover ik spreek. Doch dit terzijde. Ik zal u hier, bij wijze van besluit, antwoorden met de mooiste frase van Tavi, de kandidaat buirgemiester van Ronse:

‘Menier Boerdedwie,
daade van doomegied
koost grooien
goa zoet oat
oa korniessie
kuinen eiten.'


Traduction sur demande. Ware het niet dat ik mijn oude liefde voor de Kluis niet wil laten bezoedelen door 'tristes sires' van uw slag, ik zou uw grondgebied voortaan overlaten aan uw quad-terroristen die uw boslucht en mijn longen komen vervuilen als ik er kom joggen. Aan uw in het wild schietende jagers met hun zwaar bezoedelende 4X4’s. Misschien kan u zich daarmee beter bezighouden, liever dan ons met zijn allen als Ronsenaars te bashen.

U beledigt ons ? U noemt ons afvaltoeristen? Bon. Dont acte. Ik vraag me hierbij dan wel af of de vriendelijke exploitanten van 'Palace', 'Giftshop' en zoveel andere leuke en gastvrije horecazaken op de Kluis zelf gediend zijn met uw regelrechte aanval op hun niet onaanzienlijk Ronsies cliënteel. De groeten van uw afvaltoeristen.

(Aan Jean-Pierre Bourdeaud'huy.
Burgemeester van Mont de l’Enclus).

14 december 2011

AANGETEKEND SCHRIJVEN

Dit valt me tegen. Dat Jacques Lanzmann, de vaste tekstschrijver van Jacques Dutronc voor Paris s’éveille’ zelf de mosterd haalde bij Marc-Antoine Désaugiers. Meer bepaald uit diens ‘Paris à cinq heures du matin’ uit 1808. Ik lees het in ‘Chanson’, een gezongen geschiedenis van Frankrijk. Van Bart Van Loo.



Van petite histoire gesproken, Lodewijk XVI stelt zelf nog de verbeteringen voor aan de guillotine (dat ze een schuin aflopend mes krijgt zodat de hals efficiënter middendoor wordt gesneden) waaronder hij op 21 januari 1793 zelf een kop kleiner wordt gemaakt.

'De grootheid van de mens ligt in zijn besluit om sterker te zijn dan zijn lot.' Albert Camus.

‘Schrijven op zich is erg egoïstisch. De idee dat mijn gedachten zo interessant zouden zijn dat iedereen mijn boeken zou moeten lezen is waanzin. Voor mij is het enorm belangrijk deel uit te maken van een gemeenschap.’ De Amerikaanse schrijfster Vendela Vida.

‘Darwinistische en neurobiologische verklaringen van de liefde en andere menselijke aandoeningen zijn me te voorspelbaar en te armzalig. Ze komen altijd op hetzelfde neer, op verbetering en overleving van de soort. De verspilling en destructie die de kunst aankleeft, is er niet mee verklaard, noch de liefde die niet de instandhouding van het genetische materiaal nastreeft, maar het tegendeel ervan, in iemand opgaan, er zijn door te verdwijnen.’ Connie Palmen.

'Ik zeg het niet graag maar eigenlijk vind ik die Socrates
ook maar een lul. So altijd van krommen haas gebarend (Vondel)’
Faceboekparel, van auteur Koenraad Goudeseune.

‘Ik mis God. Ik vind het zo jammer dat Hij niet bestaat. Ik ben kwaad omdat Hij niet bestaat.’ Hans Van Mierlo.

En dan zegt iemand me
jij bent de liefde zelf
dat zijn woorden die ik nu
in de zoom van mijn ziel naai
met een dubbele steek
en de regen kietelt erop.


(Facebookpost, van Inge De Winter).

12 december 2011

EEN NIEUW HART VOOR RONSE

EXCLUSIEF EIGEN NIEUWS
VOORMALIG UUTVERCOREN HEROPENT IN APRIL
DE OUDE SINT-MARTENS WORDT ‘PASSAGE’
MET ORANJERIE, WARME BAKKER.
STADSBESTUUR PAKT OUDE VRIJHEID AAN.

Een bijzonder theehuisje waarin je terecht kan voor artisanale koekjes (van eigen deeg), speciale bieren en nu en dan een tentoonstelling. Dat wordt vanaf april de nieuwe bestemming voor de inmiddels totaal gerenoveerde galerie Uutvercoren. Zo verneem ik vanochtend uit een eigen goede bron.

Aan de overkant wordt, met de renovatie van de Oude Sint-Martens gemikt op de zomer van 2013 voor de opening van een polyvalente zogeheten ‘Passage’ van 1000 vierkante meter commerciële ruimte.

De naam passage is niet toevallig gekozen. Als alles stedebouwkundig meezit, wordt de voormalige kerk immers de poort tussen de Grote Markt, de site van Sint-Hermes en Klein Marktje. Het winkelcentrum van Ronse kan aldus eindelijk een gezellige doorgang en rondgang worden.

Aan de kant van de tingieterij De Cock wordt voor de invulling van De Passage zelf gedacht aan een brasserie. Kant park is er sprake van een Oranjerie, patisserie en artisanale bakkerij.

Van zijn kant heeft burgemeester Luc Dupont inmiddels met het schepencollege diverse ontwerpbureaus aangesproken die het beste voorstel moeten uitwerken voor de volledige renovatie van de Oude Vrijheid. Inbegrepen de doorsteek van Markt tot Marktje.

Na de geslaagde renovatie van de Markt en omgeving nieuwe grootse plannen dus. Waarin privé en bestuur mekaar ontmoeten om ‘tuupe vuir Ronse’ de oude binnenstad de glans terug te schenken die haar toekomt.