24 januari 2012

DE RECONSTRUCTIE


3.


Le Beaulieu. Au Beau-Séjour.
Le Rome. Le Ritz.
Le Renard. Le Rami.


Op het moment dat commercant Danny Van Coppenolle van de Quality Shoes en de ‘building’ aan ‘de Plaas’ de haut-parleur op het dak van zijn Mercedes 220 laat kraken en ‘le micro’ geeft aan Emile Cuvelier duikt Renaix daarmee in de derde crisis van haar na-oorlogse geschiedenis. De derde, na de scheur tussen witten en zwarten en bovenop de textielcrisis die er al zit aan te komen.

De oorlog veroorzaakte diep wederzijds wantrouwen tussen de ‘wiete en de zwarte brigaade’. Wie fout zat en wie niet. Er wordt geleden, gezwegen en gefluisterd. De ene ziet af van verloren dierbaren in de nazi-kampen. De andere zweet de repressie uit en sluit zich op in het eigen gelijk op verdoken Oostfronters-reunies hier en besloten nostalgieke koffietafels daar. Ronse komt zwaar verdeeld uit de oorlog. Vindevogel is geëxecuteerd. Maar het spook van rancune blijft hangen.

De wevers weven de fabrikanten fabriceren. Dokter Antoon Beck is tegen posters van Che Guevara en chirurgien van de kliniek. Dokter De Veyt is er de grand patron. Huisdokter Cuvelier is de held van de Lions en de president van de Club. Deken Lust lust wel wat betere miswijn zijn opvolger Van Melckenbeke nog meer. Ephrem Bayens bouwt de nieuwe Delhaize en giet de bovenkant van Sint-Hermes vol beton. Tot grote koleire van Paster Mol.

Van pasters gesproken: Ronse heeft dan meer onderpasters dan het halve bisdom Gent vandaag. Marchand, Vanderstuyft, Pot: hun preken beloven een beter leven na de dood en verdoemenis in de hel voor de vervloekte goddelozen. Et pour les fidèles Flamands la même chose ou l’enfer sur terre. Wie genoeg betaalt krijgt zijn eigen stoel met een koperen plaatje en een kussentje van fluweel voor de zere knieschijfjes.

Want de ene Ronsenaar heeft geld en de andere niet. De ene baadt in weelde en de andere leeft van den Openbaren Onderstand. De ene geeft aalmoezen, de andere (sur)vit de la charité chrétienne. Saint-Vincent à Paul. Stortbaden in de Muziekacademie: tegen de luizen, van d’arme luizen. In de cite’s komt de warmte van stoofhout. Voor Spiers Charbons is er geen geld. Ze vertellen dat Hilaire Spiers zijn buurman Chaplin uit Zwitzerland naar Ronse heeft gehaald. Dat 'Charlot' hier gelogeerd heeft in d’ouwe posterij 'an ’t kierkhoof.' Dat Enrico Macias gepokerd heeft in de Rami. En 'daat hie ne zuirbook ees.' Maar ze zeggen zoveel.

Tennis Club Assa.
Tennis du Parc.
Hockey Club de Renaix.
La Scuderia Rothnacum.


De fabrieken draaien op volle Picanol. Al valt er hier en daar al eens een stil. Niet de Picanol, de fabriek. Chômage technique. Familietwisten.

‘A ce qu’il paraît qu’ il demanderait sa part.’
‘Il sort ses marrons du feu.’

Als Danny met zijn Quality Shoes op de Grote Markt het startsein geeft voor ‘La Grande Manif de Renaix-Bilingue’ fluit hij daarmee tegelijk het einde van de Ronsiese belle époque af. Niets zal ooit nog zijn als vroeger. De taalkwestie delegeert talrijke Ronsese député’s naar Bruxelles. Van Ronse zullen ze daar alleen maar onderlinge rivaliteit horen. Ja maar wat is het nu? Wat willen ze eigenlijk in Ronse?

Charcuterie Ardennaise.
Chez Marietsie Konoan.
Garage du Collège.


Zo verdeeld zijn de Ronsiese politiekerst dat er op Emile Cuvelier na geen stem uit Ronse zelf harder klinkt dan de zijne. De socialisten hebben het voor het zeggen. Zij moeien zich niet. Ondertussen kunnen de slimmekes van ’t Fiestpaloas als délégei en secretoeries vanuit Bond Moyson en ABVV-FGTB hun eigen ding doen. En alleman zijne Mercedes, gelijk Danny Le Bleu.

‘Woerom maag ne soos niet mei ne Mercedes roaen?’

Als hij die zelf betaalt en niet de kameraad-arbeiders met hun bijdragen waarom niet? Wie buiten de rode lijntjes kleurt of al te populair blijkt, die wordt genadeloos uitgerangeerd.

Polie ‘Sap’ Van Mierhoege.
Germain Derouck.

‘Noer oes poapen dansen oof boaten’.

Later zullen de affiches van Orphale Crucke op de koer van het Feestpaleis 's nachts in een ton verbrand worden. Het zal hem niet beletten.

Chez Van Grootenbrul. A l’Utex.
Au Textile Belge. Chez Cambier.













Ook bij de katholieken zit Ronse verdeeld. Jacques Piessevaux overleeft de scheur tussen Volksbond en Patria. Hij laat zich – met dank aan zijn collega Adiel Dupont - tot burgemeester van Ronse pollen. Ook daar geldt het recht van de slimmekes. De populairste zijn of willen zijn of dreigen te worden is er veeleer een rechtsreeks ticket naar het rangeerstation. Volksvertregenwoordiger Michel Van Caeneghem (jawel een nonkel, mag het even) kan dank zij zijn vriendschap met Théo Lefèvre van al die orchestral manoeuvres in the dark in het 'kuiderkie van den taap' beter gaan bekomen op het kabinet van minister Bertrand. Populair zijn is geen zegen. Nedia Gmati-Trabelsi en Ignace Michaux hebben er alle belang bij de petite histoire van hun partijen te kennen. Vragen aan Agneskie van Crombreuge.

Le Biarritz. Le Gogo.
(‘T’ as le look coco’).


De liberalen danken aan schoenmaker Omer Van Oudenhove van de Shoe Post hun hergeboorte in de PLP-PVV. Parti Pour La Liberté et Le Progrès. Partij Voor Vrijheid en Vooruitgang. Guy Verhofstadt zal die later omtjoenen tot de Open VLD van vandaag. Voorlopig vindt de Belgische en dus ook de Ronsiese francofonie een nieuwe thuis en kan Cuvelier klare taal spreken. Ronse moet tweetalig zijn. Waarmee hij Renaix Bilingue bedoelt. Waarmee hij Renaix Unilingue bedoelt. Zijn kreet staat echter voor francofonie & bourgeoisie.


Aux Trois Pommes. Chez Bouton.
Au Comptoir Musical Joris.
A La Botte Rouge. Maison Vandesande.


Nooit heeft Emile Cuvelier het soort van Nederlandsonkundigheid kunnen voor ogen hebben die je vandaag ondervindt bij de eentalige vendeusekens van den Ava, de Match en den Action. (Zelf helaas ervaren, in alle drie deze zaken). Cuvelier, sénateur et grand chasseur, staat voor het Ronse dat hij altijd heeft gekend. Celui du Beau Lange …par le beau Monde. Dat Ronse wil hij voor altijd vasthouden. En door het te willen fixeren, veroorzaakt hij de perceptie van een tweetalige, lees francofone stad. En veroorzaakt hij een invasie van andere eentalige francofone gelukszoekers dan de bourgeoisie die hem op handen draagt. Eerst uit Tunesië . Pour Vivre et Travailler en Belgique.

Tailleur Mortier.
Café du Boulevard.
Au Gambrinus.


Dan uit de hele Magreb, via Bruxelles. Tenslotte uit de Waalse Collines.

Voorlopig is de betoging Renaix Bilingue een groot succes. Alle Unizo’ers van die tijd, alle commercanten, alle bons pères de familles al het schoon volk gaat ervoor. Een paar Volkunie-ers zoals de Nieuwe Vlaamse Alliantie dan nog heet, maken er een vuist tegen en zingen Le Lion Flamand op de hoek van de Rue du Poivre. Ze worden net niet opgepakt. Ze doen hun ding en gaan naar huis. Iedereen content.

Maar Ronse dommelt in op een tijdbom. Une bombe à retardement.

‘De Reconstructie’. Een digitale tijdreis.