12 november 2012

HOREN ZIEN EN SCHRIJVEN

NACHTMERRIE CHRISTMAS

Alles kunt ge krijgen van mij een appartement met een for-mi-da-bele vue op de coureurs die de Kruissens boven terten naar Oudenaarde in de finale van de Ronde van Vlaanderen wilt ge een postje voor uw dochter als kuisvrouw een positie op ’t stadhuis voor uw schonen een nieuwen trottoir bloembakken voor uw deur dat ’t stad de grafsteen van uw meetse voor niks kuist op ’t oud kerkhof als er anderen voor u op de lijst staan voor dat appartement schuif ik er u tussen ge krijgt de penthouse g’heeldegans boven met vue imprenable op de parking zo kunt ge u ’s nachts amuseren met al wat ge daar ziet als ge niet kunt slapen of wilt ge liever iets aan de Koeifeeste tegenover de pompiers ge zegt het si tu comprends pas ce que je dis c’est pas grave nee ge moet gij mij geen envelopke geven ge hebt het veel te hard nodig wat kost een brood niet tegenwoordig ik zou het zelf niet weten om van een coiffeur te zwijgen niet te verwonderen dat ge uw haar zelve snijdt ’t is eraan te zien ook ‘k zal ekik de papieren doen voor uw pensioen ik ga arrangeren dat ge geld were krijgt in Frasnes zenden ze iedereen bij mij omdat ze weten dat ik alleman help Papa Noël noemen ze mij ik doe dat om de mensen te helpen ik pak het geld af van de rijke stinkerds en help er de sukkelbozzen mee gelijk Robin des Bois en iedereen is content op kerstdag sleep ik een sapin naar de markt en die hang ik vol cadeaubons voor gratuite gazze en dan bel den buus van ’t stad want in de strontregen naar de buitenkant van ’t stad ’t is ne g’heelen end in de nuit magique kruip ik zelf dienen boom in en kijk ik naar al d’ huizekes van de stad waar iedereen ruize maakt over d’ erfenis van peepee de mens is een wolf voor de kalkoen en dan fluit ik weltevreden naar de groten camion van Coca-Cola met al zijn lampkens en vlieg ik naar mijn nieve luxe-flat t’Ounoerde van wel driehonderd vierkante meterst met zicht op de lichtjes van de Schelde en ’t prison als iedereen content is ben ik ook content dan laat ik nog ietske komen van bij den traiteur een kleinigheid nen homaar of vier en ne schep kaviaar want koken kan ik niet feitelijk kan ik niks behalve een goed mens zijn die alles weggeeft wie nog ene ne keer zegt dat de Père Noël een smeerlapken is die sla ik op zijn smoel is er iets schoners dan mensen vooruit te helpen of moeten we het geld van de Gemeenschap misschien verdoen aan megabonnussen voor de bankiers of verteren aan den BMW 700 van Hilde Crevits den boot van Albert de Ferrari van de kleine prins of de paternosterst van Fabiola nog een chance dat ik er ben om hier alles in orde te brengen ’t zou hier anders nogal wat zijn ze zouden in de Peperstraat liggen te kreperen zonder hotdogsken of niks met just een kwijlenden hond die in hun gamelle ligt te likken zonder de kerstman kunt ge beter sebiet van de passerelle springen.

(Toen werd ik wakker).

Le Père Noël.

HOREN ZIEN EN SCHRIJVEN.
Surfend op het schuim