25 mei 2013

DE OMMEGANG

VOOR ALLE RONSENAARS
VAN HIER EN VAN ELDERS
EN VOOR ALLEN DIE
VAN RONSE HOUDEN:
EEN FIJNE FIERTEL




De Fiertel in de kleurenpracht van wijlen Armand Demeuleester.

24 mei 2013

DE OMMEGANG

VAN DE WEERGODEN, VERLOS ONS.



22 mei 2013

BRIEFGEHEIMEN

DE ZONNEKONING VAN ZULTE-WAREGEM



Dit is de dag waarop voetbalminnend Vlaanderen door het gesubsidieerd zonnepaneel gaat. De dag dat het zonlicht niet meer schijnt. Hoe hij je koud pakt, Francky. Hij, de Zonnekoning. Hoe hij ‘de klus’ klaart. In pure Bonfire of Vanities-stijl. Net op het moment dat je blakend van zelfvertrouwen je schitterende voetbaltoekomst tegemoet ziet. Met op zak een vice-kampioentitel die het Belgisch voetbal tot de laatste match super spannend maakt. Met op zak voor jezelf de dik verdiende bekroning als Trainer van het jaar. Hoe hij je neerlegt als mens. Op het moment dat je tevreden naar huis wil, na dat feestelijk etentje met je team.

Even nog een koud schoteltje voor jou, Francky.
Even nog een galgenmaaltje voor de club.
Eventjes nog een kom linzensoep over je kop.

Hoe hij je in vijf minuutjes doodgemoedeeerd vertelt dat hij Zulte-Waregem verpatsen wil aan Antwerpen. Vertaal in zijn zakentaal: om na de moeder van alle verkiezingen mee te surfen op de golven van verandering . In het nieuwe ’sportivo-politico-industrieel complex’ waarvan de nulmeridiaan door de achtersteven loopt van de Slimste Mens van heel A. En als het aan hem ligt: de omliggende Vlaanders.

Naar ik me laat vertellen is die Zonnekoning van Zulte-Waregem van origine een Ronsenaar. Ronse dat ken jij goed, Francky Dury. Je was hier bij de start van je schitterende carrière een gewaardeerd trainer.

Wel, als Ronsenaar nodig ik Patrick Decuyper uit om die grote ploeg van zijn natte zakendromen maar eens vanuit zijn eigen roots op te zetten. Misschien kan hij dan KSK Ronse verkopen aan FC Barcelona. In ruil voor wat zon op de panelen. Om te beginnen op de Fiertelommegang volgende zondag.

Ik die dacht dat ik na die gokchinees met zijn valies vol geld in en om de kleedkamers alles over voetbal en grof geld gehoord, gezien en gelezen had. Neen dus.

‘De Judas van het Jaar’. Zo wordt de Meest Gehaaide Voetbalvoorzitter van Het Jaar vanochtend genoemd in de kranten. Dat is een belediging voor Judas. Die mens nam voor zijn – door anderen voorgeschreven verraad- genoegen met ocharme dertig zilverlingen.

Ik weet wel, voetbal zonder geld geeft misschien alleen maar Braziliaans straatvoetbal. Maar dan wel spetterend spel met allemaal Wereldbekersterrekes op het truitjes van voetbalvirtuozen. Voetbal zonder ziel daarentegen is als een zonnepaneel zonder zon. Het vreugdevuur der ijdelheden van een meneer die te dicht bij die zon is gaan vliegen om nog te zien waar het lampje brandt.

Het ga je goed Francky Dury. Altijd welgekomen in Ronse. Misschien moeten we naar een grote fusieclub van 'Beide Vlaanders' om eenieder een keer en voor goed duidelijk te maken dat Vlaanderen meer is dan Antwerpen. Waarde Francky, zeg met mijn Ronsese groeten aan de Zonnekoning van Zulte-Waregem dat hij met zijn aandelen de weg op kan van die nulmeridaan . Dat hij met al zijn geld het dak op kan.

(Aan Francky Dury. Voetbaltrainer van het Jaar).

21 mei 2013

DE BINNENTUIN

EXTRA MUROS



Geruchten larderen de tafeldebatten.
Ze komen vers van de straat.
Van het Klein Marktje vooral.
‘Bij Liban’. ‘Bij Dikke Vonne’. ‘De Memlinc’.
Places to be voor wie bij wil blijven.

Wie niet, als een Beowulf , aan de steunpaal in De Memlinc heeft staan luisteren, een Rossbrau nonchalant tussen rechterduim en wijsvinger, die kent het diepste diep van het groenste dal van Vlaanderen niet.

Verse, vaak verontrustende geruchten. Ze zijn vanochtend tot bij de tafel aangevoerd door Gusta met haar melkkan. Door Léon de bieruitzetter met zijn Romy Pils, zijn Dobbelen Bruinen, zijn Almdudler. Door de Roste Germaine met haar getrafikeerde drank. Door René Sanspeur met zijn gigantische grasmaaier. Door Andréa, Esther en alle al dan niet langer inwonenden. Door Georges de smid en zijn Farailde. Door Julienne van Leupegem en haar sterke Ivan van de Straal Bronnen. Door Madame Blauwvoet.

Allemaal mensen die vandaag, nu ik je postuum deze herinneringen bezorg mijn vriend en schrijfbroer, voor altijd in mijn hart zitten omdat ze gebleven zijn wie ze waren. Zelfs in tijden van verwondering met tornado’s die kinderen uit hun klasjes blazen want god ’n spaart niemand. Tenzij de kwezel die hem dankt, om de redding van haar troetel in gods eigen wervelstorm.



Geruchten bereiken onze grote zware tafel. Aangebracht door André met de koffer van de Opel Record vol koffie Zwarte Kat.
Door Albéric bij zijn demi in de Victory. Door Jacqueline bij de schellen salami met look van Beenhouwerij Callant (‘Vers Inlands Vlees’) in de Zonnestraat. Door grootvader bij de verse duivenvoeders uit de Boerenbond naast de Kristen Volksbond.
Door Madame Blauwvoet in de knopenwinkel Margyl voor haar patronen van Modes & Travaux. Door mama bij Coiffure Alice in de Zuidstraat. Alice met haar minuscuul buitenverblijfje bovenop Les Hauts de Saint-Sauveur, het voormalig frietkotje vanop de Plaats waar nu drie plassende palen staan. Met volgens mama een vue op het dal zoals alleen bedevaarders van de jaarlijkse Fiertelommegang die kennen.



Geruchten. Verse geruchten. Ze worden gedrenkt in bloed. Ze worden gekruid met al dan niet verzonnen details. Het geeft een Mixsoup waar je als opgroeiende puber nauwelijks wijzer van wordt. Ze serveren je een roddelratatouille van parate kennis waar je geen meter verder mee komt. Ze schenken je, zij het voor even, de tijd van een vette roddel, een vers gerucht, eindelijk bestaansrecht tussen je broers op de grote schoolkoer of hier in dit huis van verwondering.

‘Aan de Steenweg op Leuze heeft er een…
‘Nog wat spinazie?’
‘…Zijn vrouw en zijn schoonmoeder …’
‘’Met verse zurkel van hier vanachter?’
‘….de kop ingeslagen met zijn grote voorhamer’.

‘Gaat Polle Pens zijn gouvernement vallen, wa peinst ge?’

‘Dan zet die gast een pruik op zijn kop’.
‘Un vrai délice, n’est-ce pas madame Blauwvoet?’
‘En hop met zijn poepvalies de trein op naar Brussel.’
‘Je me lèche les babines.’
‘Zes akers bloed hebben de champetters opgedweild’.
‘ Une dernière petite tranche de saignant, madame Blauwvoet? Non? Vraiment? ’
‘Vliegende goudvissen…’
‘Recht vanop de cafétoog naar de bloedvijver rond de plissérok van zijn schoonmoeder geklopt.’

‘Een lepelke saus voor bij de kroketten?’
‘Niemand? Geef ze me dan ne keer door, als het niet geeft.’
‘Ge neemt hier wel al voor de derde keer.’
‘Mij hebben ze geleerd van altijd in mijn eigen talloor te kijken.’

De Ontvoogding van Vlaanderen! Jazeker!’
‘Het zoude nen hogen tijd worden, toch?’

‘Die pruik heeft hij op de markt gekocht’.
‘Bij Georgette Paraplu.’

(Georgette Paraplu. Titels in Het Volk:
‘Ik stond oog in oog met de beul’.
‘Hij wou een blonde pruik . Maar ik gaf hem een roste’.
‘Zo hebben ze hem nog gemakkelijk kunnen pakken’.
‘Ze stond als een geranium op zijn kop die pruik. Ik zeg het hem nog.’)

1500. Vijftienhonderd gazetten. Heeft Lucien Dhaeyer, chef promotor van Het Volk voor De Beide Vlaanders bijgeleverd die dag: Bij Messiaen in de Zonnestraat. Bij Geenens aan De Kleine Kerk. Bij Van Stals aan de Trompe.

(Uit het intern tussentijds promotierapport van Lucien Dhaeyer aan Wim Van Herreweghe. Chef Promotiediensten Het Volk & en Koersdirecteur van de Omloop Het Volk).

‘Georges De Beck is speciaal van Gent afgekomen, als reporter’.
‘Dan moet het voor zeker serieus geweest zijn’.
‘ Want De Beck, Die ziet ge hier alleen als het wreed erg is.’



‘Karel Dillen….’
‘…Die ziet dat gegeel juist’.
‘Vlaanderen! Autonoom!’
‘Doch dan wel in een Verenigd Europa der Volkeren!’

‘Bloed tot in de sjiekenbak.’
‘Allemaal rooie bollen.’
‘Het spaarvarken van de voetbalpronostiek had hij mee.’

‘In de Spinstersstraat heeft de Hongaar zijn eigen gastouders bewerkt met een bijl gelijk dat van de pompiers.’
‘Doet ge dat nu? Met een bijl van de pompiers?’
‘Dat dient daar toch niet voor?’
‘Aan de Prinskouter slapen ze niet meer gerust’.

‘En de bisschoppen? Wat zeggen die over Leuven?‘
‘Ja, wat zeggen de bisschoppen? Gij die ‘t Pallieterke leest?’

‘Dat het doodzonde zijn zou om deze vanille van bij Seynaeve hier te laten smelten.’

DE BINNENTUIN.
Roman. (U las hoofdstuk 11).